Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
zelfstudie fouten
› 0 Margaux Grieks 1-9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
zelfstudie fouten
0 Margaux Grieks 1-9
Jaar 2 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
θεος = ho de god θεος = hij de godin ἀνθρωπος = ho de mens οὐ,οὐκ,οὐχ = niet εἰναι = mi zijn ἀπείναι = mi afwezig zijn παρειναι = mi aanwezig zijn ἀδελφος = ho de broer ἀδελφη = hij de zus πολλοι = ai,a veel, talrijk τεχνη = hij de vaardigheid μυθος = ho het verhaal και = 1.en 2.ook γαρ = want οὐν = dus σοφος = ij,on wijs, slim ἐθελειν = oo willen λεγειν = oo zeggen, vertellen, spreken τι = 1.wat? 2.waarom? υὀρανος = ho de hemel γη = hij 1.de aarde 2.het land ἡλιος = ho de zon δουλος = ho de slaaf τιμη = hij het eerbewijs, de eer ξενος = ho de vreemdeling δενδρον = to de boom βιβλιον = to het boek ζῳον = to het levende wezen, het dier δωρον = to het geschenk καλος = ij,on mooi κακος = ij, on slecht αγαθος = ij, on goed δεινος = ij, on 1. vreselijk, geducht 2.knap, geweldig εγω = ik συ = jij ἡμεις = wij ὑμεις = jullie λυειν = oo losmaken χαιρειν = oo blij zijn εχειν = oo1.hebben 2.houden βλεπειν = oo kijken πινειν = oo drinken εσθιειν = oo eten βαινειν = oo gaan τρεφειν = oo voeden λειπειν = oo verlaten στεργειν = oo beminnen γιγνωσκειν = oo leren kennen φιλος = ho de vriend φιλη = hij de vriendin ποταμος = ho de rivier λιθος = ho de steen τυχη = hij het lot εορτη = hij het feest αλλα = maar εις = +acc naar, tot in νεανισκος = ho de jongeman ᾳδειν = oo zingen ὡϛ = zoals ακουειν = oo horen, luisteren naar δε = 1.en 2.maar 3.(onvertaald laten) ου μονον...,αλλα και... = niet alleen..., maar ook... θαυμαζειν = oo 1.verwonderd zijn 2. bewonderen ᾠδη = hij het lied, het gezang φωνη = hij de stem παιδισκη = hij het meisje ουτε...ουτε... = noch..noch.. ουκετι = niet meer οινος = ho de wijn βαλλειν = oo 1.werpen 2.treffen φερειν = oo dragen, verdragen παρασκευαζειν = oo klaarmaken νυν = nu περι = + gen over πλειστοι = 1.zeer veel 2.(de) meeste ψυχη = hij de ziel νομος = ho 1.de wet 2.het gebruik αλλος = ij, o (een) ander ἱππος = ho het paard οικος = ho het huis εχθρος = ho de vijand τεκνον = to het kind παιδιον = to het kindje ανευ = +gen zonder ὑπερ = +gen voor, ten voordele van στρατηγος = ho de aanvoerder υἱος = ho de zoon εκει = daar που = waar? πρωτον = eerst επειτα = vervolgens τελος = tenslotte εργον = to het werk εὑρισκειν = oo vinden καταλειπειν = oo verlaten, achterlaten ἑαυτον = zichzelf αγειν = oo voeren, brengen πολεμιοι = oi de vijanden πεμπειν = oo zenden λογος = ho 1.het woord 2.de mededeling αει = altijd ὁμως = toch μονος = alleen, enig πολλακις = dikwijls ὡστε = zodat ὁτι = 1.dat 2.omdat ὁτε = wanneer ὑβρις = hij de hoogmoed κελευειν = oo bevelen μαλλον = eerder, liever αυθις = opnieuw τοτε = dan, toen φαινειν = oo laten zien ἑτοιμος = ij, on 1.bereid 2.gereed καλλιστος = ij, on 1.zeer mooi 2.(de) mooiste κρινειν= oo oordelen αυτικα = dadelijk δια = +acc door, wegens +gen door, doorheen αισχυνη = hij de schaamte αποκτεινειν = oo doden κωλυειν = oo verhinderen ὑπο = +gen 1.door 2.onder αποπεμπειν = oo wegzenden ἑταιπος = ho de kameraad παιδευειν = oo opvoeden αγγελλειν = oo melden απαλλαττειν = oo bevrijden σῴζειν = oo redden ταττειν = oo opstellen ἑκαστος = ij, on elk, ieder παρεχειν = oo geven, bezorgen εξεστι = +dat 1.het is toegestaan 2.het is mogelijk νικη = hij de overwinning ειρηνη = hij de vrede βιος = ho het leven δηλος = ij, on duidelijk εν = +dat in ιατρος = ho de dokter συν = +dat samen met χαλεπος = ij, on lastig, moeilijk φοβος = ho de vrees φευγειν = oo vluchten κατεχειν = oo tegenhouden θυρα = hij de deur νεος = neo, neon 1.nieuw 2.jong χωρα = hij de streek μικρος = a, on klein μακρος = a, on 1.groot 2.lang ἡμερα = hij de dag ελευθερος = a,on vrij, onafhankelijk ὡρα = hij 1.het uur 2.het seizoen ὁμοιος = a, on +dat gelijkend op αρχαιος = a, on oud αισχρος = a, on 1.lelijk 2.schandelijk δευτερος = a,on tweede ῥᾴδιος = a,on gemakkelijk αιτια = hij 1.de schuld 2.de oorzaak φιλια = hij, de vriendschap οικια = hij, het huis σπουδη = hij, de spoed, de haast ἱερος = a, on, heilig μεν..., δε... = wel..., maar... ολιγος = ij, on, weinig πιστος = ij, on, trouw, betrouwbaar καταβαινειν = oo, afdalen λυπη = hij, 1.het verdriet 2.de pijn τροφη = hij, het voedsel εκ, εξ = +gen, uit ἓξ = zes δοξα = hij, de roem, de reputatie θαλαττα = hij, de zee πολεμος = ho, de oorlog ετι = nog τε και = en αλληλους = as, a, elkaar θανατος = ho ,de dood αιτιος = a, on, +gen, 1.schuldig aan iets 2.verantwoordelijk voor iets ὡσπερ = zoals ὁδος = hij, de weg νησος = hij, het eiland πολιτης = ho, de burger δεσποτης = ho, de meester αθλητης =ho, de atleet αδικος = os, on, onrechtvaardig βαρβαρος = os, on, 1.niet-Grieks 2.barbaars προς +acc= naar, tot bij προς +gen= van bij προς +dat = bij παρα +acc= naar, tot bij παρα +gen = van bij παρα +dat = bij απο = +gen weg van προ = +gen voor επι +acc = 1. naar 2. tegen επι +gen = op επι +dat = bij μετα +acc = na μετα +dat = met τοπος = ho de plaats θηριον = to het wilde dier αἰσχυνεσθαι = omai, zich schamen δεχεσθαι = omai, ontvangen βουλεσθαι = omai, willen αρχειν = oo +gen, heersen (over iemand/iets) αρχεσθαι = omai + gen, beginnen (met iets) φαινεσθαι = omai, schijnen ιεναι = erchomai, 1.gaan 2.komen γιγνεσθαι = omai 1.worden 2.gebeuren παραγιγνεσθαι = omai, erbij komen ἡδεσθαι = omai, blij zijn ,zich verheugen ευχεσθαι = omai, bidden, wensen αισθανεσθαι = omai +gen 1.(iets) bemerken 2. (iets) voelen οργιζεσθαι = omai + dat, boos worden (op iemand) μαλα = zeer οὑτος = hautij, touto, die,dat (aanwijzend) εκεινος = ij, o die dat (aanwijzend) αποκρινεσθαι = omai, antwoorden πολυς = lij, u veel μεγας = alij, a groot οὑτω(ϛ) = zo φιλος = ij, on + dat, geliefd το δειπνον = tou ou, de maaltijd διαφθειρειν = oo, verwoesten ὁ χρονος = tou ou, de tijd κλεπτειν = oo, stelen απολλυναι = umi, doden δεικνυναι = utonen, aantonen διδοναι = oomi, geven δυνασθαι = amai, kunnen επιστασθαι = amai, weten καθησθαι = ijmai, zitten ισταναι = ijmi, 1doen staan 2.opstellen καθισταναι = ijmi, 1.opstellen 2.aanstellen τιθεναι = ijmi, leggen, plaatsen φαναι = ijmi, 1.zeggen 2.beweren σκεπτεσθαι = omai, onderzoeken μανθανειν = oo, 1.leren 2.vernemen 3.beweren αμα = +dat 1.samen met 2.samen, tegelijk ευ = goed ει = als, indien η = 1.of 2.dan ηδη = al ισχυρος = a, on sterk αξιος = a, on +gen 1.waard 2.waardig οπλα = ta (mv) de wapens κομιζειν = oo, brengen ποιειν = oo, 1.maken 2.doen τιμωρειν = oo, straffen καλειν =oo, 1.roepen 2.noemen φοβεισθαι = oumai,vrezen οἰκειν =oo,1.wonen 2. bewonen ἀπορειν =oo,geen uitweg zien, radeloos zijn βοηθειν = oo +dat, (iemand)helpen ζητειν =oo, zoeken ἀδικειν =oo,onrechtvaardig behandelen δοκειν =oo, schijnen δοκει + NDG= moi,(ik) vind het, δοκει+ inf =moi, (ik) besluit te αἱρειν =oo, 1.nemen, grijpen 2.innemen σκοπειν =oo, onderzoeken δει = het is nodig βοαν =oo, roepen, schreeuwen τιμαν =oo, eren, huldigen ὁραν =oo,zien θεασθαι =oomai, bekijken τελευταν =oo, 1.eindigen 2.sterven νικαν =oo, overwinnen πειρασθαι =oomai, proberen ἐαν =oo, 1. Laten 2. toelaten γραφειν =oo, schrijven σταδιον =to, het stadion ἀφικνεισθαι =oumai, aankomen, bereiken ἐρωταν = oo,1.vragen 2.ondervagen δεισθαι = + gen omai,1.(iets) nodig hebben 2.(iets) vragen μαχεσθαι = + dat omai, strijden, vechten (tegen iemand/iets) χρησθαι = +dat oomai, (iets) gebruiken πλειν = pleoo, varen ποιητης =ho, de dichter σιγαν =oo, zwijgen γελαν =oo, lachen κριτης = ho,de scheidsrechter ζην =oo, leven γαμειν =oo, huwen ἀρεσκειν = +dat, oo (iemand) aanstaan, bevallen κεφαλη =hij, het hoofd κοπτειν = oo, slaan, hakken δολος = ho ,de list πιστευειν = + dat, oo, 1.vertrouwen op (iets/iemand) 2.(iemand) geloven πειθειν =oo, overtuigen πειθεσθαι = +dat, omai,1.(iemand) gehoorzamen 2.(iemand) geloven αφαιρειν =oo, wegnemen, roven πεδιον = to,de vlakte πρωτος = ij, on, eerste εγγυς = +gen ,dichtbij ἀποθνῃσκειν =oo, sterven τεταρτος = ij, on, vierde ἐνιαυτος = ho,het jaar μεγιστος = ij, on, 1.zeer groot 2.(de) grootste ὀμνυναι = mi, zweren ἐπιμελεισθαι = oumai, zorgen (voor iemand/iets) Σπαρτιατης = ho, de Spartaan Ἀθηναιος = a, on, Atheens Αθηναιος = ho,de Athener ἀρετη = hij, de voortreffelijkheid, de deugd στρατιωτης = ho, soldaat ἑπεσθαι = omai,(iemand) volgen πονος =ho, de last ἀπιεναι = omai, weggaan μαχη = hij,het gevecht μαλιστα = het meest, vooral θυειν =oo, offeren διαλεγεσθαι = +dat ,omai, spreken (met iemand) ἀρχη = hij, 1. het begin 2.de heerschappij δυνατος = ij, on, 1. Machtig 2. mogelijk ὀρθως = juist, terecht ἀριστος = ij, on,1. zeer goed 2. (de) beste ὑπνος = ho, de slaap ῥητωρ= ho,de redenaar ἡγεμων=hij, 1.de aanvoerder 2.de gids ἀρχων= ho,1.de aanvoerder 2.de archont ἀγων=ho, de wedstrijd ἀνηρ=ho, de man παις=ho, de jongen πους=ho, de voet πατηρ=ho, de vader Ἑλλην=ho, de Griek Ἑλλας=hij, Griekenland γυνη=hij, de vrouw ἐλπις=hij, de hoop πατρις=hij, het vaderland νυξ=hij, de nacht μητηρ=hij, de moeder θυγατηρ=hij, de dochter χειρ = hij, de hand σωμα = to, het lichaam ονομα =to, de naam πραγμα = to,1.de zaak 2. de handeling, de gebeurtenis στρατευμα = to, het leger χρημα = to,het ding χρηματα = ta,1.het geld, het bezit 2.de rijkdom αφρων = oon, on ,dwaas ευδαιμων = oon, on,gelukkig ουδεις = nos, niemand παλιν= opnieuw λαμβανειν=oo,nemen, gevangennemen, krijgen κατεσθιειν=oo, opeten ἐξελαυνειν=oo,uitdrijven, naar buiten drijven κρυπτειν= oo,verbergen καθιζεσθαι = omai,gaan zitten μεντοι=echter ποτε=ooit ἀδυνατος=os, on, onmogelijk ἡκειν=oo, 1.komen 2.gekomen zijn οὐδε= 1.en niet 2.ook niet 3.zelfs niet τρεις= eis, ia, drie δικαιος= a, on,rechtvaardig πλειων=oon, on, meer, talrijker μειζων=oon, on, groter θαττων=oon, on sneller ταχιστος = ij, on,1.zeer snel 2.de snelste κρατιοστος = ij, on, 1.zeer sterk 2.de sterkste βελτιστος = ij, on,1. zeer goed 2. de beste κρειττων = oon, on, 1.beter 2.sterker βελιτων = oon, on beter, verkieslijker αμεινων = oon, on, beter, degelijker ελαττων = oon, on minder ηττων = oon, on, 1.zwakker 2.slechter ὡς ταχιστα =zo snel mogelijk ἀληθως = echt, werkelijk ἁτε = +part, omdat καιπερ = + part ,hoewel γυμνος = ij, on, naakt πορευεσθαι = omai, optrekken, marcheren παυεσθαι = omai, ophouden φυγη = hij, de vlucht τιμωρεισθαι = oumai, straffen ὁρμαν = oo, starten, zich in beweging zetten δις = tweemaal ἑπτα = zeven Ἑλληνικος = ij, on, Grieks, Helleens νομιζειν = oo, menen, beschouwen als ἡγεισθαι = oumai, 1. Menen 2.beschouwen als ἀνεμος = ho, de wind κινδυνος = ho, het gevaar εννεα = negen πιπτειν= oo,vallen καθευδειν = oo,slapen ἀνοιγειν = oo,openen ἐναντιος = a, on, tegengesteld πολις =hij, 1.de stad 2.de stadstaat ἀκροπολις =hij, de citadel δυναμις =hij, 1.de macht 2.de legertroepen κρισις =hij,het oordeel πιστις =hij, het geloof πραξις =hij,1.de daad 2.de onderneming φυσις =hij,de natuur βασιλευς =ho, de koning ἱππευς =ho, de ruiter γονεις =hoi, de ouders φονευς =ho, de moordenaar ἱερευς =ho, de priester ἀνθος =to, de bloem γενος =to, de afkomst ἐθνος =to, de volksstam ἐτος =to,het jaar μερος =to, het deel ὀρος =to, de berg τειχος =to, de stadsmuur τελος =to, het einde ἀληθης =ijs, es, waar, echt ἀσθενης = ijs, es, 1.zwak 2.ziek ἀσφαλης = ijs, es, veilig πληρης =+ gen, ijs, es, vol (van iets) ὑγιης = ijs, es, gezond πλην = behalve οἱ μεν....,= sommigen… οἱ δε ....,=anderen… ἱερον=to, het heiligdom μεσοσ=ij, on, middelste εμοσ=ij, on,mijn Ζευσ=ho, Zeus τοιουτοσ=ij, o(n), zulke , zo’n, van die aard ὑπισχνεισθαι=oumai, beloven παλαι=al lang, sinds lange tijd ἡδεωσ=graag
Ingezonden op 08-06-2017 - 503x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!