Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 7 Vocabolario 3 week 7 14.1, 14.2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
7 Vocabolario 3 week 7 14.1, 14.2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
lo Stato = de staat il territorio = het territorium, het grondgebied statale = staats-, overheids- difendere = verdedigen, beschermen il popolo = het volk la democrazia = de democratie il dominio = de heerschappij la monarchia = de monarchie la politica = de politiek il politico = de politicus (m/f) l'architetto = de architect(e) l'avvocato = de advocaat, de advocate il giudice = de rechter (m/f) l'ingegnere = de ingenieur (m/f) il medico = de arts (m/f) il ministro = de minister (m/f) la spia = de spion(ne), de verklikker, de verklikster la guardia = de bewaker, de bewaakster, de agent(e) la guida = de gids (m/f) il, la presidente = de president (m/f), de voorzitter (m/f) il Presidente del Consiglio = de minister-president, de premier la guardia del corpo = de lijfwacht il capo del governo = de regeringsleider, de eerste minister il governo = de regering, het kabinet cadere = vallen, ten val komen la caduta = de val ritirarsi = zich terugtrekken, terugtreden il parlamento = het parlement, de volksvertegenwoordiging l'opposizione (f) = de oppositie il deputato, la deputata = het kamerlid, de afgevaardigde il partito (politico) = de politieke partij votare = stemmen (op), kiezen il voto = de stem essere favorevole a qualcuno/qualcosa = vóór iemand/iets zijn il favore = de gunst, de dienst il privilegio = het privilege, het voorrecht la riforma = de herforming, de herziening pubblico, a = openbaar, publiek privato, a = privé-, privaat-, particulier la repubblica = de republiek repubblicano, a = republikeins democratico, a = democratisch verde = groen, van een 'groene' politieke partij i verdi (pl) = de 'groenen' socialista = socialistisch la femminista = de feministe il potere = de macht, het gezag, de bevoegdheid, het vermogen governare = regeren il sistema politico = het politieke systeem/stelsel corrotto, a = corrupt corruttibile = omkoopbaar il, la facista = de facist(e) il dittatore = de dictator la sede = de (kamer)zetel la Camera dei deputati = de Tweede Kamer, het Huis van Afgevaardigden il senato = de Eerste Kamer, het senaat il ministero = het ministerie il, la portavoce = de woordvoerder, de woordvoerster pronunciarsi contro/a favore di qualcosa = zich uitspreken tegen/vóór iets la maggioranza = de meerderheid la maggioranza parlamentare = de kamermeerderheid la minoranza = de minderheid le elezioni (pl) = de verkiezingen l'elettore, l'elettrice = de kiezer (m/f) eleggere = (ver)kiezen il referendum = het referendum, de volksstemming l'elenco = de lijst il bollettino = de bulletin, de nieuwsbrief fare una spiata = uit de school klappen, lekken spiare = (be)spioneren, bespieden lo spionaggio = de spionage l'organizzazione (f) = de organisatie l'amministrazione (f) = het bestuur, het beheer la pubblica amministrazione = het openbaar bestuur, de overheid la burocrazia = de bureaucratie il municipio = het gemeentehuis, het stadhuis l'ufficio = het kantoor, het bureau, de ambt, de taak il sindaco = de burgemeester (m/f) la carica = de taakstelling, de ambt in carica = in functie, dienstdoend la funzione = de functie, de ambt, de taak federale = federaal, bonds- la regione = de regio, het gewest regionale = regionaal l'amministrazione regionale = de regionale overheid la misura = de maatregel la provincia = de provincie il capoluogo = de hoofdstad (van gewest of provincie) residente = woonachtig l'abitante (m/f) = de inwoner, de inwoonster il cittadino, la cittadina = de (staats)burger (m/f), de stadsbewoner, de stadsbewoonster libero, a = vrij la polizia = politie il poliziotto, la poliziotta = de politieagent(e) la manifestazione = de betoging, de demonstratie, de manifestatie, het evenement la polizia stradale = de verkeerspolitie la multa = de boete, de bekeuring l'autorità pubblica, le autorità pubbliche (pl) = het openbaar gezag, de overheidsautoriteiten il comune = de gemeente comunale = gemeentelijk, gemeente- l'anagrafe (f) = het bevolkingsregister l'ufficio dello stato civile = de burgerlijke stand la residenza = de woonplaats fisso, a = vast il certificato = de verklaring, het bewijs il certificato di nascita = het geboortebewijs il certificato di nulla osta = de verklaring van geen bezwaar il certificato di buona condotta = de verklaring van goed gedrag la dichiarazione = de verklaring l'istituzione (f) = de instelling, de organisatie l'ente (m) = de instantie, het orgaan l'associazione (f) = de vereniging, het genootschap il membro = het lid i servizi (pl) = de diensten, de sevice, de dienstverlening l'assistenza sociale = de sociale dienst, de sociale dienstverlening, het maatschappelijk werk la questura = het hoofdbureau van politie (gevestigd in een provinciehoofdstad) l'organo = het orgaan il commissariato = het politiebureau l'ispettore, l'ispettrice = de inspecteur (m/f) la nomina = de benoeming nominare = benoemen (tot), noemen l'incarico = de opdracht, de taak incaricare di = belasten met, opdracht geven tot svolgere = uitoveren, verrichten l'inchiesta = het onderzoek, de enquete il compito = de taak principale = voornaamste, hoofd- la potenza = de macht, de invloed, het vermogen, de kracht
Ingezonden op 17-03-2017 - 885x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
22-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!