Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
DiagnostiekenAssessment
› 4 hc 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
DiagnostiekenAssessment
, deel 4
4 hc 4
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Validiteit = De mate waarin interpretaties van testscores voor het boedelde testgebruik ondersteund kunnen worden door bewijs en theoretische achtergrond. (meet de toets wat het zou moeten meten) BEDENK, niet de schaal is valide, maar de SCORES op de schaal zijn valide op het doel van het onderzoek. Opdracht van de KNVB voetballers vinden voor de toekomst. Wat moet je dan voor een stappen ondernemen = 1. Wat is het bedoelde gebruik van de data (voor de toekomst dus tussen 6 en 9. Zijn die spelers inderdaad de toekomstige spelers voor het NL elftal ) 2. Dan bedenk je je hoe gaan wij dit doen en wat gaan wij meten en hoe. ( Identificeren talentvolle Nederlandse voetballers. Wat kan je doen? Lees de literatuur en vraag experts Nou.. kijk bijv naar een bepaalde schaal.. bijv Voetbal vaardigheidsschaal. Zo scoor je ze bijv op een aantal elementen van voetbal (Hooghouden, overspelen, Dribbelen, koppen etc) . de ene krijgt bijv een VVS van 12 en de ander van 19. Maaaar weet je nu de BETEKENIS van de scores? De scores moeten wel GEINTERPRETEERD WORDEN. 3. Hoe gaan wij evalueren hoe ‘goed’ de scores van het meetinstrument zijn? Voetbalvraag. Hoe gaan we bewijs verzamelen of het bedoelde gebruik van de data gaat kloppen = is er verschil tussen Ajax en Blauw zwart. Geef Ajax een score en Blauw zwart. Dan hoort Ajax hoger te scoren. Validiteit en de voetbalvraag. Wat is het bedoelde gebruik van de data (bijv voetballers vinden voor de TOEKOMST. Dus nu moeten ze tussen de 6 en 9 jaar oud zijn bijv) Dan bedenk je je hoe gaan wij dit doen en wat gaan wij meten en hoe. Identificeren talentvolle Nederlandse voetballers. Wat kan je doen? Lees de literatuur en vraag experts Nou.. kijk bijv naar een bepaald eschaal.. bijv Voetbal vaardigheidsschaal. Zo scoor je ze bijv op een aantal elementen van voetbal (Hooghouden, overspelen, Dribbelen, koppen etc) . de ene krijgt bijv een VVS van 12 en de ander van 19. Maaaar weet je nu de BETEKENIS van de scores? De scores moeten wel GEINTERPRETEERD WORDEN. Wat vraag je je dan af? = wat is de schaal van de VVS (voetbal vaardigheidsschaal) (zijn hogere scores beter dan lagere scores? Is een verschil van 2 punten groot of klein?) / Zijn scores vergelijkbaar tussen (verschillende leeftijden./ verschillende posities/ jongens en meisjes) Voor wat voor een gebruik is een score valide = voor specifiek gebruik, hiervoor is wel bewijs nodig Er is maar 1 type validiteit = constructvaliditeit Typen bewijs voor validiteit (4 bronnen voor validiteit) = content-related evidence / criterion related evidence / evidence related to internal structure / evidence related to respondse processes/ Het type bewijs dat nodig is verschilt bij situatie Consequential Basis, of te welConsequenties van testen (consequential evidence.. wat zijn de consequenties van score interpretaties en testgebruik bedoeld of onbedoeld) = waarden en normen (bijv, suariz, moet hij de gouden voetballer winnen? Hij si goed, maar geen normen en waarden) / maatschappelijke consequenties (suariz is geschorst voor 9 internationale wedstrijden). Deze is nodig voor construct validiteit van bijv het voetbalvermogen Construct validiteit = Verschillende bronnen van bewijs. DAT wil je meten. Dus bij de voetbal vraag is het construct bijv voetbalvaardigheid. (zou ook leesvaardigheid kunnen zijn bijv ) . Dus stel je krijgt inderdaad de vraag om voetballers te zoeken voor de toekomst. Dan maak je een schaal waarop je de voetbalvaardigheid meet. Dat is dan het construct. (zelfde geld voor een toets die leesvermogen meet, dan is leesvermogen het construct) Evidential basis = een soort net van bewijs. Het is de basis voor bewijs van validiteit van verschillende scores. Dus bijv leeftijd/groepsstatus/ leraar oordeel/ verbetering in het lezen, dat is allemaal bewijs voor het construct leesvermogen. (er zijn 4 typen bewijs voor validiteit / het type dat nodig is verschilt per situatie / assessment voor diagnose is een specifieke situatie ) Content-related bewijs = Inhoudsbewijs (hoort onder evidential basis en is een type bewijs voor validiteit) relatie inhoud van de test moet overeenstemmen met het construct of domein waarvoor de test ontworpen is. Het instrument wordt ontwikkelt op basis van literatuur en experts. CITO is daar bijvoorbeeld een voorbeeld van. Deze heeft veel content validiteit.. we willen we dat ze geleerd hebben aan het einde van het VWO bijvoorbeeld. DUS…meet het instrument wat we willen weten over de inhoud?! (kijkt naar de mate waarin de test het construct in kwestie meet. Is de test een representatieve afspiegeling van het kennisdomein? De volledigheid van de test speelt hierbij dus een rol.) Er zijn een aantal stappen voor content-related bewijs = 1./ identificeer en definieer wat gemeten moet worden 2. Ontwikkel een table of specifications (gegevens) 3. Schrijf de test items 4. Herzie de inhoud, systematisch (dekking van de inhoud?) Table of specifications = blauwdruk of specifiek plan dat de testontwikkeling begeleidt (geeft de leiding van de ontwikkeling van een school) / heeft betrekking op de inhoud van een test en cognitieve processen ( herkenning, identificatie van feiten, identificatie van principes concepten generalisaties , evaluatie, toepassing en generalisatie naar nieuwe situaties ) Construct underrepresentation = test is te nauw (we hebben niet alles getoetst wat we willen ) belangrijke aspecten van het construct zijn niet inbegrepen / bijv rekentoets waarbij ze alleen maar optellen toetsen Construct irrelevant test variance = variabiliteit is ontstaan uit factoren die niet gelerateerd zijn aan het construct (bijv rekentoets waarbij je veel moet lezen, dat het bijna meer een leestoets wordt dan een rekentoets! ) Bedreigingen voor de validiteit mbt content-related bewijs = construct underrepresentation / construct irrelevant test variance Face validity (indruksvaliditeit) = in welke mate LIJKT de test te meten waar het voor is ontworpen. (niet echte validiteit. Zou de bereidheid om de test te gebruiken kunnen beïnvloeden) Criterion-related bewijs = relatie scores van de test , scores van andere testen (andere criterium metingen) beschouwt in welke mate een test voorspellende waarde heeft. De term 'criteriumvaliditeit' heeft betrekking op de mate waarin de uitkomst van een instrument samenhangt met een of meer criteriumvariabelen. Criteriumvariabelen zijn de dingen die je eigenlijk had willen meten, maar om een of andere reden niet of moeilijk rechtstreeks kunt vaststellen. Om de criteriumvaliditeit van een instrument te kunnen vaststellen moet je het begrip op een andere wijze meten. 3 vormen van criterion related evidence = 1. Concurrent 2. Predictive 3. Groep verschil Concurrent (vorm van criterion related evidence) = testen geven op hetzelfde moment (correlatie) soms is het mogelijk om gelijktijdig met het gebruik van een instrument een andere (valide) waarneming te doen. We kunnen dan de uitkomsten met elkaar vergelijken. Predictive (vorm van criterion related evidence) = ‘criterion’ test wordt in de toekomst gegeven (correlatie) een instrument dat bedoeld is om iets dat in de toekomst ligt te voorspellen, kan geëvalueerd worden door na een aantal jaren te kijken of het instrument inderdaad in staat is gebleken dit correct te voorspellen. Groep verschil (vorm van criterion related evidence) = verwachte verschil tussen groepen (anova) Convergent bewijs (correlaties tussen 2 tests) = correlatie tussen tests die dezelfde construct meten (liefst wil je een hoge correlatie) Discriminant bewijs (correlaties tussen 2 tests)= geen correlatie tussen tests die verschillende constructen meten (liefst wil je een lage correlatie ) Multitrait-multimethod matrix (correlaties tussen 2 tests) = methode variantie, twee metingen hebben een onverwachte correlatie, vanwege de soortgelijkheid in meetmethoden. (Met behulp van een datamatrix is het mogelijk om een correlatietabel te maken met eerst de variabelen voor samenhang, dan die voor convergentie en voor divergente variabelen (kijk of de resultaten misschien afhangen van nog een andere variabele.) Standard error of estimate (SEE) = spreiding van echte ‘criterion’ prestaties over ‘predicted’ prestatie scores. Band van onzekerheid voor de ‘predicted’ scores. Stel de ware score is 15 en meetfout is 2 dan is de werkelijke score 13-17 (telt er 2 op en 2 af) dan is dus 13 tm 17 de bandbreedte voor de voorspelde scores Groep studies validiteit = verschil in de scores tussen de groepen (verwacht dat ze anders zijn, gebaseerd op theorie) bijv… Ajax spelers tegen Blauw-zwart of leerlingen met en llen zonder dyslexie) Probleem van de criterion = kan lastig zijn goede criterion metingen te vinden / alle metingen zijn in een bepaalde mate beperkt in het representeren van een eigenschap Internal structure (interne structuur) (typen bewijs voor validiteit ) = Volgens mij gewoon dat de testitems allemaal ong meten wat ze willen weten, dat ze hoog met elkaar correleren… factoranalyse (relaties tussen test items consistent met theorie ) bijv interne of externe informatie… ???????????? Response processes (typen bewijs voor validiteit) = analyse van processen die gebruikt worden door personen die tests afnemen en scoren. Bijvoorbeeld rekenkundige redeneer test (zijn llen echt aan het rekenkundig redeneren wanneer ze een test maken?) Deze toets meet het denkproces . Moeten een soort criteriumbewijs vinden. Dit is niet genoeg.. Dit is duur , moeilijk bewijs te vinden en kost veel tijd! ???????????? Sensitiviteit = omvat de meeste mensen uit de doelgroep/conditie die je in kaart wilt brengen (true positive en false positive) KIJK GOED OP DE SHEETS HOE JE HET MOET BEREKENEN kijk ook goed of je het van de condities of van de testresultaten moet halen! Specifieke = omvat NIEMAND die de conditie NIET heeft (dus alleen de mensen met de conditie) er zitten dus ook mensen tussen die absoluut niet kunnen voetballen?????????? ) (true negative en false negative) KIJK GOED OP DE SHEETS HOE JE HET MOET BEREKENEN kijk ook goed of je het van de condities of van de testresultaten moet halen!) Positive predictive value = hoeveel mensen met een positief testresultaat hebben de conditie inderdaad wel Negative predictive value = hoeveel mensen met een negatief testresultaat hebben de conditie inderdaad niet.. Kijk goed op de sheets! Dit moet je kunnen bereken Tabel met op de y as ‘test’ en op de xas boven ‘conditie.’ Beiden hebben een positief en een negatief. Wanneer hebben 48 mensen de conditie wel = dan is er een positieve bij de test en een positieve bij de conditie, daar zou dan 48 staan Selection of constructs to measure filmpje =bekijk ????? Maatschappelijke consequenties (social) = in het voorgestelde gebruik gegrond, gegeven (de consequenties voor een individu of voor de samenleving) / alle andere facetten van validiteit komen hier samen / zowel bedoelde als onbedoelde consequenties moeten worden overwogen .. bijv , testen op dyslexie, hoeveel geld is er beschikbaar voor speciale instructie? Betekenis van testscores voor bepaalde groepen
Ingezonden op 29-03-2017 - 556x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!