Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 2 Italiano 3 week 2 15.3, 15.4 t/m p. 245
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
2 Italiano 3 week 2 15.3, 15.4 t/m p. 245
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
i soldi (pl) = het geld la moneta = het muntstuk, het muntje incassare = innen, incasseren la somma = het bedrag, de som la banca = de bank il bancomat = de geldautomaat la tessera bancomat = het bankpasje cambiare = wisselen il conto corrente = de (betaal)rekening, de rekening-courant l'assegno = de cheque il risparmio = de besparing i risparmi (pl) = het spaargeld risparmiare = sparen, besparen versare = storten il credito = het krediet, het tegoed il debito = de schuld, de verplichting minimo, a = minimaal, minimum- massimo, a = maximaal, maximum- il compenso = de vergoeding, de beloning il pagamento = de betaling effettuare = uitvoeren, verrichten netto = netto lordo = bruto la tassa = de belasting, de heffing la tassa d'iscrizione = het inschrijfgeld le tasse (pl) = de belasting(en) il prestito = de lening finanziare = financieren, bekostigen il costo = de kosten, de uitgaven il costo della vita = de kosten van levensonderhoud calcolare = rekenen, berekenen il calcolo = de berekening la ricevuta = het ontvangstbewijs, de kwitantie riscuotere = innen, opnemen l'interesse (m) = rente, interest trasferire (trasferisco) = overschrijven, overboeken l'azione (f) = het aandeel (op de beurs) il reddito = het rendement, het inkomen l'investimento = de investering, de belegging la borsa (valori) = de (effecten)beurs l'operazione (f) = de transactie il crollo della borsa = de beursval il mercato azionario = de aandelenmarkt l'emissione di azioni = de aandelenuitgifte l'opzione = de optie il Bot (Buono Ordinario del Tesoro) = de staatsobligatie il denaro = het geld la valuta = de valuta, de munteenheid il mercato valutario = de valutamarkt la banca centrale europea = de Europese centrale bank le divise estere (pl) = de vreemde valuta valere = waard zijn il cambio = de wisselkoers, het wisselen il corso = de koers, de circulatie, de omloop l'euro = de euro il centesimo = de (euro)cent il dollaro = de dollar la lira = de lire il fiorino = de gulden la cassa di risparmio = de spaarbank il libretto di risparmio = het spaarbankboekje la carta di credito = de creditcard l'ordine di bontifico = de overboekingsopdracht l'ordine di pagamento = de betalingsopdracht i contanti (pl) = de contanten, het contant geld il capitale = het kapitaal prestare = lenen (aan) l'importo = het bedrag l'affare (m) = de zaak, de transactie, de deal gli affari (m) = de zaken, de business finanziario, a = financieel il mercato finanziario = de financiële markt il tasso = het cijfer, het percentage il tasso d'interesse = de rentevoet abbassare = verlagen, laten zakken rialzare = verhogen, opwaarderen, weer stijgen la crescita = de groei l'attivo = de activa, de baten il passivo = de passiva, de schulden il fisco = de fiscus, de belasting fiscale = fiscaal, belasting- l'agevolazione fiscale = het belastingvoordeel la dichiarazione delle tasse = de belastingaangifte l'evasione fiscale (f) = de belastingontduiking l'oasi fiscale (f) = het fiscaal paradijs la riforma tributaria = de belastinghervorming l'assicurazione (f) = de verzekering l'assicurazione sulla vita = de levensverzekering l'assicurazione contro gli infortuni = de ongevallenverzekering l'assicurazione contro i rischi di responsabilità civile = de wettelijke aansprakelijheidsverzekering, de WA-verzekering l'assicurazione della tutela legale = de rechtsbijstandverzekering assicurare = verzekeren il rischio = het risico, het gevaar la garanzia = de garantie, het gevar l'infortunio = het ongeval il danno = het schade(geval) i danni (pl) = de (totale) schade reclamare = klagen (over), reclameren, opeisen, claimen il risarcimento = de schadeloosstelling, de vergoeding sistemare = regelen, in orde maken risarcire (risarcisco) = schadeloosstellen, vergoeden (schade) la responsabilità = de aansprakelijkheid regolare = regelen, afhandelen, vereffenen (schuld) l'indennità = de schadeloosstelling, de schade-uitkering la mutua = het ziekenfonds, de Ziektewet iscritto, a = ingeschreven, geregistreerd la tessera = het pasje, de lidmaatschapskaart il certifico medico = de medische verklaring l'obbligo = de verplichting, de plicht obbligare a = verplichten tot la pensione = het pensioen, de AOW il pensionato, la pensionata = de gepensioneerde (m/f), AOW'er (m/f) gli assegni familiari (pl) = de kinderbijslag
Ingezonden op 11-02-2017 - 1131x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!