Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neue Kontakte

5 lernliste kapitel 5: traumhaus. N-D: D,J. D-N: A,B,G,H

Jaar 2 (vwo)

D
I
het bad, (de badkamer) =das Bad
de badkamer =das Badezimmer
het dak + =das Dach, die Dächer
de deur =die Tür, die Türen
de douche =die Dusche
de garage =die Garage
het gas =das Gas
de handdoek + =das Handtuch, die Handtücher
het hout =das Holz
het huis + =das Haus, die Häuser
de huisdeur =die Haustür
de kelder =der Keller
de keuken =die Küche
de koelkast =der Kühlschrank
het kussen + =das Kissen, die Kissen
de plaats + =der Platz, die Plätze
de poster =das Poster, die Poster
de sleutel + =der Schlüssel, die Schlüssel
de stoel + =der Stuhl, die Stühle
de stroom =der Strom
de studentenflat =das Studentenheim
het tapijt =der Teppich
de tuin =der Garten
het verpleeghuis =das Pflegeheim
de verwarming =die Heizung
de wasmachine =die Waschmaschine
het water =das Wasser
de woning, de flat + =die Wohnung, die Wohnungen
II
aankloppen =anklopfen
afwassen =spülen
bouwen =bauen
dichtdoen =zumachen
huren =mieten
intrekken, komen wonen + =einziehen - eingezogen
koken =kochen
liggen+ =liegen - gelegen
opendoen =aufmachen
openen =öffnen
opruimen =aufräumen
sluiten + =schließen - geschlossen
verhuizen + =umziehen - umgezogen
verwarmen, stoken =heizen
wassen + =waschen - gewaschen
wonen =wohnen
wonen bij =wohnen bei
III
aardig =nett
donker =dunkel
gezellig =gemütlich
goedkoop =billig
groot =groß
klein =klein
koud =kalt
leeg =leer
licht =hell
met, inclusief =mit
nieuw =neu
rustig =ruhig
schoon =sauber
smerig, vuil =schmutzig
thuis =zu Hause
J
het balkon =der Balkon
het bed + =das Bett, die Betten
de bodem =der Boden
de boekenkast, de stellingkast =das Regal
de computer + =der Computer, die Computer
het contract + =der Vertrag, die Verträge
het drinkwater =das Trinkwasser
de fauteuil =der Sessel
de huur =die Miete
de kamer + =das Zimmer, die Zimmer
de kast + =der Schrank, die Schränke
de klok, het horloge + =die Uhr, die Uhren
de knop =der Knopf
de lamp + =die Lampe, die Lampen
het licht =das Licht
de lift =der Lift
de meubels =die Möbel
de olie =das Öl
het plafond =die Zimmerdecke
het raam, venster + =das Fenster, die Fenster
de radio + =das Radio, die Radios
het schilderij, de foto + =das Bild, die Bilder
het servies(goed) =das Geschirr
de slaapkamer + =das Schlafzimmer, die Schlafzimmer
de spiegel =der Spiegel
de tafel + =der Tisch, die Tische
de telefoon =das Telefon
de televisie, het tv-toestel + =der Fernseher, die Fernseher
het terras =die Terrasse
het toilet + =die Toilette, die Toiletten
de trap + =die Treppe, die Treppen
de wand, de muur + =die Wand, die Wände
de wastafel =das Waschbecken
de wc + =das WC, die WCs
de woonkamer =das Wohnzimmer
aanbellen, rinkelen =klingeln
aanzetten =anmachen
branden + =brennen - gebrannt
drukken, duwen =drücken
kopen =kaufen
kosten =kosten
schoonmaken =sauber machen
schoonmaken, poetsen =putzen
uitzetten =ausmachen
verkopen =verkaufen
aan =an
centraal =zentral
dicht =zu
duur =teuer
elektrisch =elektrisch
gesloten =geschlossen
luid, lawaaiig =laut
modern =modern
mooi =schön
open =auf, offen
oud =alt
uit =aus
warm =warm
zacht, zachtjes =leise
zonder, exclusief =ohne
Lernlisten Deutsch - Niederländisch
A Hören und sehen
schlau =slim
versprechen =beloven
erziehen =opvoeden
angeblich =zogenaamd
der Verbraucher =de consument
geräumig =ruim, groot
der Hersteller =de producent
die Sparsamkeit =de zuinigheid
die Begründung =de motivatie, de verklaring
die Beleuchtung =de verlichting
frisch =vers
im Angebot haben =aanbieden
tatsächlich =inderdaad
B Lesen
der Altbau =oud gebouw, oude woning
das Reihenhaus =de rijtjeswoning
außergewöhnlich =bijzonder, buitengewoon
das Einfamilienhaus =de eengezinswoning
einziehen =betrekken, gaan bewonen
der Lieferservice =de bezorgdienst
die Heimatstadt =de geboorteplaats, de woonplaats
die Wohnfläche =het woonoppervlak
aufs Land ziehen =naar het platteland verhuizen
der Plattenbau =de prefab-flat
die Straßenbahn =de tram
G Hören und sehen
das Gartenhäuschen =het tuinhuisje
die Insel =het eiland
neben =naast
der Wald =het bos
das Stockwerk =de verdieping
das Meer =de zee
feiern =vieren
der Fußboden =de vloer
riesengroß =reusachtig
die Wasserrutsche =de waterglijbaan
klettern =klimmen
der Dachboden =de zolder
das Loch =het gat
die Brücke =de brug
die Badewanne =de badkuip
die Farbe =de kleur
H Lesen
wirken =effect hebben
der Pinsel =de kwast
umgestalten =omvormen, herinrichten
die Laune =het humeur
beruhigend =rustgevend
eng =nauw, krap
im Gegensatz zu =in tegenstelling tot
die Lösung =de oplossing
die Sitzecke =de zithoek
der Schreibtisch =het bureau
verwandeln =veranderen
entfernt =verwijderd
trennen =scheiden
stellen =plaatsen
versuchen =proberen
der Gedanke =de gedachte

Ingezonden op 04-05-2017 - 737x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 06-06-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

lernliste kapitel 5: traumhaus. N-D: D,J. D-N: A,B,G,H. (Geen X-tra woorden.) deze oefening is gekopieerd van de site. Als er fouten zijn dan hoor ik het graag.

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Neue Kontakte

5 lernliste kapitel 5: traumhaus. N-D: D,J. D-N: A,B,G,H