Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Nieuw Nederlands

456 Hoofdstuk 4,5,6 woordenschat alle woorden

Jaar 2 (havo/vwo)

Impact = inwerking
Een open deur = iets wat iedereen al weet
Onoverkomelijk = niet meer op te lossen
Optie = mogelijkheid
Alimentatie = Geldbedrag voor levensonderhoud ex-partner
Co-ouderschap = gezamelijke opvoeding van de kinderen door gescheiden ouders
Rechtvaardige = Laten zien dat iets terecht is
Rationele = verstandelijk
Privilege = voorrecht
Gearrangeerd = geregeld
Geijkte = meest voorkomende
Autoritaire = Bazige
Kostwinner = degen in het gezin met het belangrijkste deel van het inkomen
Emancipotie = het zich vrij maken uit een minderwaardige positie
Mondiger = voor zichzelf opkomen
Tutoyeren = met je of jij aanspreken
Alternatieve = anders dan andere
In diskrediet = in een kwaad daglicht
Secularisatie = ontkerken
Taboe = verboden
Onaantastbare = als het onmogelijk is om iets te veranderen of kritiek te hebben
Herwaardering = opnieuw bewonderen
Gelegaliseerd = bij wet vastgelegd
Van weleer = vroegere
Sceptici = mensen die geneigd zijn te twijfelen of argwanend zijn
Spenderen = uitgeven
Krenterig = niet royaal
Kwistig = verspillend
Uitgaven pabroon = totaal beeld van het geld dat wordt uitgegeven en waaraan het besteedt wordt
Budget = bedrag dat je kunt besteden
Is debet aan = heeft schuld aan
Regie = leiding
Impulsief = in een opwelling
Trendsetters = dingen die in de mode zijn door gedrag van mensen
Wijten aan = toeschrijven aan
Staan bloot aan = zijn niet beschermd tegen
Verleidingen = zaken die heel aantrekkelijk schijnen
Overtroeven = nog mooier, beter
Nonchalance = onverschillig
Hypotheek = geldbedrag dat je leent om een huis te kopen
Ton = honderdduizend
Op de pof = op afbetaling
Cynisch = met bijtende spot
Krediet = voorschot
Schuldeisers = mensen die hun geld terug willen
Incassobureau = een bedrijf dat schulden int
Deurwaarder = ambtenaren die een uitspraak van de rechter over betalingen uitvoert
Nijpend = dreigend
Saneren = gezond maken
Kosten en betalen = investeringen en verdiensten
Vroom = godsdienstig: erg gelovig zijn en dat ook laten merken
Calvinist = protestant: in het bijzonder een volgeling van Calvijn
Sobere = met weinig versiering
kansel = preekstoel
Voorganger = iemand die een dienst leidt
Heterogeen = zeer verschillend
Schril contrast = scherpe tegenstelling
Hindoeïsme = grote wereldgodsdienst die vooral in India voorkomt
Nader belichten = verduidelijkheid
Profetie = voorspelling
Wederopstanding = herrijzenis: het opstaan uit de dood
Stervelingen = mensen ( zo genoemd omdat ze eens sterven )
Evangelie = blijde boodschap
Verkondigen = in het openbaar vertellen
Martelaar = Iemand die vanwege zijn geloof of overtuiging gedood wordt
Bekeren = anderen bewegen om tot 'het ware geloof' over te gaan
Hoogtijdagen = belangrijkste ( feest)dagen
Minaret = slanke toren bij de moskee
Halal = Arabisch voor toegestaan
Ritueel = volgens een bepaald overgeleverd gebruikt of rite
Bedevaart = pelgrimstocht
Symboliseren = voorstellen door tekens die iets anders uitbeelden dan wat je ziet
Exodus = uittocht
Atheïsten = niet gelovigen
Ketterse = Heidense

Ingezonden op 05-06-2017 - 1992x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Alle woorden van H4 -H6 woordenschat

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Nieuw Nederlands

456 Hoofdstuk 4,5,6 woordenschat alle woorden