Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans CHG 4
› 3 blz 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans CHG 4
3 blz 2
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aan de muur = au mur tegen de muur = contre le mur links van de tafel = à gauche de la table rechts van de tafel = à droite de la table naast de tafel = à côté de la table achter de boekenkast = derrière la bibliothèque overal = partout op / over de grond = par terre op de wereld = sur terre een schets, ontwerp = un croquis een regisseur = un metteur en scène overeenkomen met, beantwoorden aan = correspondre à vanaf = à partir de lijken op = ressembler à zojuist iets gedaan hebben / zojuist zijn + vdw = venir de +inf ; venir de zij is zojuist vertrokken = elle vient de partir doorgaan met / te = continuer à +inf ; continuer à losmaken = détacher een gebaar = un geste verbitterd / geërgerd zijn = être exaspéré(e) de vuilnisbak = la poubelle het vuilnis buiten zetten = sortir la poubelle de hond uitlaten = sortir le chien hij heeft de hond uitgelaten = il a sorti le chien op het punt staan van = être sur le point de op zijn schreden terugkeren = revenir sur ses pas gelijkwaardig = équivalent verheffen, verhogen = relever 1. zich verwijderen van, weglopen 2. afwijken van = s'éloigner de verlengen = allonger gaan liggen, zich uitstrekken = s'allonger hangen = être accroché ophangen = accrocher liggen, rondslingeren, rondhangen = traîner rommelig = en désordre commencer à = se mettre à +inf ; se mettre à bezig zijn te / aan het ... zijn = être en train de +inf ; être en train de wij zijn aan het lezen = nous sommes en train de lire een meubel = un meuble een bank = un canapé een tafel = une table een sleutel = une clé / une clef ; une clé ; une clef een winkel = un magasin
Ingezonden op 30-03-2017 - 620x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!