Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Klas6Toetsweek2
› 3 Historische context 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Klas6Toetsweek2
3 Historische context 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1515 = karel V wordt heerser over een groot deel van de nederlanden 1521 = luther verschijnt voor rijksdag in worms 1531 = instelling drie collaterale raden 1543 = karel v heeft alle nederlanden in handen 1550 = instelling van de bloedplakkaten 1555 = filips II erft de nederlanden 1566 = smeekschrift der edelen 1566 = beeldenstorm 1567= de hertog van alva komt aan in de nederlanden 1572 = de geuzen ontketenen de opstand in holland en zeeland beeldenstorm = reeks vernielingen in katholieke kerken, door protestanten protestantisme = het geheel van stromingen en kerken die zijn ontstaan uit protest tegen misstanden in de katholieke ker. er zijn belangrijke verschillen tussen lutheranen (aanhangers van maarten luther) en calvinisten (aanhangers van johannes calvijn) centralisatie = het streven van heersers om hun gebied vanuit één punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren hagenpreek = protestantse prediking in de open lucht, buiten het bereik van het gezag ketter = iemand die een andere geloofsleer aanhangt dan de officiële. de term werd vooral gebruikt door katholieken tov protestanten privilege = een recht, toegekend door een heer, aan een bepaalde persoon, een groep personen, een stad of een gewest raad van beroerten = speciale rechtbank die schuldigen van de beeldenstorm moest straffen reformatie = het ontstaan van het protestantisme dat uiteindelijk leidde tot een scheuring in de christelijke kerk smeekschrift der edelen = verzoek in 1566 aan filips ii om de kettervervolgingen in de nederlanden te staken watergeuzen = opstandelingen die vanaf het water vochten tegen het leger van filips ii ban = straf waarbij iemand vogelvrij wordt verklaard muiterij = rebellie onder soldaten pacificatie van gent = tijdelijke verzoening van de Nederlanden die gezamenlijk het vertrek van spaanse soldaten eisten. pamflet = korte, vaak felle tekst over een actueel onderwerp republiek der zeven verenigde nederlanden = statenbond van noordelijke gewesten die voortkwam uit de Opstand soevereiniteit = de hoogste macht van de staat unie van utrecht = verbond van opstandige gewesten die zich samen verdedigden tegen de legers van Filips ii. 1572 = de geuzen nemen den briel in 1573 = alva verlaat de nederlanden 1574 = ontzet van leiden 1576 = pacificatie van gent 1578 = alteratie van amsterdam 1579 = unie van utrecht 1581 = plakkaat van verlatinghe 1584 = willem van oranje wordt vermoord 1588 = de noorderlijke nederlanden gaan verder als zelfstandige republiek 1588 = de spaanse armada wordt verslagen 1602 = de voc wordt opgericht 1609 = begin van het twaalfjarig bestand 1619 = coen verplaatst het bestuurscentrum van de voc naar batavia 1619 = johan van oldenbarnevelt wordt onthoofd 1621 = einde van het twaalfjarig bestand 1639 = bouw portugees-joodse synagoge in amsterdam 1648 = in het verdag van münster erkent spanje de republiek burgerlijke cultuur = een cultuur die wordt bepaald dor burgers (en niet door hof, adel of kerk) Generaliteitslanden = gebieden die rechtstreeks door de Staten-Generaal werden bestuurd, met name staats-vlaanderen (nu Zeeuws-Vlaanderen) staats-brabant (nu de nederlandse provincie) en staats-limburg (nu delen van de nelderandse provincie limburg) gouden eeuw = periode van bijzondere economische en culturele bloei in de 17e eeuw in de republiek. de term dateert van de 19e eeuw handelskapitalisme = economisch systeem waarin ondernemers goederen verhandelen om daarmee winst te maken moedernegotie = de handel op de Oostzee in bulkgoederen als hout en graan die de basis vormde voor de welvaart van de republiek raadpensionaris = in de tijd van de republiek een hoge ambtenaar van het gewest holland, die namens de gehele republiek de buitenlandse zaken deed regent = lid van de groep rijke burgers die de republiek bestuurde staatse leger = gezamenlijk leger van de zeven gewesten van de republiek twaalfjarig bestand = tijdelijke vrede met spanje, 1609-1621 verenigde Oost-Indische compagnie (voc) = handelsmaatschappij die in de republiek het monopolie had op de handel met Azië
Ingezonden op 23-01-2017 - 1049x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!