Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 4 Italiano 3 week 4 18.1, 18.2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
4 Italiano 3 week 4 18.1, 18.2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la terra = de aarde terrestre = van de aarde, aards extraterrestre = buitenaards lo spazio = de ruimte, de kosmos infinito, a = oneindig vuoto, a = leeg scoprire = ontdekken il sole = de zon il raggio = de straal tramontare = ondergaan (van de zon) il tramonto (del sole) = zonsondergang il sorgere (del sole) = de zonsopgang sorgere = opgaan (van de zon) il pianeta = de planeet lo scopo = het doel l'esistenza = het bestaan esistere = bestaan, voortkomen la stella = de ster la luna = de maan l'astronomia = de astronomie, de sterrenkunde l'universo = het universum, het heelal immenso, a = immens, onmeteliojk universale = universeel, algemeen vano, a = vergeefs, nietig, leeg l'astronauta (m/f) = de astronaut(e) l'astronave (f) = het ruimteschip la stazione spaziale = het ruimtestation il razzo = de raket il satellite = de satelliet spaziale = ruimte-, ruimtevaart- l'adesione = de deelname, het meedoen, de bijval la mancanza di gravità = gewichtloosheid la scoperta = de ontdekking la via Lattea = de melkweg luminoso, a = licht, helder solare = van de zon, zonne- la geografia = de geografie, de aardrijkskunde il mappamondo = de wereldkaart, de wereldbol, de globe il polo = de pool il polo nord = de noordpool il polo sud = de zuidpool il continente = het continent, het werelddeel, het vasteland il nord = het noorden il sud = het zuiden l'est (m) = het oosten l'ovest (m) = het westen la bussola = het kompas il paesaggio = het landschap il panorama = het panorama, het uitzicht il luogo = de plek, de plaats la pianura = de (laag)vlakte, het laagland la pianura padana = de Po-vlakte la collina = de heuvel l'eco (f) = de echo la montagna = het gebergte, de bergen la foresta = het groot bos, het woud il deserto = de woestijn vasto, a = uitgestrekt, weids la solitudine = de eenzaamheid, de verlatenheid il vulcano = de vulkaan il terremoto = de aardbeving la scossa = de (aard)schok la valanga = de (sneeuw)lawine la frana = de aardverschuiving, de steenlawine il mare = de zee il lago = het meer la riva = de oever, de kust mosso, a = woelig, ruw (zee) il golfo = de golf, de baai la costa = de kust, de zeekust lo scoglio = de rots, de klip la grotta = de grot l'isola = het eiland l'orizzonte (m) = de horizon sparire (sparisco) = verdwijnen il fiume = de rivier scorrere = stromen, (over het water) glijden pescare = vissen attraversare = oversteken, doorkruisen, gaan door attraverso = (dwars) door la cascata = de waterval i punti cardinali (pl) = de vier windstreken l'oriente/l'Oriente (m) = het oosten/het Oosten, de Oriënt il Medio Oriente = het Midden-Oosten l'Estremo oriente (m) = het Verre Oosten orientale = oosterlijk, oost-, oosters l'occidente/l'Occidente (M) = het westen/het Westen occidentale = westelijk, west-, westers la civiltà occidentale = de westerse beschaving il meridiano = de meridiaan, de lengtegraad meridionale = zuidelijk, zuid- settentrionale = noordelijk, noord- la superficie = het oppervlak, de oppervlakte la zona = het gebied, de streek, de omgeving caratteristico, a = karakteristiek, kenmerkend la valle = het dal il monte = de berg circondare = omgeven la cima = de top, de spits la roccia = de rots, het rotsblok, het gesteente il ghiacciaio = de gletsjer estendersi (su) = zich uitstrekken (over) la vallata = de vallei, het brede dal l'oceano = de oceaan marino, a = zee- la marea = het getij la bassa marea = de eb, het laagwater l'alta marea = de vloed, het hoogwater sommergere = overspoelen, overstromen, doen zinken la penisola = het schiereiland mediterraneo, a = van/rond de Middellandse Zee, mediterraan la fonte = de bron (ook figuurlijk) la sorgente = de (water)bron, de bron van een rivier
Ingezonden op 25-02-2017 - 988x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!