Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Toetsen groep5
› 6 Romeinen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Toetsen groep5
6 Romeinen
Jaar 5 (basisschool)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
het alfabet = De 26 letters waarmee je schrijft. de centrale verwarming = De verwarming van een huis met buizen onder de vloer. de Friezen = Mensen die in het noorden van Nederland wonen. de handel = Het kopen en verkopen van spullen. de Latijnse taal = De taal die de Romeinen spraken. Deze taal wordt niet meer gesproken. de Romeinen = Een machtig volk die uit Italiƫ kwamen. het Romeinse fort = De plaats waar de Romeinse soldaten wonen. de Romeinse munten = Het geld dat de Romeinen gebruikten. Een munt is gemaakt van goud, zilver of koper. de villa = Een groot landhuis met muurschilderingen, centrale verwarming en een grote tuin. de wachttoren = Een grote toren, waarin soldaten zitten. Vanuit de toren kun je de grens bewaken. de drukte = Als het ergens druk is, vol met mensen. het fort = Een groot gebouw met dikke muren, waar veel soldaten zitten. de kade = Een dikke stenen muur langs een rivier of kanaal, waar boten vastgemaakt worden. de keizer = Een soort koning. de krijger = De soldaat, iemand die vecht. het riet = Een stevig soort gras. roven = Stelen. het schild = Een groot bord van hout of metaal waarmee soldaten hun lichaam beschermen. het sieraad = Een ding om jezelf mooi te maken, bijvoorbeeld een ketting of ring. veroveren = Een land inpikken en dan de baas worden. Waar komen de Romeinen vandaan? = Uit Italiƫ. Wat deden de Romeinen met hun sterke legers? = Ze veroveren grote gebieden. Ook een groot deel van Nederland werd veroverd. de Rijn = De rivier die de grens vormde tussen het stuk wat de Romeinen hebben veroverd en de rest van Nederland. Hoe bewaakten de Romeinen de grens? = Met forten en wachttorens. Waarom kwamen de Friezen in opstand tegen de Romeinen? = Ze drijven handel met de Romeinen, maar ze moesten te veel belasting betalen. Wat hebben de Romeinen gebouwd? = Steden en havenplaatsen.
Ingezonden op 15-02-2017 - 633x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!