Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
ichhätteeinefrage
› 19 Studium
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
ichhätteeinefrage
, deel 1
19 Studium
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
empfinden = aanvoelen sich einschränken = zich beperken belegen = bewijzen, kamer innemen, cursus volgen durchfallen = buizen absolvieren = een studie met succes afsluiten genießen = genieten einteilen = indelen mischen = mengen aufführen = opvoeren sich verstehen = overeenkomen / elkaar begrijpen bestehen = slagen reden = spreken trainieren = trainen verlieren = verliezen sammeln = verzamelen sich engagieren = zich engageren sich halten für = zichzelf zien als der Abschluss (Abschlüsse) = het afsluiten (mv) nach Abschluss seines Gymnasiums = na het afsluiten van zijn gymnasium die Tafel (Tafeln) = het bord , tablet choco (mv) etwas an die Tafel schreiben = iets op het bord schrijven ich nehme eine Tafel Schokolade mit = ik neem een tablet chocolade mee der Abschnitt (Abschnitte) = het deel / hoofdstuk (mv) in diesem Abschnitt werde die Haustiere beschrieben = in dit deel worden de huisdieren beschreven das Diplom (Diplome) = het diploma (mv) vor einigen Wochen habe ich mein Diplom bekommen = enkele weken geleden heb ik mijn diploma gehaald das Ziel (Ziele) = het doel (mv) jeder braucht ein Ziel im Leben = iedereen heeft een doel in het leven nodig der Druck = de druk der Druck ist sehr groß= de druk is zeer hoog die Geschichte (Geschichten) = de geschiedenis / het verhaaltje (mv) aus der Geschichte kann man viel lernen = uit de geschiedenis kan je veel leren erzähl mir bitte keine Geschichten = maak me aub niets wijs der Jugendverein (Jugendvereine) = de jeugdbeweging (mv) sie engagiert sich im Jugendverein = ze zet zich in voor de jeugdbeweging der/die Schüler / Schülerin (Schüler / Schülerinnen) = de leerling / leerlinge (mv) fleißige Schüler und Schülerinnen haben gute Ergebnisse = vlijtige leerlingen hebben goede resultaten die Länge = de lengte die Länge des Studiums = de lengte van de studie das Seminar (Seminare) = de les (mv) warum das Seminar besuchen ? alles steht im Buch = waarom naar de les gaan ? alles staat in het boek die Vorlesung (Vorlesungen) = de lezing (mv) am Montag dauern die Vorlesungen bis halb 8 = op maandag duren de hoorcolleges tot half 8 das Marketing = de marketing Frau Schulz ist für das Marketing zuständig = mevrouw Schulz is verantwoordelijk voor de marketing die Mehrheit (Mehrheiten) = de meerderheit (mv) mit einer knappen Mehrheit von 220 zu 218 Stimmen = met een nipte meerderheid van 220 op 218 stemmen die Realschule (Realschulen) = het middelbaar onderwijs (mv) ich habe die Realschule in Bonn besucht = ik ging naar het middelbaar onderwijs in Bonn die Minderheit (Minderheiten) = de minderheid (mv) er Vertritt die deutsche Minderheit in St-Petersburg = hij vertegenwoordigt de Duitse minderheid in St-Petersburg die Muttersprache (Muttersprachen)= de moedertaal (mv) meine Muttersprache ist Niederländisch = mijn moedertaal is nederlands die Fortbildung (Fortbildungen) = de navorming (mv) dieses Institut bietet Fortbildungen an = dit instituut biedt navormingen aan die Bühne (Bühnen) = het podium (mv) sie will auf die Bühne = ze wil op het podium dar Referat (Referate) = de voordracht (mv) mein Referat war klasse = mijn voordracht was zeer goed das Projekt (Projekte) = het project (mv) ein spannendes Theaterprojekt = een spannend theaterproject die Note (Noten) = het punt (mv) gute Noten freuen mich = goede punten maken me blij das Zeugnis (Zeugnisse) = het rapport(mv) mein Schulzeugnis ist dieses Jahr sehr gut = mijn schoolrapport is dit jaar zeer goed das Ergebnis (Ergebnisse) = het resultaat (mv) das Ergebnis dieser Untersuchung = het resultaat van dit onderzoek das Heft (Hefte) = het schrift (mv) alle Kosten wurden in einem Heft notiert = alle kosten werden in een schrift genoteerd die Klausur (Klausuren) = het schriftelijk examen (mv) morgen schreibe ich einer Klausur in Mathe = morgen heb ik een schriftelijk examen wiskunde das Auslandssemester = een studieverblijf in het buitenland auf der Webseite finden Sie detaillierte Informationen zu einem Auslandssemester = op de website vindt u gedetailleerde informatie over een studieverblijf in het buitenland das Taxi (Taxis) = de taxi (mv) halt Taxi = stop taxi der Test (Tests) = de test dieser Test prüft die Sprachkenntnisse = deze test gaat de taalkennis na das Fach (Fächer) = het vak was ist dein Lieblingsfach = wat is je lievelingsvak die Wissenschaft (Wissenschaften) = de wetenschap (mv) die Kräfte von Wirtschaft und Wissenschaft bündeln = de krachten van economie en wetenschap bundelen schon = al/wél der Bus ist schon weg = de bus is al weg das war schon eine Menge Arbeit = dat was wel heel veel werk jedoch = echter er ist zwar Student, aber er sitzt jedoch kaum an seinem Schreibtisch = hij is wel student maar hij zit echter nauwelijks aan zijn bureau genauso = even goed ich bin genauso froh wie du = ik ben even blij als jij keine Ahnung = geen idee was ist das , keine Ahnung = wat is , ik heb geen idee jemand = iemand kann mir jemand helfen = kan er iemand mij helpen später = later ich rufe später noch mal an = ik bel later nog wel eens op spielerisch = ludiek mit spielerischen Wettberwerben = met speelse wedstrijden man = men da weiß man schnell wie spät es ist = dan weet je snel hoe laat het is niemand = niemand niemand weiß wo Maggie ist = niemand weet waar Maggie is irgendwann = ooit irgendwann treffen wir uns wieder = ooit ontmoeten we elkaar weer zur Zeit = op dit moment zur Zeit bin ich arbeitslos = momenteel ben ik werkloos auf eigenen Beinen = op eigen benen endlich stehe ic hauf eigenen Beinen = eindelijk sta ik op eigen benen regelmäßig = regelmatig mark geht regelmäßig joggen = mark gaat regelmatig joggen auswendig = uit het hoofd du sollst das Gedicht auswendig lernen = je moet het gedicht uit het hoofd leren unterschiedlich = verschillend Europa und Euro sind unterschiedliche Dinge = europa en euro zijn twee verschillende dingen völlig = volledig das kann ich völlig verstehen = dat kan ik volledig begrijpen
Ingezonden op 18-05-2017 - 664x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
31-05-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!