Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Neue Kontakte Maaike
› 1 Woordenschat Examen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Neue Kontakte Maaike
, deel 1
1 Woordenschat Examen
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aanzienlijk=groot capituleren=opgeven;niet langer weerstand bieden efficiënt=doelmatig;nuttig effect hebbend graadmeter=middel om de mate van iets te bepalen;maatstaf ideologie=de ideeën achter een politiek systeem kansarm=weinig kansen krijgend miskennen=onderwaarderen;niet op de juiste waarde schatten onderling=ten opzichte van elkaar;wederzijds rampspoed=onheil;ellende;tegenspoed scenario=draaiboek;vermoedelijke loop van de gebeurtenissen termijn=bepaalde tijd uitheems=buitenlands;vreemd uitholling=verschraling;het beroven van essentiële bestanddelen wederhoor=het aanhoren van de andere partij (in een geschil) voortijdig=te vroeg;voor het verwachte tijdstip acceptabel=aanvaardbaar bejegenen=c behandelen;tegemoet treden column=e enigszins kritisch artikel in een krant of tijdschrift doorzagen=h langdurig ondervragen essentieel=o wezenlijk;heel belangrijk feminisering=m toename van het aantal vrouwen in een sector;vervrouwelijking hiërarchisch=n volgens een rangorde impliciet=f erin opgesloten liggend;niet expliciet lobbyen=d invloed uitoefenen op de (politieke) besluitvorming nomadisch=l rondtrekkend;zonder vast verblijf prenataal=a aan de geboorte voorafgaand relatief=k naar verhouding;niet absoluut tekortschieten=g in gebreke blijven;niet voldoen aan de eisen verguizen=j met verachting bespreken zuil=i maatschappelijke groepering met een bepaalde levensbeschouwing allergie=i overgevoeligheid voor bepaalde stoffen beducht=c bang;bevreesd chronisch=o voortdurend;aanhoudend destijds=e in die tijd falen=m tekortschieten;mislukken heilstaat=g maatschappij waarin iedereen gelukkig is impuls=j prikkel;aansporing lineair=f lijnvormig;volgens een rechte lijn mits=b als;indien naarstig=d ijverig pessimistisch=k somber;zwaarmoedig reductie=n vermindering;verlaging saboteren=h ondermijnen;in de war sturen thans=l tegenwoordig;nu;op dit moment uitwijzen=a aantonen agrarisch=g gebaseerd op landbouw claimen=a aanspraak maken op daadwerkelijk=e echt;feitelijk evenmin=l ook niet gangbaar=h gebruikelijk;gewoon incidenteel=k nu en dan;af en toe locatie=m plaats metafoor=f figuurlijke uitspraak die gebaseerd is op overeenkomst nazaat=b afstammeling;nakomeling omvang=j grootte, bereik;uitgestrektheid pleidooi=d betoog;verdedigingsrede representatief=i geschikt om te vertegenwoordigen spectrum=c alle verschillende (religieuze of politieke) opvattingen;oorspronkelijk: alle verschillende kleuren toonzetting=o woordkeus;taalgebruik verrijking=n toevoeging van iets waardevols alternatief=a andere mogelijkheid beschikken over=h hebben;gebruik kunnen maken van competitief=e concurrerend effect sorteren=j resultaat opleveren gedegen=g grondig;goed doordacht huidig=l van onze tijd;van heden indammen=b beperken kennelijk=d blijkbaar;klaarblijkelijk mantra=m veel herhaalde spreuk (oorspronkelijk van religieuze aard) nostalgie=n verlangen vol heimwee ongebreideld=k tomeloos;onbeperkt potentieel=c beschikbaar vermogen rijmen met=i overeenstemmen met selectief=f gebaseerd op een bewuste keuze;kieskeurig voorbarig=o vroeg;prematuur afkerig van=m weerzin voelend betwisten=k van mening verschillen over (de juistheid van / het bezit van) iets constitutie=e grondwet drastisch=f ingrijpend;krachtig evenwel=d echter fauna=c de gezamenlijke diersoorten (in een bepaald gebied) gestaag=o zonder ophouden;voortdurend grondslag=a basis;fundament inperking=b beperking;het kleiner maken karig=i schraal;zuinig;niet overvloedig moreel=n zedelijk;in overeenstemming met wat goed is kwalijk=j slecht;niet zoals het hoort onbenut laten=g niet gebruiken propaganda=h politieke reclame voorheen=l vroeger astronomisch=c buitengewoon groot bezwaarlijk=m vervelend;lastig compensatie=l vergoeding elders=e ergens anders fossiel (fig.)=g iemand met ouderwetse opvattingen groot goed=n waardevol bezit intomen=b bedwingen;beperken intrinsiek=o wezenlijk;van binnenuit ironisch=k spottend mechanisatie=f handarbeid vervangen door machinale arbeid publiekelijk=h in het openbaar slinken=j minder worden uitsluiting=a afzondering;buitensluiting van dien=d daarbij behorend behelzen=e inhouden concreet=d duidelijk van vorm curieus=j merkwaardig;raar duiden=m uitleggen;verklaren exorbitant=c buitensporig groot;zeer afwijkend gemeengoed=a bekend bij iedereen;veelvoorkomend gering=g klein;onbeduidend hameren op=l steeds op dezelfde zaak aandacht vestigen institutie=f instelling lokaal=k plaatselijk mobiliteit=b beweeglijkheid notitie=h korte tekst;oorspronkelijk: aantekening ongeacht=o zonder te letten op rompslomp=i lastige drukte;beslommering vertoeven=n verblijven;zich ophouden averechts werken=n verkeerd uitpakken;nadelig werken;een resultaat hebben dat juist niet bedoeld was binnen de perken houden=b binnen bepaalde grenzen houden geen strobreed in de weg leggen=i in geen enkel opzicht tegenwerken ergens de vinger opleggen=h iets precies aanwijzen gepaard gaan met=k samengaan met;verbonden zijn aan het kind met het badwater weggooien=l tegelijk met iets slechts ook iets goeds verwijderen;te ver gaan met maatregelen het voortouw nemen=g het initiatief nemen in een glazen huis wonen=c blootstaan aan het oordeel van veel andere mensen;door iedereen in de gaten gehouden worden een kanttekening plaatsen=d een kritische opmerking maken;commentaar geven te lijf gaan=a aanvallen;aanpakken uit de lucht komen vallen=j plotseling verschijnen in de aarde hebben=m veel moeite kosten voor lief nemen=f genoegen nemen met;(iets vervelends) accepteren zijn weerslag hebben=e een reactie teweegbrengen;een gevolg hebben persoons=o zonder onderscheid te maken tussen categorieën van personen aan banden leggen=j inperken;beteugelen bij de kop pakken=b aanpakken;aanvatten de dans ontspringen=a aan iets onaangenaams ontkomen de wijsheid in pacht hebben=g het als enige goed weten het laten afweten=h iets niet doen wat je wel beloofd hebt in de ban raken=f gegrepen worden door;laaiend enthousiast zijn over inbreuk maken op=m schenden uitsteken=c betere prestaties leveren dan de massa gemoeid zijn=l samengaan soelaas bieden=n uitkomst bieden;helpen willens en wetens=k opzettelijk en bewust zijn vingers branden=d de nare gevolgen ondervinden (van een ondoordachte handelwijze) zonder voorbehoud=i in alle gevallen;zonder uitzondering
Ingezonden op 04-03-2017 - 580x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!