Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Oxford 3000 nieuw
› 10 List 10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Oxford 3000 nieuw
10 List 10
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
according to = volgens allied = verbonden to announce = aankondigen; bekendmaken an atom = een atoom to go bad = rotten beer = bier carefully = zorgvuldig; voorzichtig civil = beleefd; burgerlijk a collection = een verzameling to concentrate = concentreren to construct = bouwen; construeren to correct = corrigeren critical = kritisch a dancer = een danser correct = foutloos; juist; correct deliberately = opzettelijk a device = een apparaat discovery = ontdekking downwards = benedenwaarts; naar beneden east = het oosten to emerge = te voorschijn komen entertainment = vermaak to exaggerate = overdrijven to explore = onderzoeken to fancy = houden van; zich inbeelden to fill = vullen to focus = richten; concentreren to gather = verzamelen an increase = een toename to insist (on) = blijven bij; volhouden an invitation = een uitnodiging to justify = rechtvaardigen located = gelegen main = hoofd; voornaamste moreover = bovendien occupied = bezet to be opposed to = er op tegen zijn packaging = verpakking physically = lichamelijk to pound = kloppen properly = goed qualified = gekwalificeerd; geschikt a regulation = een regel a reputation = een reputatie rice = rijst a ruler = een regeerder; een liniaal a shelter = een bescherming; een schuilplaats to shelter = schuilen similar = gelijksoortig to smash = verpletteren a stage = een podium a stove = een kachel successfully = met goed gevolg; succesvol surroundings = omgeving a target = een doelwit; een doel trade = handel till = tot to trade = ruilen; handelen a turn = een beurt; een bocht to turn = draaien a union = een unie; een bond useful = nuttig; bruikbaar vital = vitaal willing = gewillig would = zou
Ingezonden op 15-03-2017 - 1195x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!