Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neue Kontakte

5 alle woordjes en zinnen van het werkboek van H5 (Kuchen und Kebab)

Jaar 2 (havo/vwo)

Sauerkraut = zuurkool
Eintopf = eenpansgerecht
Schnitzel mit pommes = schnitzel met patat
Die Süßigkeiten = het snoep
Die Zwiebel = de ui
Ich esse täglich Obst = Ik eet dagelijks fruit.
Wir kochen einmal pro woche Nudeln. = Wij koken een keer per week pasta.
Das Ei (Eier) = het ei
Das Gemüse = de groente
Das Brötchen = het broodje
Ich trinke keine Milch = Ik drink geen melk.
Die Orange = de sinaasappel
Die Butter = de boter
Das Fleisch = het vlees
Der Fisch = de vis
Die Erdbeeren = de aardbeien
Der Käse = de kaas
Die Kartoffeln = de aardappels
Der Reis = de rijst
Das Huhn = de kip
Ein Stück Kuchen = een stuk taart
Ein Glass Mineralwasser = een glas mineraalwater
Der Salat = de sla
Das Frühstück = het ontbijt
Die Getreideprodukte = de graanproducten
Ich mag keinen Kaffee. = Ik lust geen koffie.
Mögen = lusten
Isst du heute Abend Hamburger? = Eet jij vanavond hamburgers?
Essen = eten
Er nimmt einen Orangensaft. = Hij neemt een sinaasappelsap
Nehmen = nemen
Hast du Hunger? = Heb jij honger?
In der Pause trinke ich eine Dose Eistee. = In de pauze drink ik een blikje ice-tea.
Was trinkst du dazu? = Wat drink je daarbij?
Am Wochenende = in het weekend
Ich möchte = ik wil graag
Zum Abendessen = bij het avondeten
Überhaupt nicht = helemaal niet
Es schmecht mir gut. = Het smaakt lekker.
Der Kaffee = der Tee {tegenstelling}
Hunger = Durst {tegenstelling}
Ein bisschen Zucker = een beetje suiker
Möchtest du mal probieren? = Wil je eens proberen?
Frühstücken = ontbijten
Heute = vandaag
Jetzt = nu
Meistens kocht mein Vater. = Meestal kookt mijn vader.
Pommes mit Mayo = friet met mayonaise
Guten Appetit! = Eet smakelijk!
Kommt sofort! = komt eraan!
Kann ich zahlen? = Kan ik betalen?
Der gemischte Salat = de gemengde salade
Der Nachtisch = het dessert
Einen Eisbecher met Sahne, bitte! = Een ijscoupe met slagroom, alstublieft!
Das Salz = het zout
Salz = Pfeffer {tegenstelling}
Ich lade dich ein! = Ik trakteer!
Gleichfalls! = Insgelijks!
Die Speisekarte = de menukaart
Der Löffel = de lepel
Die Gabel = de vork
Das Messer = het mes
Das macht zwei Euro zusammen. = Dat kost twee euro in totaal.
Was wünschen Sie? = Was möchten Sie? {zelfde betekenis}
Sofort = meteen
Gleich = zometeen ; straks
Gesund = gezond
Gesund = ungesund {tegenstelling}
Ein Käsebrot = een broodje met kaas
Im Backofen = in de oven

Ingezonden op 16-02-2017 - 1000x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 21-03-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

dit zijn de woorden en zinnen van het werkboek van H5 kuchen und kebab

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Neue Kontakte

5 alle woordjes en zinnen van het werkboek van H5 (Kuchen und Kebab)