Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans Delf SGN
› 3 Q3 woorden Frans-Nederlands
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans Delf SGN
3 Q3 woorden Frans-Nederlands
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
B: accomplir = behalen; vervullen l'arbitre (m) = de scheidsrechter attaquer = aanvallen se battre contre = strijden tegen; vechten tegen la bonne cause = het goede doel le but = het doel célèbre = beroemd convaincre de = overtuigen van le corps = het lichaam le courage = de moed la course = de wedstrijd la date de naissance = de geboortedatum décontracté = ontspannen l'exploit (m) = heldendaad la force mentale = de mentale kracht gagner = winnen le lieu de naissance = de geboorteplaats marquer un but = een doelpunt maken mériter = verdienen obtenir = verkrijgen; krijgen perdre = verliezen le poids= het gewicht profiter de = voordeel behalen uit; eruit halen le sentiment = het gevoel sévère = streng la taille = de lengte taper dans l'oeil = in het oog springen le terrain = het veld tomber malade = ziek worden la victoire = de overwinning C: accorder = toekennen l'adversaire (m) = de tegenstander aller jusqu'au bout = tot het einde gaan avoir confiance en soi = zelfvertrouwen hebben chaque = elk; elke combatif = aanvallend le coureur = de renner le début = het begin déclarer = verklaren se dérouler = plaatsvinden la dispute = de ruzie donner le feu vert = groen licht geven en général = over het algemeen s'endomir = gaan slapen; in slaap vallen s'entraîner = trainen le fait = het feit faire son apparition = verschijnen la fin = het einde hors du common = buitengewoon le long de = langs lorsque = toen; wanneer le maillot = het sportshirt des milliers = duizenden l'opportunité (v) = de mogelijkheid par vengeance = uit wraak poursuivre = achtervolgen représenter = vertegenwoordigen le spectateur = de toeschouwer le sport de combat = de vechtsport surnommé = bijgenaamd D: accro = verslaafd l'altitude = de hoogte (in de bergen) angoissant = beangstigend l'appréhension = de angst atteindre = bereiken avoir de l'experience = ervaring hebben avoir droit à = recht hebben op avoir du mal à = moeite hebben om avoir peur de = bang zijn voor ça m'énerve = het irriteert me captivant = spannend, boeiend car = want le casque = de helm déniger = denigreren; zwart maken ensuite = vervolgens expérimenté = ervaren (bijv. nw.) freiner = remmen hebdomadaire = wekelijks le licencié = het lid (van een club) le niveau requis = het vereiste niveau la notion = de definitie; de notie par contre = daarentegen pourtant = echter; toch la pratiquant = de deelnemer sauter = springen la sueur = het zweet tant pis = jammer le vertige = de hoogtevrees le vide = de leegte voler = vliegen
Ingezonden op 22-03-2017 - 1128x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
13-04-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!