Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
intensivtrainerNEU
› 4 wohnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
intensivtrainerNEU
4 wohnen
Jaar 1 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Dach=de daken der Stock, die Stockwerke=de étage, de verdieping das Erdgeschoss=de begane grond der Balkon=het balkon der Keller=de kelder die Garage=de garage der Aufzug=de lift der Flur=de hal die Treppe=de trap die Ecke=de hoek das Fenster=het venster, het raam die Tür=de deur aufmachen, hat aufgemacht=open zetten,open maken, heeft opengezet/opengemaakt öffnen, hat geöffnet=openen, heeft geopend zumachen, hat zugemacht=dicht,toe doen, heeft dicht/toegedaan abschließen, hat abgeschlossen=op slot doen, beëindigen heeft op slot gedaan, heeft beëindigd klingeln, hat geklingelt=aanbellen, rinkelen, heeft aangebeld, heeft gerinkeld klopfen, hat geklopft=kloppen, heeft geklopt Er wohnt im ersten Stock.=Hij woont op de eerste étage, verdieping. Die Wohnung hat einen Balkon.=De woning, flat, het appartement heeft een balkon. Mach bitte die Tür auf. Es hat geklingelt.=Doe ajb de deur open. Iemand heeft aangebeld. Hast du die Tür abgeschlossen?=Heb je de deur afgesloten? der Nachbar=de buurman die Nachbarin=de buurvrouw der Spielplatz=het speelplein/de speeltuin die Nähe Sg.=de nabijheid außen=buiten innen=binnen außerhalb=buiten, buitenaf, naast innerhalb=binnen hin=heen/erheen her=hier wohin=waar naar toe woher=waar vandaan gegenüber=tegenover nebenan=daarnaast, hiernaast Er wohnt ein wenig außerhalb der Stadt.=Hij woont een eindje buiten de stad. Komm doch mal her, bitte.=Kom ajb eens hier. die Möbel =de meubelen der Stuhl=de stoel der Sessel=de fauteuil, leunstoel rund=rond die Lampe=de lamp der Teppich=het tapijt, het vloerkleed hängen, hat gehängt/gehangen=hangen, heeft gehangen abstellen, hat abgestellt=wegzetten/uitzetten, heeft weggezet/uitgezet das Holz=het hout/de houtsoort das Metall=het metaal das Plastik =het plastic/de kunststof einrichten, hat eingerichtet=inrichten, heeft ingericht renovieren, hat renoviert=renoveren, heeft gerenoveerd liefern, hat geliefert=leveren, heeft geleverd auspacken, hat ausgepackt=uitpakken, heeft uitgepakt Ich mag runde Tische aus Holz.=Ik vind ronde, houten tafels mooi. Häng die Lampe an die Decke.=Hang de lamp aan het plafond. Sie müssen bei Einzug renovieren.=U moet bij intrek renoveren der Fernseher=de TV, televisie, het televisietoestel der Bildschirm=het beeldscherm der Kühlschrank=de koelkast die (Spül)maschine=de vaatwasser der Herd=de haard/het fornuis das Gas =het gas der Strom =de stroom/de elektra elektrisch=elektrisch die Heizung=de (centrale)verwarming stecken, hat/ist gesteckt=steken, stoppen heeft ingestoken, gestopt/is ingestoken, gestopt
Ingezonden op 21-04-2017 - 186x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!