Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
D'accord!!!!
› 0 basisstof woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
D'accord!!!!
0 basisstof woordjes
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
un frère=een broer un petit frère=een broertje une soeur=een zus une mère=een moeder un père=een vader un oncle=een oom une tante=een tante tonton=oompje une grand-mère=een oma un grand-père=een opa un voisin=een buurman une voisine=een buurvrouw un cousin=een neef une cousine=een nicht un(e) élève=een leerling un médecin=een dokter un(e) dentiste=een tandarts un prof=een leraar une souris=een muis un chat=een kat un chien=een hond un éléphant=een olifant un poisson=een vis un oiseau=een vogel une poule=een kip un coq=een haan une église=een kerk une maison=een huis un hôtel=een hotel une école=een school un hôpital=een ziekenhuis une villa=een villa un appartement=een appartement un restaurant=een restaurant aujourd’hui=vandaag demain=morgen après-demain=overmorgen hier=gisteren avant-hier=eergisteren le matin=de ochtend l’après-midi=de middag le soir=de avond tous les soirs=iedere avond à midi=om 12:00u à minuit=om 00:00u le jour=de dag la semaine=de week le mois=de maand l’an=het jaar il y a un an=een jaar geleden dans une semaine=over een week toujours=altijd pendant=tijdens, in de winter=l’hiver de lente=le printemps de zomer=l’été de herfst=L’automne le lundi=op maandag mardi=dinsdag mercredi=woensdag jeudi=donderdag vendredi=vrijdag samedi=zaterdag dimanche=zondag en janvier=in januari février=februari mars=maart avril=april mai=mei juin=juni juillet=juli août=augustus septembre=september octobre=oktober novembre=november décembre=december en deux mille dix-huit=in 2018 pendant=tijdens sur=op sous=onder à côté de=naast à droite de=rechts van à gauche de=links van en face de=tegenover dans=in loin de /d’=ver van près de/ d’=dicht bij devant=voor derrière=achter l’argent=het geld payer=betalen les devoirs=het huiswerk les vacances=de vakantie l’étranger=het buitenland nettoyer=schoonmaken un bracelet=een armband un maillot de bain=een badpak un soutien-gorge=een bh un bikini=een bikini des lunettes=een bril un short=een broek (kort) un pantalon=een broek (lang) une chemise=een blouse une veste=een jas (kort) un manteau=een jas (lang) un jean=een jean une robe=een jurk un collier=een ketting des leggin(g)s=een legging un bonnet=een muts un caleçon=een onderbroek (man) une culotte=een onderbroek (vrouw) une boucle d’oreille=een oorbel un collant=een panty une casquette=een pet un pyjama=een pyjama une ceinture=een riem une bague=een ring une jupe=een rok une chaussure=een schoen un top=een topje une écharpe=een sjaal une chaussette=een sok un pull=een trui un gilet=een vest une culotte de bain=een zwembroek een arm=un bras een been=une jambe een buik=un ventre een elleboog=un coude een gezicht=un visage een hand=une main een hart=un cœur een keel=une gorge een knie=un genou een kont (net) =un postérieur een kont (vulgair) =un cul een long=un poumon een nagel=un ongle een nek=un cou, une nuque een neus=un nez een mond=une bouche een oog (enk.) = un œil ogen (mv.)=des yeux een oor=une oreille een rug=un dos een schouder=une épaule een teen=un orteil een voet=un pied een vinger=un doigt modieus =à la mode mooi (uiterlijk)=beau, joli origineel=original ouderwets=démodé prachtig=magnifique saai=monotone slecht=mauvais stom=bête dik=gros donker=foncé goed=bon groot =grand klein=petit lelijk=moche licht=clair typisch=typique werelds=mondial un coca=een cola un café=een koffie un thé=een thee de l’eau=water du vin=wijn une bière=een bier une pression=een tapbier du lait=melk le fromage=de kaas les légumes=de groenten un concombre=een komkommer une tomate=een tomaat le fruit=het fruit une pomme=een appel une poire=een peer une fraise=een aardbei une pêche=een perzik une pizza=een pizza des pâtes=pasta le riz=de rijst des frites=frietjes une pomme de terre=een aardappel la viande=het vlees le poulet=de kip un poulet rôti=een gegrilde kip un tournedos=een ossenhaas un escargot=een slak du poisson=vis une moule=een mossel des crevettes=garnalen du saumon=zalm une entrée=een voorgerecht un plat principal=een hoofdgerecht un dessert=een toetje saignant=weinig doorbakken à point=medium bien cuit =goed doorbakken en bus=met de bus en train=met de trein en métro=met de metro en voiture=met de auto en bateau=met de boot en avion=met het vliegtuig en vélo=met de fiets à pied=te voet
Ingezonden op 11-02-2017 - 765x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!