Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Italiano 3

2 Italiano 3 week 2 15.4 vanaf p. 246, 20.1, 20.2

i dati personali (pl) = de persoonlijke gegevens
il contratto = het contract, de overeenkomst
la firma = de handtekening
la polizza = de polis
coprire = dekken
l'assicurato, l'assicurata = de verzekerde (m/f)
garantire (garantisco) = garanderen, instaan coor
garantirsi = zich verzekeren
escludere = uitsluiten
la denuncia = de aangifte, de melding
il sinistro = onheil, ongeval
provvedere a = zorgdragen voor, voorzien in
rivendicare = (op)eisen, claimen
l'indennizzo = de schadeloosstelling
rispondere di = instaan voor
il reclamo = de claim, de eis, de klacht
la classa malattia = de ziektekostenverzekering, de Ziektewet
la formalità = de formaliteit
contrattare = onderhandelen over
contrattuale = contractueel, volgens contract
il colore = de kleur
chiaro, a = licht, helder
scuro, a = donker
bianco, a = wit
nero, a = zwart
grigio, a = grijs
blu (inv) = (donker)blauw
azzurro, a = (midden)blauw
giallo, a = geel
rosa (inv) = roze
rosso, a = rood
verde = groen
marrone (inv) = bruin
colorato, a = gekleurd
in tinta unita = effen
arancione (inv) = oranje
bruno, a = kastanjebruin
lilla (inv) = lila
viola (inv) = paars
beige (inv) = beige
lucido, a = glanzend, glimmend
opaco, a = mat, ondoorzichtig
la sfumatura = de kleurschakering, de tint
la variazione = de variatie, de afwisseling
la differenza = het verschil
diverso, a = anders
la figura = de figuur, de vorm, de gedaante
la forma = de vorm
formare = vormen
piegare = vouwen
il modo = de manier, de wijze
la maniera = de manier, de stijl
(ro)tondo, a = rond
ovale = ovaal
il cerchio = de cirkel
il diametro = de diameter, de doorsnede
il raggio = de straal, de radius
la circonferenza = de omtrek
il cubo = de kubus
il quadrato = het kwadraat
quadrato, a = vierkant
l'angolo = de hoek
angolare = hoekig
il triangolo = de driehoek
triangolare = driehoekig
il rettangolo = de rechthoek
rettangolare = rechthoekig
la punta = de punt, de spits
la striscia = de strook, de streep
storcere = verbuigen, verdraaien
storto, a = krom, verbogen
la sfera = de bol(vorm)
il cilindro = de cilinder(vorm)
uniforme = eenvormig, gelijkvormig
simile = gelijk, dergelijk, overeenkomstig
variare = variëren, afwisselen
distinguere = onderscheiden
lo stampo = de mal, de matrijs, de vorm

Ingezonden op 11-02-2017 - 1055x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 15-02-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Italiano 3

2 Italiano 3 week 2 15.4 vanaf p. 246, 20.1, 20.2