Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
intensivtrainerNEU
› 1 miteinander sprechen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
intensivtrainerNEU
, deel A2
1 miteinander sprechen
Jaar 1 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Meinung=de mening meinen, hat gemeint=menen, heeft gemeend dafür sein=ergens voor zijn dagegen sein=ergens tegen zijn diskutieren, hat diskutiert=discussiëren, heeft gediscussieerd streiten, hat gestritten=ruziën, heeft geruzied recht haben, hat recht gehabt=gelijk hebben, heeft gelijk gehad stimmen, hat gestimmt=kloppen, heeft geklopt Das stimmt. Du hast ganz recht.=Dat klopt. Je hebt helemaal gelijk. sagen, hat gesagt=zeggen, heeft gezegd zuhören, hat zugehört=(toe)luisteren, heeft (toe)geluisterd wahr=waar intelligent=intelligent dumm=dom höflich=beleefd unhöflich=onbeleefd der Inhalt=de inhoud die Nachrichten=het nieuws vorschlagen, hat vorgeschlagen=voorstellen, heeft voorgesteld merken, hat gemerkt=merken, bespeuren, heeft gemerkt,bespeurd einfallen, ist eingefallen=te binnen schieten, is binnen geschoten stören, hat gestört=storen, heeft gestoord versprechen, hat versprochen=beloven, heeft beloofd das Handy=het mobieltje das Smartphone=de smartphone leihen, hat geliehen=lenen, heeft geleend Sag das noch einmal=Zeg dat nog eens Du musst zuhören=Je moet (toe)luisteren Was schlägst du vor?=Wat stel je voor? Mir ist seine Telefonnummer wieder eingefallen=Zijn telefoonnummer is me weer te binnen geschoten Sie ist 79 86 68 26=Het is 79 86 68 26 Kannst du mir dein Handy kurz leihen=Kun je mij jouw mobieltje even lenen? lügen, hat gelogen=liegen, heeft gelogen der Quatsch=de onzin leidtun, hat leidgetan=berouwen, heeft berouwd egal=eender verrückt=gek, dwaas natürlich=natuurlijk genau=precies ganz=helemaal sicher=zeker unsicher=onzeker wahrscheinlich=waarschijnlijk unwahrscheinlich=onwaarschijnlijk Das ist nicht wahr. Er lügt!=Dat is niet waar. Hij liegt! So ein Quatsch!=Wat een onzin! Das war dumm von mir. Es tut mir leid.=Das was dom van me Sorry Das ist mir egal=Dat laat me koud, onverschillig Das ist verrückt=Dat is gek Das weiß ich ganz genau=Dat weet ik heel precies Bist du dir da ganz sicher?=Weet je het heel zeker? Nein, ich bin mir unsicher=Nee, ik weet het niet zeker Wahrscheinlich hat sie recht=Waarschijnlijk heeft ze gelijk Das ist unwahrscheinlich=Dat is onwaarschijnlijk
Ingezonden op 31-03-2017 - 151x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!