Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lesclésdelacommunication
› 10 Au bureau
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lesclésdelacommunication
10 Au bureau
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
op kantoor = au bureau naar het kantoor gaan = aller au bureau het werk = le boulot de planning = le planning overstelpt zijn (met werk) = être débordé (de travail) een afspraak vastleggen = fixer un rendez-vous een agenda = un agenda een zakenlunch = un déjeuner d'affaires als loontrekkende in een kantoor = travailler comme salarié dans un bureau werken de vergadering = la réunion de zakenreis = le voyage d'affaires de zakenman = l'homme d'affaires de zakenvrouw = la femme d'affaires de telefoon = le téléphone de smartphone = le smartphone de app, de toepassing = l'application, l'app bellen, telefoneren = téléphoner bellen = appeler gaan, rinkelen = sonner de computer (de laptop) = l'ordinateur (portable) het (beeld)scherm = l'écran het toetsenbord = le clavier de toets = la touche de muis = la souris installeren = installer het installeren = l'installation werken, het doen = fonctionner de werking = le fonctionnement de hardware = le matériel informatique de software = le logiciel de IT, de informatica = l'informatique de (harde) schijf = le disque (dur) elektronisch = électronique elektrisch = électrique de gegevens, de data = les données typen, intikken = taper het menu = le menu het internet = l'internet op het internet zoeken = chercher sur internet het draadloos internet = l'internet sans fil het netwerk = le réseau de website = le site web een programma uploaden / downloaden = télécharger un programme het mailadres = l'adresse électronique de mail (3x) = le message électronique, le courriel, l'e-mail een mail sturen = envoyer un e-mail een mail ontvangen = recevoir un e-mail mails beantwoorden = répondre à des courriels @, apestaartje (3x) = arrobas, arobas, arobase de gsm / de laptop = le portable de printer = l'imprimante afdrukken, printen = imprimer
Ingezonden op 13-02-2017 - 527x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!