Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
DiagnostiekenAssessment
› 7 HC7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
DiagnostiekenAssessment
, deel 7
7 HC7
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Doel van extra voorzieningen bij een test= 1. Nauwkeurige meting en valide interpretatie van de testscore van elk person op het te meten construct 2. Inperken van de impact van iemands beperkingen, wanneer deze niet relevant zijn voor het te meten construct GEVOLG testscores geven een zo accuraat mogelijke weergave van het construct dat je meet Tegengeluiden mbt dyslexie = je zou in het extra leven ook geen extra tijd krijgen Wanneer geen extra voorzieningen = 1. Als de beperkte vaardigheid direct relevant is voor het te meten construct 2. Als de test bedoeld is om de ERNST en mate van de beperking vast te stellen 3. Voorzieningen op maat (je moet niet altijd per see 30 min extra bij dyslexie verklaring, maar kijk bij leerling!! Bijv ) Veel voorkomende extra voorzieningen = 1. Presentatie materialen (vergrootglas, braille) 2. Antwoordformat (in gebarentaal antwoorden) 3. Timing (extra tijd) 4. Omgeving (veranderen ) Je krijgt een voorbeeld op het tentamen en dan zeggen ze wat voor soort voorziening is dit!? Minder veelvoorkomend = alleen onderdelen vaan een test afnemen (mits het gemeten construct niet verandert/ wat staat er over in de handleiding) …. Dit moet je nooit zomaar doen. Off…………………………….alternatieve testen (test vervangen door alternatief geschikt voor bepaalde beperking) (bijv is het kind visueel slecht dan doen we de test auditief als dit kan) Belangrijke punten bij extra voorzieningen mbt testen, rekeneing houden met…. = 1. Blijven betrouwbaar en validiteit gelijk? 2.. Welke beslissing moet worden gemaakt met de testscore 3. Bevordert de voorziening onafhankelijkheid 4. Her-evaluatie van voorzieningen 5. Plek in assessmentproces??? Flagging, wenselijk? = bijv dyslexie op je diploma, is dat wel of niet wenselijk?? Implicaties (gevolg) voor het dagelijks leven = 1. Toestaan van dezelfde hulpmiddelen in de klas/ bij toetsen als bij centraalexamen (rekenmachine bij toetsen dan ook inde klas) 2. Hulpmiddelen v.s extra instructie 3. Hulpmiddel ALS instructie Wat is er nodig om te bepalen of er wel of geen hulpmiddelen = DEFINITIE. Wat is je construct en wat wil je meten? Discussiepunt is nu bijv is spelling wel of geen onderdeel van het construct ‘schrijfvaardigheid’.. als de operationele definitie zo is dat er WEL spelling in zit , dan mag er geen spelllingscontrole zijn als de operationele definitie zo is dat er GEEN spelling in zit, dan mag er WEL spellingscontrole zijn 2 kerncomponenten bij diagnostiek en assesment = SCORES (daaronder valt betrouwbaarheid/validiteit/ethiek/interpretatie etc) en BESLUITVORMING Range restriction = range van waarden in een SELECTE steekproef verschilt van de waarden in de algehel populatie (bijv 2e jaars studenten doen er 30-60 min over en 2e jaars studenten 60-120) Range restriction andere bijkomende dingen = SD daalt van X/ omdat Y en X aan elkaar gecorreleerd zijn daalt ook SD van Y / omdat impact op de SD van X en Y verschilt , LAGERE CORRELATIE IN DE BEPERKTE STEEKPROEF Is onobserveerbaar gedrag observeerbaar gemaakt met? = definitie construct / multi-trait-multi-method-model Analyse van assessement = is onobserveerbaar gedraag observeerbaar gemaakt / moeilijkheidsgraad en onderscheidend vermogen items / normering met representatieve steekproef (is van belang bij test ontwikkeling en assessment en besluitvorming) De MM in Multi-trait Multi-Method Matrix = mono-trait, mono-method coefficient . Betrouwbaarheidscoefficient. Wil die zo hoog mogelijk! (zelfde construct, zelfde methode) MH in Multi-trait Multi-Method Matrix = Mono-trait hetero-method coefficient , validiteitscoefficient. Gewenst is een hogere waarden dan HM en HH. HM in Multi-trait Multi-Method Matrix = Hetero-trait mono-method correaltie. COMMON METHOD VARIANTIE een onverwacht hoge correlatie die voorktomt uit gelijke manier van meten (zelfde meetmethode , maar een ander construct namelijk bij de ene wordt lezen en bij de andere rekenen getest bijv) HH in Multi-trait Multi-Method Matrix = Heterotrait, hetero-method correaltie. DISCRIMINANT VALIDITEITSBEWIJS. Gewenst zo laag mogelijk, want je wilt geen andere constructen meten. (ander construct en andere meet methode ) Content bias = bijv als afleiders bij MC vraag vaker wordt gekozen door ene groep dan andere groep (bijv 1 groep kiest altijd A en 1 groep bijna altijd B… komt dor bijv achtergrondkennis) Prediction bias = als de regressielijn verschilt tussen groepen
Ingezonden op 29-03-2017 - 518x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!