Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
twf9
› 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
twf9
hoofdstuk 9
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
accrocher qc = iets ophangen appeler qn = iemand opbellen apprendre qc = iets leren apprendre qc a qn = iemand iets leren classer = ordenen contester = protesteren couper = knippen creer = arbeidsplaatsen scheppen decouper = uitknippen delocaliser = verplaatsen deposer son bilan = faillissement aanvragen des ciseaux = een schaar des tenailles = een nijptang devenir = worden dicter = dicteren economique = economisch economiser = sparen embaucher = aannemen employer = gebruiken employer = in dienst hebben engagner = in dienst nemen experimente = ervaren faire carriere = carriere maken faire le pont = er een lang weekend van maken faire les trois huit = in ploegendienst werken faire marcher qc = iets aan de gang krijgen faxer qc a qn = iemand iets faxen fixer qc = iets vastmaken gagner = verdienen l'activite profesionnelle = de beroepsbezigheid l'administration = het bestuur l'allocation chomage = de werkloosheidsuitkering l'armee = het leger l'economie = de economie l'embauche = de baan l'emploi = het werk l'en tete = het briefhoofd l'encre = de inkt l'enseignement = het onderwijs l'horaire a la carte = de variabele werktijden l'hotellerie = het hotelwezen l'interim = de vervanging l'outillage = het gereedschap la colle = de lijm la delocalisation = de verplaatsing la faillite = het faillissement la formation professionelle = de beroepsopleiding la lutte = de strijd la medecine = de geneeskunde la mondialisation = de globalisering la periode d'essai = de proefperiode la population active = de beroepsbevolking la rationalisation = de stroomlijning la restauration = het resaurantbedrijf la retraite = het pensioen la vie professionnelle = het beroepsleven le batiment = de bouw le chomage = de werkeloosheid le chomage partiel = de tijdverkorting le commerce = de handel le conge = het verlof le licenciement = het ontslag le main d'oeuvre = de arbeidskrachten le mode d'emploi = de gebruiksaanwijzing le montage= de montage le papier = het papier le partage du travil = de arbeidsverdeling le perfectionnement = de bijscholing le pouvoir d'achat = de koopkracht le recyclage = de bijscholing le ruban adhesif = het plakband le siege social = het hoofdkantoor le spectacle = de voorstelling le traitement = het salaris les charges annexes = de loonheffingen les debouches = de toekomstmogelijkheden les fournitures = de benodigheden les professioms liberales = de vrije beroepen les professions medicales = de medische beroepen les ressources = de middelen les revenus = de inkomsten les transports commun = het openbaar vervoer licencier = ontslaan limer = vijlen lutter = strijden mener une action = actie voeren monter qc = iets monteren occuper un poste = een functe bekleden patronal = werkgevers- percer = boren photocopier = fotokopieren poser sa candidature = solliciteren postuler a = solliciteren naar qualifie = gekwalificeerd raboter = schaven rappeler qn = iemand terugbellen rationaliser = stroomlijnen renvoyer = ontslaan reparer = repareren revendiquer = eisen scier = zagen se perfectionner = zich bijscholen se recycler = zich bijscholen se reunir = bijeenkomen se servir de = gebruiken se specialiser = zich specialiseren supprimer = arbeidsplaatsen schrappen surligner = markeren syndical = vakbonds- telephoner a qn = iemand bellen travailler a son compte = eigen baas zijn un accord = een akkoord un accord sur les salaires = een loonakkoord un agenda = een agenda un appel = een telefoontje un apprenti = een leerling un apprentissage = een scholing un artisan = een handwerksman un atelier = een atelier un bijoutier = een juwelier un bloc notes = een blocnote un boucher = een slager un boulanger = een bakker un boulon = een bout un boulot = een baan un bureau = een bureau un burin = een beitel un cadre = een manager un caissier = een kassier un calendier = een kalender un canif = een zakmes un cederom = een cd rom un charcutier = een slager un chirurgien = een chirurg un chomeur = een werkeloze un classeur = een klapper un clou = een spijker un commercant = een winkelier un comptable = een boekhouder un contremaitre = een opzichter un couvreur = een dakdekker un crayon = een potlood un cultivateur = een landbouwer un demandeur = een werlzoekende un depot de bilan = een faillissementsaanvraag un depute = een afgevaardigde un dictaphone = een dictafoon un ecrivain = een schrijver un ecrou = een moer un educateur = een pedagoog un employe = een werknemer un employeur = een werkgever un enseignant = een leerkracht un entrepeneur = een ondernemer un estheticien = een schoonheidsspecialist un etabli = een werkbank un etau = een bankschroef un facteur = een postbode un fax = een fax un feutre = een viltstift un fichier = een kaartsysteem un functionnaire = een ambtenaar un garcon = een ober un gardien = een bewaker un generaliste = een huisarts un gerant = een bedrijfsleider un greviste = een staker un heure sup = een overuur un hotelier = een hotelhouder un infirmier = een verpleegkundige un instit = een onderwijzer un instituteur = een onderwijzer un interprete = een tolk un jardinier = een hovenier un job = een baantje un jour ferie = een feestdag un jour ouvrable = een werkdag un juge = een rechter un libraire = een boekhandelaar un lock out = een uitsluiting un macon = een metselaar un maire = een burgemeester un manoeuvre = een ongeschoolde arbeider un marchand = een marktkoopman un marin = een zeeman un marqueur = een stift un marteau = een hamer un mecanicien = een monteur un medecin = een arts un menuisier = een timmerman un metier = een vak un metre (pliant) = een duimstok un niveau a bulle = een waterpas un opticien = een opticien un ordinateur = een computer un outil = een stuk gereedschap un patissier = een banketbakker un patron = een werkgever un paysan = een boer un peintre = een schilder un photocopieur = een kopieerapparaat un plombier = een loodgieter un pompier = ee brandweerman un portable = een laptop un poste = een baan un postier = een postambte un preavis de greve = een stakingsaankondiging un procureur = een zaakgelastigde un rabot = een schaaf un repondeur = een antwoordapparaat un representant = een vertegenwoordiger un restaurateur = een restauranthouder un retraite = een gepensioneerde un salaire = een salaris un scanner = een scanner un scanneur = een scanner un secretaire = een secretaris un serveur = een ober un stage = een stage un stagiaire = een stagiair un stylo bille = een balpen un stylo plume = een vulpen un surligneur = een marker un syndicat = een vakbond un telecopieur = een fax un telephone = een telefoon un timbre = een postzegel un tiroir = een lade un tournevis = een schroevendraaier un travail manuel = een handarbeid un trombone = een paperclip un vendeur = een verkoper un videoprojecteur = een beamer une affaire = een zaak une agrafe = een nietje une agrafeuse = een nietapparaat une cartouche = een inktpatroon une chaise = een stoel une chemise = een map une cheville = een plug une cle = een sleutel une consultation de la base = een raadpleging van de achterban une contestation = een protest une demande d'emploi = een sollicitatie une echelle = een ladder une enterprise = een onderneming une enveloppe = een envelop une etagere = een rek une femme de menage = een huishoudelijke hulp une fiche = een fiche une greve = een staking une hache = een bijl une heure supplementaire =een overuur une imprimante = een printer une indemnite = een vergoeding une lampe poche = een zaklamp une lime = een vijl une manif = een demonstratie une manifestation = een demonstratie une negociation = een onderhandeling une offre d'emploi = een vacature une perceuse (electrique) = een boormachine une photocopie = een fotokopie une photocopieuse = een kopieerapparaat une pile = een batterij une pince = een tang une prime = een premie une reparation = een reparatie une reunion = een vergadering une revendication = een eis une salle de reunion = een vergaderzaal une scie = een zaag une societe = een vennootschap une table = een tafel une telecopie = een fax une truelle = een troffel une vis = een schroef utiliser = gebruiken
Ingezonden op 24-03-2017 - 288x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!