Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans contexte
› 10 Alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans contexte
10 Alles
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le bulletin = het rapport le cahir = het schrift le, la camarade = de kameraad; de vriend(in) capable = in staat; geschikt; bekwaam la classe = de klas; het klaslokaal le collège = eerste vier jaar van het voortgezet onderwijs le crayon = het potlood les devoirs = het huiswerk l'école = de school l'élève = de leerling l'emploi du temps = het rooster la formation = de opleiding le groupe = de groep intéressé = geïnteresseerd le lycée = laatste drie jaar van het voortgezet onderwijs mal = slecht la matière = het vak scolaire = school- souligner = onderstrepen; benadrukken le stylo = de pen le tableau = het schoolbord appliqué = ijverig l'apprentissage = de beroepsopleiding l'aptitude = de aanleg l'avertissement = de waarschuwing effacer = uitvegen l'explication = de uitleg l'exposé = de spreekbeurt ignorer = negeren; niet weten/kennen l'inscription = de inschrijving inscrire = inschrijven la recommandation = de aanbeveling la rentrée = het begin van het nieuwe cursusjaar reproduire = herhalen; weer maken/doen sévère = streng le stage = de stage absent = afwezig l'allemand = Duits l'anglais = Engels apprendre = leren la biologie = biologie le calcul = de som; de berekening; rekenen la chimie = scheikunde compter = tellen le cours = de les; de cursus la définition = de definitie; de omschrijving diviser = delen; verdelen la devision = de deling; de verdeling l'enseignant = de leerkracht; de leraar/lerares l'enseignement = het onderwijs; het lesgeven enseigner = lesgeven l'erreur = de fout; de vergissing l'espagnol = Spaans l'exemple = het voorbeeld l'exercise = de oefening la faute = de fout le français = Frans la géographie = aardrijkskunde la gym = gymnastiek; gym l'histoire = geschiedenis le latin = Latijn la leçon = de les lever = omhoogdoen; opsteken le maître = de onderwijzer(es); de leraar; de lerares les maths = wiskunde multiplier = vermenigvuldigen la physique = natuurkunde présent = aanwezig le prof, le professeur = de leraar/lerares; de docent(e) recopier = overschrijven coller = plakken; laten nablijven dispenser = vrijstellen; dispensatie verlenen l'éducation artistique = kunstzinnige vorming; CKV l'éducation civique = burgerschapskunde; maatschappijleer l'éducation physique (et sportive) = lichamelijke opvoeding élémentaire = basis-; elementair fort, forte = intelligent; goed la fraction = de breuk l'instituteur, l'institutrice = de onderwijzer(es) le manuel = het lesboek; het leerboek la marge = de kantlijn, de marge le mot d'excuse = het briefje le professeur des écoles = de leerkracht punir = straffen résumer = samenvatten le concours = het vergelijkend examen les études = de studie l'étudiant, l'étudiante = de student étudier = studeren; bestuderen; leren la faculté = de faculteit l'institut = het instituut la méthode = de methode; de leergang les notions = de grondbeginselen; de basiskennis la pratique = de praktijk le professeur = de professor; de hoogleraar universitaire = universitair; universiteits- l'université = de universiteit analyser = analyseren; onderzoeken la bibliothèque = de bibliotheek le droit = rechten; het recht l'informatique = informatica la linguistique = taalkunde; taalwetenschap la médecine = geneeskunde; medicijnen orienter = richten; sturen la philosophie = filosofie la phychologie = psychologie le séminaire = de werkgroep; het werkcollege la sociologie = sociologie théorique = theoretisch la thèse = de stelling; het proefschrift complexe = ingewikkeld; complex la composition = het proefwerk le contrôle = het so; de schriftelijke overhoring difficile = moeilijk difficilement = moeilijk; met moeite la difficulté = de moeilijkheid l'épreuve = de toets; het examen l'essai = de poging excellent, excellente = uitstekend; zeer goed facile = makkelijk faux; fausse = onjuist; fout inconnu, inconnue = onbekend l'interrogation = de overhoring interroger = overhoren; vragen stellen le niveau = het niveau noter = opschrijven; noteren; een cijfer geven passer = afleggen résoudre = oplossen le résultat = de uitslag réussir = slagen simple = eenvoudig la solution = de oplossing admettre = toelaten le baccalauréat, le bac = het eindexamen compliqué, compliquée = ingewikkeld; moeilijk correct, correcte = juist; correct corriger = corrigeren; verbeteren; nakijken le diplôme = het diploma le doctorat = de doctorsgraad; het doctoraat échouer = zakken l'évaluation = de evaluatie; de toets la facilité = de vaardigheid; de aanleg insuffisant, insufficante = onvoldoende médiocre = matig; middelmatig la moyenne = de voldoende; het gemiddelde négatif, négative = negatief; slecht la note = het cijfer positif, positive = positief; goed réviser = opnieuw bestuderen; herhalen la révision = de herhaling satisfaisant, satisfaisante = voldoende suffisant, suffisante = voldoende le test = de test; de toets
Ingezonden op 26-03-2017 - 253x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!