Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
groken
› 21 latijn 49-97
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
groken
, deel 170
21 latijn 49-97
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
maneo = manere, mansi, mansum, blijven metuo = metuere, metui, vrezen misceo = miscere, miscui, mixtum, mengen mitto = mittere, misi, missum, zenden moveo = movere, movi, motum, bewegen nolo = nolle, nolui, niet willen nosco = noscere, novi, notum, leren kennen pario = parere, peperi, voortbrengen pello = pellere, pepuli, pulsum, voortdrijven peto = petere, petivi, petitum, zoeken,vragen, trachten te bereiken pono = ponere, posui, positum, plaatsen posco = poscere, poposci, eisen possum = posse, potui, kunnen premo = premere, pressi, pressum, drukken quaero = quaerere, quaesivi, quaesitum, vragen rapio = rapere, rapui, raptum, roven rego = regere, rexi, besturen relinquo = relinquere, reliqui, relictum, achterlaten,verlaten respondeo = respondere, respondi, responsum, antwoorden rideo = ridere, risi, lachen rumpo = rumpere, rupi, ruptum, breken ruo = ruere, rui, zich haasten scribo = scribere, scripsi, scriptum, schrijven sedeo = sedere, sedi, zitten sentio = sentire, sensi, sensum, merken, voelen sino = sinere, sivi, situm, toestaan sisto = sistere, stiti, plaatsen, doen staan solvo = solvere, solvi, solutum, losmaken statuo = statuere, statui, statutum, besluiten sto = stare, steti, staan struo = struere, struxi, structum, bouwen suadeo = suadere, suasi, suasum, aanraden sum = esse, fui, zijn sumo = sumere, sumpsi, sumptum, nemen surgo = surgere, surrexi, surrectum, opstaan tango = tangere, tetigi, tactum, aanraken tego = tegere, texi, tectum, bedekken teneo = tenere, tenui, vasth houden tollo = tollere, sustuli, sublatum, optillen traho = trahere, traxi, tractum, trekken tremo = tremere, tremui, trillen veho = vehere, vexi, vervoeren venio = venire, veni, ventum, komen verto = vertere, verti, wenden, keren video = videre, vidi, visum, zien vinco = vincere, vici, victum, overwinnen vivo = vivere, vixi, victu, leven volo = velle, volui, willen volvo = volvere, volvi,volutum, wentelen, draaien
Ingezonden op 26-03-2017 - 610x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!