Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kenleer/Wetenschapsfilosofie
› 20 College 11 Kenleer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kenleer/Wetenschapsfilosofie
, deel 2
20 College 11 Kenleer
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Van wanneer tot wanneer leefde Donald Davidson? = Van 1917 tot 2003. Vertel wat over Donald Davidson? = Hij is geboren in Springfield. Hij heeft klassieke talen gestudeerd. Tijdens de tweede wereldoorlog zat hij op een schip op de middellandse zee en was hij betrokken bij de bevrijding van een land en zijn taak was om Amerikaanse soldaten te leren vijandige vliegtuigen te herkennen door silhouetten. Na de oorlog pakte hij zijn studie weer op. Hij heeft een brede belangstelling en zijn werk was ongewoon breed voor een analytisch filosoof. Hij heeft aan universiteiten gedoceerd, maar het langst tot zijn dood in California. Hij stierf aan een hardaanval. Hij was erg actief. Hij is een interessante filosoof, maar niet makkelijk. (Toch primaire tekst.) Een moderne klassieker. Er is een handleiding zij zijn boek uitgebracht. Hij heeft het over conceptuele schema’s en een derde dogma van het empirisme die Quine volgen hem over het hoofd heeft gezien. Ook heeft hij het over anomaal monisme en een gedachte-experiment swampman. Wat is volgens Davidson een conceptueel schema? = Er zijn verschillende manieren om dat te bekijken. Het systeem van taal en concepten waarmee wij de wereld ordenen en benoemen. ‘Ways of organizing experience.’‘Systems of categories that give form to the data of sensations.’ ‘Points of view from which individuals and cultures survey the passing scene.’ Het conceptueel schema is een wereldbeeld waarmee we de dingen in de wereld categoriseren en benoemen. Het punt is, filosofen van verschillende pluimage (verschillende afkomst/soorten) kunnen schema’s incommensurabel van zijn. Een conceptueel schema is breder dan een paradigma. Een paradigma beperkt zich tot wetenschap en een conceptueel schema is het complete wereldbeeld. Waarom zijn schema’s incommensurabel? = Omdat er volgens Kuhn geen objectieve maatstaf om te bepalen wel conceptuele schema of paradigma het beste is. De werkelijkheid binnen één systeem kan anders zijn binnen een anders systeem en we kunnen het niet vergelijken omdat we zelf vastzitten in een bepaald wereldbeeld. We kunnen een wereldbeeld ook niet naast de werkelijkheid leggen. Wat opent de deur naar relativisme (conceptueel relativisme)? = Het idee dat schema’s incommensurabel zijn. Wat is conceptueel relativisme? = Wat waar en werkelijk is, is altijd relatief aan een bepaald conceptueel schema. Waar heeft Davidson kritiek op? = Op filosofen die maar al te makkelijk een vorm van (conceptueel) relativisme en scepticisme aannemen. Wat stellen filosofen van verschillende Pluimage? = Schema’s kunnen incommensurabel zijn. De werkelijkheid is schema-afhankelijk (wat waar en werkelijk is binnen één systeem, hoeft dat niet te zijn in een ander systeem). We kunnen schema’s niet met elkaar vergelijken door (tijdelijk) buiten ons eigen schema te gaan staan. Wat is de Sapir-Whorf hypothese? = De taal die wij hebben bepaalt hoe wij de dingen benoemen en het bepaalt zelf ons denken. Iemand met een andere taal zal dingen anders benoemen, categoriseren en zelf anders denken. Wie zijn Sapir en Whorf? = Twee Amerikaanse taalkundigen. Er is een hypothese naar hen vernoemd. Whorf over Hopi-indianen (tijd is niet deelbaal). Whorf heeft onderzoek gedaan naar Hopi-indianen en die bleken geen idee te hebben van tijd. Ze hebben er geen concepten voor en delen eenheden van tijd ook niet in. En Whorf suggereert daarmee dat die indianen ook een hele andere metafysica hebben dan wij. Noem een paar voorbeelden van het conceptueel relativisme. = Whorf over Hopi-indianen (tijd is niet deelbaar). Kuhn’s paradigma’s: ‘Scientists operating within different paradigms live in different worlds.’ Strawson: ‘It is possible to imagine kinds of worlds very different from the world as we know it.’ (The Bounds of Sense, 15) Wat voor kritiek geeft Davidson op het conceptueel realisme? = Er schuilen paradoxen onder het verhaal van de relativisten. De notie van verschillende points of view is alleen hard te maken als je een gemeenschappelijk referentiekader hebt. Anders kun je niet spreken van een verschillende gezichtspunten, want dat moet verschillend zijn van iets en dat iets is het gemeenschappelijke referentiekader. Maar als er een gemeenschappelijk referentiekader hebben, hebben we iets gemeenschappelijks en dat ondergraaft dan het relativistische standpunt. De vraag of er radicale verschillende conceptuele schema’s bestaan, komt eigenlijk neer op de vraag of er onvertaalbare talen bestaan. Dat lijkt op het eerste gezicht mogelijk. Als de gezichtspunten verschillend zijn, dan zal ook ons zicht op het universum anders zijn en als onze taal anders is, zal het plaatje van de werkelijkheid anders is. Op het eerste gezicht lijkt het zo te zijn dat er onvertaalbare talen zijn. Davidson gaat er niet in mee. Een onvertaalbare taal is niet mogelijk, omdat gedrag/taal van een persoon alleen maar taal is als het vertaalbaar is. Als iemand onvertaalbare klanken produceert is er geen sprake van onvertaalbare taal, maar juist de afwezigheid van enige taal. Waarom gelooft Davidson niet in onvertaalbare talen? = Omdat gedrag/taal van een persoon alleen maar taal is als het vertaalbaar is. Als iemand onvertaalbare klanken produceert is er geen sprake van onvertaalbare taal, maar juist de afwezigheid van enige taal. Wat is het principle of charity volgens Davidson? = Het welwillendheidprincipe. Stel dat je terecht komt bij een vreemd en onbekend volk die een taal spreekt waar je niets van kunt bakken. Davidson zegt dat je dan het zogeheten principle of charity moet toepassen: het welwillendheidbeginsel. Je moet je welwillend opstellen en er vanuit gaan dat de spreker rationeel is en dat de meeste van zijn uitspraken waar zijn. Zo leer je het te begrijpen. Davidson voegt een dogma van het empirisme toe aan de twee dogma’s van Quine. Welke dogma is dit? = Het onderscheid tussen Conceptueel schema & Empirische inhoud, Scheme & Content, Taal & Ervaring, Iets subjectiefs (van onszelf) & Iets objectiefs (van de wereld) Wat bedoelt Davidson met: ‘I want to urge that this [..] dualism of scheme and content, of organizing system and something waiting to be organized, cannot be made intelligible and defensible. It is itself a dogma of empiricism, the third dogma. The third, and perhaps the last, for if we give it up it is not clear that there is anything disctinctive left to call empiricism.’ ? = Het onderscheid tussen ons denken etc. is niet vol te houden omdat ons denken al met de wereld is verbonden. Kennis van onszelf veronderstelt dat is het verbonden of zoiets. We hebben kennis van onszelf en kennis van anderen en de wereld en dat is allemaal met elkaar verbonden. Wat vindt Davidson van klassieke vraagstukken als: Bestaat er een wereld buiten mijn geest? Hebben anderen een bewustzijn zoals ik? = Dat soort klassieke filosofische vragen suggereren dat je exclusief toegang hebt tot je eigen mind en dat is zeker en een exclusief privédomein, maar of er ook iets daarbuiten is, is twijfelachtig. Davidson vindt dat onzin want de hele notie van zelfkennis veronderstelt al dat je kennis hebt van anderen en de wereld, want alle kennis die je hebt is tot stand gekomen door interactie met anderen en de wereld. Onze zelfkennis is tot stand gekomen via betrokkenheid met anderen en betrokkenheid met de wereld. Ze zijn wederzijds afhankelijk. Zal een diehard spectisist overtuigd zijn van Davidsons standpunten over klassieke filosofische vragen over andere minds? = Nee. Hoe denkt een solipsist over andere minds? = Dat er niets anders bestaat dan de eigen geest. Het hele universum bestaat in mijn geest en daarbuiten is er niets. De wereld is slechts een illusie van mijn geest. Waarom is de notie van een conceptueel schema niet coherent? = Omdat de triade van het zelf, de ander en de wereld de dichotomie van de subjectief-objectief, van scheme en content doorbreekt. Hoe zou Davidson reageren op de solipsist? = Je zou kunnen vragen: hoe ben je bij die positie gekomen? Miss een boek uit de bibliotheek. Davidson zou zeggen dat als dat boek er niet was je nooit bij die informatie was gekomen. Dat je informatie hebt, veronderstelt al interactie met de wereld. Wat zou een mildere vorm van solipsisme kunnen zijn? = Bij mij begint alles en vanuit daar kun je de rest leren kennen. Misschien bestaat er wel een wereld buiten mij, maar kan ik die kennen? Maar die kennis daarvan en dat je de wereld gaat leren kennen en je notie van jezelf heb je door je interactie met de wereld. Al die informatie die je van die wereld krijgt, hoeft niet per se allemaal waar te zijn. Je kunt altijd twijfelen. Waarom is de distinctie tussen scheme en content, tussen iets subjectiefs en iets objectiefs, tussen ons denken en de wereld niet vol te houden? = Omdat ons denken al (causaal, semantische en epistemisch) met objecten en gebeurtenissen in de wereld is verbonden. Kennis van onszelf en van anderen vooronderstelt al kennis van de wereld. Er is spare van een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie. Vertel wat over C.S. Pierce. = Brede filosoof. Hoort bij de drie grootste pragmatisten. Belangrijke uitspraak: Laten we niet in onze filosofie ontkennen wat we in ons hart weten wat waar is. Wat is anomaal monisme? = Er bestaan geen psycho-fysische wetten, dat wil zeggen, wetten die het fysische (neurale) eenduidig met het mentale verbinden. Er bestaan enkel fysische. Vandaar monisme. Er bestaan enkel correlaties, maar die correlaties zijn niet wetmatig. Er zijn geen wetten die mijn trek in een koekje verbinden met een hersentoestand. En de afwezigheid van strikte wetten is een onoverkomelijke barrière voor elke poging om het mentale te herleiden tot het kader van een fysicalistische (neuro)wetenschap. Wat is type fysicalisme? = Er bestaat een eenduidige correspondentie/ correlatie/ wetmatigheid van een hersentoestand en een mentale toestand. Een bepaalde hersentoestand is verbonden met een mentale toestand. Maar dit lijkt niet logisch, omdat mentale toestanden op verschillende manieren te realiseren zijn. Een voorbeeld die vaak wordt gegeven is pijn. Een hond kan ook pijn voelen, maar die zit neurologisch en fysiologisch heel anders in elkaar dan een mens en zo zit dat ook met elk ander dier. Een buitenaards wezen kan miss ook pijn voelen en een robot in de toekomst wellicht ook. Daarom is Type fysicalisme ingewisseld door Token fysicalisme. Wat is Token fysicalisme? = We hebben een mentale toestand en die kan worden gerealiseerd door hersentoestand A, B, C etc. Verschillende fysische toestanden kunnen dezelfde mentale toestand realiseren. Er is sprake van meervoudige realisatie. Verschillende fysische toestanden kunnen dezelfde mentale toestand realiseren. Maar verschillende mentale toestanden kunnen niet door dezelfde fysische toestand worden gerealiseerd. Er bestaan geen wetmatige relaties tussen mentale toestanden en fysische toestanden. Je krijgt altijd te maken met het probleem van meervoudige realisatie. Een mentale toestanden kan misschien wel door oneindig veel fysische toestanden gerealiseerd worden. Is het anomaal monisme van Davidson hetzelfde als type of als token fysicalisme? = Als token fysicalisme of meervoudige realisatie. Wat is Supervenience? = Bovenop komen. Er komt iets extra’s bovenop. Mentale eigenschappen superveniëren op fysische eigenschappen. Eigenschap A supervenieert op eigenschap B, indien er geen verandering in eigenschap A kan zijn zonder een verandering in eigenschap B. Als er iets in A verandert, verandert er ook iets in B. Als er iets in B verandert, hoedt er niets in A te veranderen. Het is een onafhankelijke relatie. Het is ook weer gerelateerd met een ander concept. Met emergentie. Het is wat los komt bij een complex systeem. Onze wereld heeft verschillende lagen. Een fysische, een chemische een biologische en een mentale laag en een culturele laag. En je zou kunnen zeggen dat die verschillende lagen niet alleen op elkaar superveniëren, maar ook emergent zijn. Als je op klimt op deze lagen, duiken er nieuwe eigenschappen op die je eerder niet ziet. Ook al is alles fysisch van aard (onderste laag) dan nog is er geen wetmatige relatie tussen deze lagen en hoeft het niet invloed uit te oefenen. Het is een onafhankelijke relatie. Meervoudige realisatie. Davidsons anaal monisme is een vorm van niet-reductionistisch fysicalisme. Wat wil dat zeggen? = We kunnen het bovenste domein nooit helemaal reduceren tot het lagere domein. De mind is dus niet-reduceerbaar. De psychologie is, als dit klopt dat het mentale supervenieert op het logische, dan een autonome wetenschap en kan nooit als hersenwetenschap gezien worden. Niet omdat de mind onstoffelijk is, maar omdat het fysisch is en het op verschillende manieren gerealiseerd kan worden of zoiets. Elke laag van de werkelijkheid is autonoom en kan niet worden herleid tot een diepere laag. PP over anaal monisme: Er bestaan geen psycho-fysische wetten, d.w.z. wetten die het fysische (neurale) eenduidig met het mentale verbinden. Er bestaan enkel fysische dingen (monisme), maar het mentale is niet op een wetmatige wijze gerelateerd aan het fysische (anomaal = niet regel- of wetmatig). Er bestaan natuurlijk correlaties tussen het fysische en het mentale, maar deze correlaties zijn niet wetmatig. Als ik trek heb in een koekje, loop ik naar de keuken om de koekjestrommel te pakken. Mijn trek in een koekje veroorzaakt bepaalde fysische veranderingen in mijzelf (mijn brein) en in de wereld. Maar er zijn geen wetten die mijn trek in een koekje verbinden met deze fysische veranderingen. De afwezigheid van strikte wetten is een onoverkomelijke barrière voor elke poging om het mentale te herleiden tot het kader van een fysicalistische wetenschap. Davidson’s anomaal monisme is een vorm van niet-reductionistisch fysicalisme. Alles in de werkelijkheid is van fysische aard, inclusief onze mind. Maar omdat er geen psycho-fysische wetten bestaan, kunnen mentale toestanden niet eenduidig worden gereduceerd tot fysische toestanden. De mind is dus niet reduceerbaar. Niet omdat de mind iets niet-fysisch is, maar omdat het mentale supervenieert op het fysische. Uit welk jaar is Swampman een gedachte-experiment? = Uit 1987. Van wie is het gedachte-experiment Swampman? = Een gedachte-experiment van Davidson. Davidson heeft het niet uitgewerkt, maar filosofen na hem hebben er veel aandacht aan besteed, waardoor het een eigen leven is gaan leiden. Hoe gaat het gedachte-experiment Swampman? = Davidson trekt de natuur in en komt in een landschap en er breekt onweer uit. Davidson wordt getroffen door de bliksem en zijn lichaam valt uit elkaar in atomen. Verderop slaat de bliksem in in een dode boom en die boom wordt fysisch hetzelfde als Davidson. Dat is Swampman. Die vervolgt zijn weg en gaat naar huis, naar zijn kinderen en vrouw en die zullen geen verschil merken, want het is een exacte fysische kopie. Maar er is volgens Davidson wel degelijk een verschil, want Swampman heeft helemaal geen mentale toestanden, omdat hij nooit contact met anderen in de wereld heeft gehad. Hij praat wel, maar het zijn loze woorden. Hij lijkt gedachte te hebben, maar dat heeft hij niet, omdat hij geen causale geschiedenis gedachten heeft gehad. Dit is een raar standpunt die Davidson niet in zou moeten nemen. Het is tegenstrijdig met het idee dat als twee dingen fysisch identiek zijn, zijn ze ook mentaal identiek. Waarom zijn gedachte-experimenten zo belangrijk? = Doormiddel van gedachte-experimenten hebben wij de grootste doorbraken gemaakt in de geschiedenis. Gallilei, Einstein, etc. hebben gebruik gemaakt van gedachte-experimenten. Waarom is Davidsons gedachte-experiment tegenstrijdig met wat hij zegt? = Omdat hij ook zegt dat een exacte fysische kopie ook een mentale kopie moet zijn. Alle herinneringen moeten er ook zijn. De filosofische vraag is dan: Kun je herinneringen hebben aan iets wat je niet hebt meegemaakt? Swampman heeft wel herinneringen, maar aan dingen die hij niet echt heeft meegemaakt en daarom heeft hij geen gedachten volgens Davidson. Het is eigenlijk een zombie. Want hij mist de causale geschiedenis van de betrokkenheid en interactie met de wereld en anderen. Maar dan nog, als het een exact fysische kopie is, is het ook een exact mentale kopie. Vanaf het moment dat die Swampman wordt gerealiseerd zal hij een eigen leven leiden en eigen herinneringen maken. Maar hij heeft alle herinneringen van Davidson, maar hij heeft het allemaal niet meegemaakt. Het is inconsequent wat hij zegt. Het volgt niet uit zijn premissen. Eigenlijk zou hij moeten zeggen dat het een exacte kopie is, ook mentaal. Kan er iets bestaan als een filosofische zombie? = Het is een wezen dat eruit ziet zoals wij, praat zoals wij en functioneert zoals wij, maar eigenlijk geen bewustzijn hebt, al zegt hij van wel. Het lijkt niet te kunnen, maar er zijn voorbeelden in de wetenschap die laten zien dat we helemaal geen bewustzijn nodig hebben. Er bestaat een medische aandoening blindzien. Die mensen claimen blind te zijn, maar ze zien in werkelijk wel iets. Als ze gevraagd wordt te gokken wat ze zien, scoren ze veel hoger dan de waarschijnlijkheidsregel. Dan kan alleen als ze het zien, ook al zijn ze zich er niet bewust van dat ze het zien. Zien en het verwerken van signalen kan dus zonder bewustzijn. Dat opent de mogelijkheid tot filosofische zombies. Dat is ook met Swampman. Hij heeft de herinneringen, maar omdat hij het niet heeft meegemaakt is hij zich er niet bewust van. Je zou ook kunnen zeggen dat als Swampman een zombie is en hij is een exacte kopie van Davidson. Dan moet de echte Davidson ook een zombie zijn. Welk dogma heeft Quine over het hoofd gezien volgens Davidson? = Het onderscheid tussen Conceptueel schema & Empirische inhoud, Scheme & Content, Taal & Ervaring, Iets subjectiefs (van onszelf) & Iets objectiefs (van de wereld) Waarom is dit ‘derde dogma’ onhoudbaar volgens Davidson? = Omdat ons denken al met de wereld is verbonden. Kennis van onszelf veronderstelt dat is het verbonden of zoiets. We hebben kennis van onszelf en kennis van anderen en de wereld en dat is allemaal met elkaar verbonden. ?? Op welke gronden verwerpt Davidson het idee dat er incommensurabele schema’s kunnen bestaan? = Er schuilt een paradox onder en het vooronderstelt onvertaalbare talen, waar Davidson niet in gelooft. Als een taal onvertaalbaar is, is er sprake van afwezigheid van taal. Welke consequenties hebben Davidson’s ideeën voor het conceptueel relativisme? = Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat men gaat inzien dat je de wereld niet direct anders ziet als je een ander conceptueel schema hebt. Davidson heeft kritiek op de mensen die te snel een relativistische positie aannemen. Het zal minder populair zijn geworden als men in ziet dat een conceptueel schema niet bepaalt wat waar en werkelijk is. ?? Wat behelst het zogeheten ‘anomaal monisme’ van Davidson? = Het token fysicalisme met meervoudige realisatie. Het idee dat een mentale toestand door verschillende hersenprocessen kan worden veroorzaakt. En het superveniëren op verschillende fysische eigenschappen. Je kan wel omhoog gaan maar niet omlaag (of andersom). Het fysische heeft wel invloed op de mentale toestanden, maar je kan er niet bij of zoiets. ?? Wat behelst Davidsons gedachte-experiment ‘swamp man’? = Davidson trekt de natuur in en komt in een landschap en er breekt onweer uit. Davidson wordt getroffen door de bliksem en zijn lichaam valt uit elkaar in atomen. Verderop slaat de bliksem in in een dode boom en die boom wordt fysisch hetzelfde als Davidson. Dat is Swampman. Die vervolgt zijn weg en gaat naar huis, naar zijn kinderen en vrouw en die zullen geen verschil merken, want het is een exacte fysische kopie. Maar er is volgens Davidson wel degelijk een verschil, want Swampman heeft helemaal geen mentale toestanden, omdat hij nooit contact met anderen in de wereld heeft gehad. Hij praat wel, maar het zijn loze woorden. Hij lijkt gedachte te hebben, maar dat heeft hij niet, omdat hij geen causale geschiedenis gedachten heeft gehad. Dit is een raar standpunt die Davidson niet in zou moeten nemen. Het is tegenstrijdig met het idee dat als twee dingen fysisch identiek zijn, zijn ze ook mentaal identiek. Het is tegenstrijdig, omdat hij ook zegt dat een exacte fysische kopie ook een mentale kopie moet zijn. Alle herinneringen moeten er ook zijn. De filosofische vraag is dan: Kun je herinneringen hebben aan iets wat je niet hebt meegemaakt? Swampman heeft wel herinneringen, maar aan dingen die hij niet echt heeft meegemaakt en daarom heeft hij geen gedachten volgens Davidson. Het is eigenlijk een zombie. Want hij mist de causale geschiedenis van de betrokkenheid en interactie met de wereld en anderen. Maar dan nog, als het een exact fysische kopie is, is het ook een exact mentale kopie. Vanaf het moment dat die Swampman wordt gerealiseerd zal hij een eigen leven leiden en eigen herinneringen maken. Maar hij heeft alle herinneringen van Davidson, maar hij heeft het allemaal niet meegemaakt. Het is inconsequent wat hij zegt. Het volgt niet uit zijn premissen. Eigenlijk zou hij moeten zeggen dat het een exacte kopie is, ook mentaal.
Ingezonden op 20-03-2017 - 1330x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!