Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LOI Italiaans
› 3 capitolo tre
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LOI Italiaans
, deel 1
3 capitolo tre
Jaar 1 (mavo/havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abitare = wonen solo = alleen cercare = zoeken altro = ander difficile = moeilijk anche = ook con = met la famiglia = gezin la via = straat/weg qui = hier vicino = dichtbij i miei = de mijne ma = maar ora = nu perché? = waarom perché = want, omdat l`affitto = huur molto = heel,veel,zeer alto = hoog la piazza = plein l`appartamento = flat l`amico = vriend pagare = betalen così = zo dividere = verdelen il costo ( i costi ) = prijs/kosten suo = zij,haar,uw possibile = mogelijk telefonare = opbellen utile = nuttig il piede = voet quasi = bijna buono = goed mai = ooit sei = zes poi = daarna la pausa = pauze neutro = neutraal la piuma = veer, pluim la guida = gids il fluido = vloeistof la faccia = gezicht la serie = reeks/ serie l`acqua = water il paese = land, dorp il boato = gedonder la farmacia = apotheek il bue = os qaui = wee il guaio = moeilijkheid mio = mijn la moglie = echtgenoot il figlio = zoon oggi = vandaag/ heden ieri = gisteren il centro = centrum dimenticare = vergeten spiegare = uitleggen il soggiorno = zitkamer la cucina = keuken il corridoio = gang il bagno = badkamer lo studio = studeerkamer la camera da letto = slaapkamer la camera degli ospiti = logeerkamer il pianoterra = benedenverdieping il piano = verdieping/ etage primo = eerst la stanza = kamer, vertrek ci = er il terrazzo = terras, balkon il servizio ( i servizi ) = keuken en badkamer il genitore ( I genetori ) = ouders la madre = moeder il fratello = broer la città = stad grande = groot tre = drie più = meer,plus il fiammiferi = lucifer la figlia = dochter la sorella = zuster lo zio = oom la zia = tante nipote = neef,nicht il marito = echtgenoot il cognato = zwager la cognata = schoonzuster il cugino = neef la cugina = nicht la macchina = auto, machine venezia = venetië verde = groen il letto = bed quattro = vier la sedia = stoel l`armadio = kast la tavola = tafel il vaso = vaas
Ingezonden op 19-06-2009 - 1343x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!