Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
SO's
› 4 Duits DI-DIII en modalverben
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
SO's
, deel 1
4 Duits DI-DIII en modalverben
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
DI: de afdeling=die Abteilung de broek=die Hose de broeken=die Hosen het geld=das Geld de handschoen=der Handschuh de handschoenen=die Handschuhe de handtas=die Handtasche het jack, het jasje=die Jacke de jacks, de jasjes=die Jacken de jeans, de spijkerbroek=die Jeans de jurk=das Kleid de kledingwinkel=das Kleidergeschäft de kledingwinkels=die Geschäfte het kleingeld=das Kleingeld de kleren=die Kleidung de kleur=die Farbe de kleuren=die Farben de maat=die Größe de mode=die Mode het overhemd=das Hemd de overhemden=die Hemden de paraplu=der Regenschirm de pet=die Kappe de pinautomaat=der Geldautomat de pinautomaten=die Geldautomaten de regenjas=der Regenmantel de rok=der Rock de schoen=der Schuh de schoenen=die Schuhe de sok=die Socke de sokken=die Socken de spullen=die Sachen de trui=der Pullover de truien=die Pullover het T-shirt=das T-Shirt DII: aantrekken=anziehen aangetrokken=angezogen bestellen=bestellen betalen=zahlen; bezahlen bevallen=gefallen het is bevallen=gefallen gaan=gehen gegaan=gegangen halen=holen inkopen=inkaufen nodig hebben=brauchen passen=anprobieren uitdoen=ausmachen uittrekken=ausziehen uitgetrokken=ausgezogen vinden=finden gevonden=gefunden wisselen=wechseln zoeken=suchen zou graag willen=möchten DIII: blauw=blau bruin=braun contant=bar donker=dunkel geel=gelb grijs=grau groen=grün in de aanbieding=im Angebot licht=hell mooi=hübsch op de eerste verdieping=im ersten Stock op de tweede etage=auf der Zweiten Etage oranje=orange paars=lila rood=rot roze=rosa wit=weiß zwart=schwarz Modalverben: können=kunnen kunnen=können dürfen=mogen (toestemming) mogen (toestemming)=dürfen mogen (aardig vinden, houden van, lusten)=mögen mögen=mogen (aardig vinden) möchten=zou graag willen; graag willen (zou) graag willen=möchten
Ingezonden op 01-04-2017 - 383x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!