Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lesclésdelacommunication
› 7 Projets d'avenir & professions
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lesclésdelacommunication
7 Projets d'avenir & professions
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
in de toekomst (2x) = à l'avenir, dans le futur een beroep uitoefenen (2x) = exercer une profession, un métier als zelfstandige werken = travailler à son compte voltijds, deeltijds werken = travailler à temps, plein, à temps partiel hard werken = travailler dur als een gek werken = travailler comme un fou, une folle werken = bosser (iemand) aanwerven, in dienst nemen = embaucher, engager (qqn) (iemand) ontslaan = licencier (qqn) de baan, de job, het werk = le poste, le job le travail, l'emploi, le boulot een (balangrijke) functie bekleden = occuper un poste (important) de collega = le / la collègue (de travail) de vennoot = l'associé de partner = le partenaire de klant, de klante = le client/la cliente de bediende = l'employé de werkgever = l'employeur in dienst hebben, tewerkstellen = employer het vrij beroep = la profession libérale dokter zijn = être médecin specialist zijn = être spécialiste advocaat zijn = être avocat het zelfstandig beroep = la profession indépendante werken als = travailler comme landbouwer = agriculteur, agricultrice tuinman, tuinierster = jardinier, jardinière bakker = boulanger, boulangère kok = cuisinier, cuisinière het commercieel beroep = la profession commerciale ik zou willen werken als = je voudrais travailler comme (kleine) middenstander winkelier = (petit) commerçant producent = producteur fabrikant = fabricant groothandelaar = grossiste kleinhandelaar = détaillant zelfstandige = indépendant vertegenwoordiger = représentant gerant = gérant verkoper = vendeur verkoopster = vendeuse leverancier = fournisseur leider = leader chef, hoofd = chef bedrijfsleider = chef d'entreprise directeur = directeur directrice = directrice CEO = PDG (président-directeur-général) manager = manager ondernemer = entrepreneur kaderlid (leidinggevende, manager) = cadre een leidinggevende functie uitoefenen = occuper une fonction de cadre zakenman = homme d'affaires zakenvrouw = femme d'affaires boekhouder = comptable telefonist = téléphoniste receptionist = réceptionniste secretaris = secrétaire verzekeringsagent = agent d'assurances bankier = banquier bankbediende = employé de banque ambtenaar = fonctionnaire ik zou graag verantwoordelijk zijn voor = je vourdrai être responsable de de verkoop = la vente de aankoop = l'achat de administratie = l'administration de boekhouding = la comptabilité de productie = la production de promotie = la promotion de marketing = le markéting, la mercatique de communicatie = la communication de website = le site web de distributie = la distribution de levering = la livraison de organisatie van ... = l'organisation de ... de PR = les relations publiques de stock (voorraad), het assortiment, het gamma = le stock, l'assortiment, la gamme de producten, de artikelen, koopwaar = les produits, les articles, la marchandise ik zou willen werken in/voor ... = j'aimerais travailler dans/pour ... een bedrijf waar er een leuke sfeer is = une entreprise où il y a une bonne ambiane een bedrijf dat dat extra legale voordelen biedt zoals een een bedrijfswagen, GSM, maaltijdcheques = une entreprise qui offre des avantages extra-légaux comme une voiture de société, un portable, des chèques-repas bouw-, transport-,... = une entreprise de construction, de transport,... familiezaak = une entreprise familiale eenmanszaak = une entreprise individuelle een vennootschap = une société een BVBA = une SPRL (société privée à responsabilité limitée) een NV = une SA (société anonyme) een KMO = une PME (petite et moyenne entreprise) een (verzekerings-) maatschappij = une compagnie (d'assurances) een fabriek = une usine een kantoor = un bureau een bank = une banque een winkel = un magasin een grootwarenhuis = un grand magasin een zelfbedieningszaak = un magasin à libre service een boetiek = une boutique een supermarkt, een hypermarkt = un supermarché, un hypermarché een vzw = une asbl (association sans but lucratif) een salon = un salon een beurs = une foire een expo = une exposition een stand = un stand een forum = un forum een congres = un congrès een workshop = un atelier een event = un évènement ik zou graag een job hebben ... = j'amerais avoir un job goed betaald = bien payé met een goed loon = avec un bon salaire dicht bij huis = près de chez moi niet zo ver van huis = pas trop loin de chez moi nog enkele andere beropen = encore quelques autres professions een handwerkman = un artisan een loodgieter = un plombier een postbode = un facteur een ingenieur = un ingénieur een arbeider, een arbeidster = un ouvrier, une ouvrière een piloot, een pilote = un/une pilote een wetenschapper = un scientifique een steward = un steward een airhostess = une hôtesse de l'air
Ingezonden op 12-02-2017 - 537x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!