Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
ATW
› 8 Complexe zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
ATW
, deel 8
8 Complexe zinnen
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hoofdzin = een zin die niet ingebed is in een andere zin. De zin staat op zichzelf. Ingebedde zin/bijzin = een zin binnen een andere zin. Een bijzin wordt meestal geïntroduceerd met behulp van een voegwoord. (voegwoord = functiewoord wordt genegeerd bij de ontleding) Verschillende functies van bijzinnen met de bijbehorende naam= Complementszinnen= Een complementszin is een bijzin met de functie van argument. (Vb. Iemand doet iets) Adverbiale zinnen= Een bijzin met de functie van adjunct (= toevoeging die weggelaten kan worden, want wordt niet vereist door het predikaat) Predikaatszinnen= Een bijzin met de functie van het predikaat. (vaak staat er in deze zin een koppelwerkwoord) Relatieve zinnen= een bijzin die nadere informatie geeft over een zelfstandig naamwoord. Het heeft de functie van een ‘modificeerder’ bij een nominaal hoofd. Verschillende vormen van bijzinnen= Een finiete bijzin= bevat een werkwoordsvorm die overeenkomt met de vorm die in hoofdzinnen wordt gebruikt (persoonsvorm) Een niet-finiete bijzin= bevatten werkwoordsvormen die niet kunnen optreden als het predikaat van een hoofdzin. Er zijn verschillende typen niet-finiete bijzinnen= infinitiefconstructies (= bevat een heel werkwoord), nominalisaties (=bevat een werkwoord gebruikt als zelfstandig naamwoord (het bijten) en participium-constructies (= bevat een deelwoord (voltooid of tegenwoordig) BV. Lopende langs het strand zag ik verschillende schepen op zee. Interactie tussen hoofd en bijzin= Equi-deletie= Een argument in de bijzin wordt niet uitgedrukt omdat het ook al in de hoofdzin staat Raising= Het verschijnsel waarbij een argument van de bijzin zich gedraagt als een argument van de hoofdzin Consecutio temporum= Het verschijnsel dat de tijdsvorm in de bijzin afhankelijk is van de tijdsvorm in de hoofdzin. Coördinatie= samenstelling tussen zinnen of zinsdelen Coördinator= een conjunctie die gecoördineerde zinsdelen met elkaar verbindt (zoals en of maar) Samentrekking= Het weglaten van overeenkomende zinsdelen in gecoördineerde constructies
Ingezonden op 30-03-2017 - 1548x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!