Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LOI Italiaans
› 4 capitolo quattro
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LOI Italiaans
, deel 1
4 capitolo quattro
Jaar 1 (mavo/havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sequire = volgen l ìsituto = instituut la lingua = taal il problema = probleem preferire = liever hebben sentire = horen la nostalgia = heimwee, nostalgie l`università = unverstiteit male = slecht, kwaad capire = begrijpen tutto = alle te = jou volere = willen tanto = veel rivedere = terugzien piuttosto = liever certo = zeker finire = eindigen l`anno = jaar senti = luister eens andare = gaan bere = drinken il caffè = koffie offrire = aanbieden d`accordo = akkoord abbastanza = tamelijk la testa = hoofd il dente = tand, kies stare = blijven la maglia = trui il foglio = blad, vel, papier guandagnare = verdienen ogni = ieder, elk lìnsegnante = leraar, lerares insegnare = onderwijzen accompagnare = begeleiden la scala = trap sciare = skiën lo sconto = korting lo sciopero = staking la scusa = excuus scendere = naar beneden gaan lo schema = schema la scula = school aspire = openen avvertire = berichten bollire = koken coprire = bedekken cucire = naaien dormire = slapen fuggire = vluchten partire = vertrekken pentirsi = berouw hebben servire = dienen soffrire = lijden vestire = aankleden il poeta ( i poeti ) = dichter il monarca ( i monarchi ) = monarch il diploma ( i diplomi ) = diploma il sistema ( i sistemi ) = systeem bello = mooi domani = morgen il mezzogiorno = twaalf uur il bar = cafe la televisione = televisie l`aperitivo = aperatief, borrel il cappucino = koffie met schuimende melk la pasta = gebakje il toast = tosti il panino = broodje la birra = bier il ristretto = sterke koffie mangiare = eten qualcosa = iets volentieri = graag il cameriere = ober, kelner dica ( dire ) = zegt u dopo = na po` = beetje quanto = heoveel allora = dan, welnu mille = duizend cento = honderd ecco = hier is het domandare = vragen viaggiare = reizen l`aereo = vliegtuig uno = een due = twee tre = drie quattro = vier cinque = vijf sei = zes sette = zeven otto = acht nove = negen dieci = tien undici = elf dodici = twaalf tredici = dertien quattodici = viertien quindici = vijftien sedici = zestien diciassette = zeventien diciotto = achttien diciannove = negentien venti = twintig ventiuno = 21 ventidue = 22 ventitré = 23 ventiquattro = 24 venticinque = 25 ventisei = 26 ventisette = 27 ventotto = 28 ventinove = 29 trenta = 30 quaranta = 40 cinquanta = 50 sessanta = 6 settanta = 70 ottanta = 80 novanta = 90 cento = 100 duemilla = 2000 tremila = 3000
Ingezonden op 19-06-2009 - 1412x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!