Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour

89 #SO,hoofdstuk8&9: woorden D-N met mv&(vz+)4e nv&mv zn&vdw

Jaar 2 (Gymnasium)

Woorden, hoofdstuk 8:
das Haustier, die Haustiere=het huisdier, de huisdieren
der Goldfisch, die Goldfische=de goudvis, de goudvissen
der Hund, die Hunde=de hond, de honden
die Katze, die Katzen=de kat, de katten
die Maus, die Mäuse=de muis, de muizen
das Meerschweinchen=de cavia { m.v. bestaat niet }
das Fell, die Felle=het vel, de vellen
das Pferd, die Pferde=het paard, de paarden
das Schwein, die Schweine=het varken, de varkens
der Tierarzt, die Tierärzte=de dierenarts, de dierenartsen
das Tierheim, die Tierheime=het dierenasiel, de dierenasielen
ins Tierheim bringen=naar het asiel brengen
(im) Käffig (sitzen)=(in) de kooi (zitten)
das Kaninchen, die Kaninchen=het konijn, de konijnen
der Tierpark, die Tierpärke=de dierentuin, de dierentuinen
der Tierschutz, die Tierschutze=de dierenbescherming, de dierenbeschermingen
der Vogel, die Vögel=de vogel, de vogels
der Storch, die Störche=de ooievaar, de ooievaars
sauber machen=schoonmaken
spazieren gehen=wandelen
weich=zacht
niedlich=schattig
krank=ziek
beißen=beiten
bellen=blaffen
fressen=eten (bij dieren)
füttern=voeren
lieben=houden van
sitzen=zitten
streicheln=aaien
sehr=heel, erg
weil=omdat
an der Leine=aan de riem
die Aufmerksamkeit=de aandacht;de oplettendheid
der Bär, die Bären=de beer, de beren
der Bauernhof, die Bauernhöfe=de boerderij, de boerderijen
das Bein, die Beine=het been, de benen
die Feder, die Federn=de veer, de veren
das Futter=het voer { m.v. bestaat niet }
der Hals, die Hälse=de hals, de halzen;de nek, de nekken
der Kopf, die Köpfe=de kop, de koppen;het hoofd, de hoofden
das Körbchen, die Körbchen=het mandje, de mandjes
die Kuh, die Kühe=de koe, de koeien
das Maul, die Mäuler=de bek, de bekken
die Nase, die Nasen=de neus, de neuzen
das Ohr, die Ohren=het oor, de oren
die Pfote, die Pfoten=de poot, de poten
das Schaf, die Schafen=het schaap, de schapen
der Schnabel, die Schnäbel=de snavel, de snavels
der Schwanz, die Schwänze=de staart, de staarten
der Zahn, die Zähne=de tand, de tanden
die Ziege, die Ziegen=de geit, de geiten
der Zoo, die Zoos=de dierentuin, de dierentuinen
bald=binnenkort;spoedig
bunt=gekleurd
dick=dik
dünn=dun
langsam=langzaam
leicht=licht
schnell=snel
schwer=zwaar
traurig=treurig;verdrietig
versorgen=verzorgen
wenn=als;indien
Woorden, hoofdstuk 9:
die Liebe, die Lieben=de liefde, de liefdes
die Freundschaft, die Freundschaften=de vriendschap, de vriendschappen
das Vertrauen=het vertrouwen { m.v. bestaat niet }
die Ehe, die Ehen=het huwelijk, de huwelijken
das Gespräch, die Gesprächen=het gesprek, de gesprekken
die Situation, die Situationen=de situatie, de situaties
die Art, die Arten=de manier, de manieren
das Herz, die Herzen=het hart, de harten
der Kuss, die Küsse=de kus, de kussen
die Überraschung, die Überraschungen=de verrassing, de verrassingen
die Enttäuschung, die Enttäuschungen=de teleurstelling, de teleurstellingen
das Gefühl, die Gefühle=het gevoel, de gevoelens
das Glück=het geluk { m.v. bestaat niet }
die Eifersucht=de jaloezie { m.v. bestaat niet }
die Meinung, die Meinungen=de mening, de meningen
Schluss machen=het uit maken
lästern=roddelen
küssen=kussen
überraschen=verrassen
(sich) fühlen=(zich) voelen
ich fühle mich=ik voel me
behandeln=behandelen
heiraten=trouwen
quatschen=kletsen
vertrauen=vertrouwen
sich trennen=uit elkaar gaan
eider=helaas
schade=jammer
man=men
niemand=niemand
jemand=iemand
nett=aardig
der Liebeskummer=het liefdesverdriet { m.v. bestaat niet }
die Beziehung, die Beziehungen=de relatie, de relaties
die Hochzeit, die Hochzeiten=de bruiloft, de bruiloften
der Hochzeitstag, die Hochzeitstage=de trouwdag, de trouwdagen
der Valentinstag, die Valentinstage=de Valentijnsdag, de Valentijnsdagen
der Humor, die Humore=de humor { m.v. bestaat niet in NL, dus oef je niet te vetalen}
die Eigenschaft, die Eigenschaften=de eigenschap, de eigenschappen
zusammen=samen
gemeinsam=samen;gezamenlijk
miteinander=met elkaar
allein=alleen;in je eentje
verheiratet=getrouwd
humorvoll=humoristisch
lustig=grappig;vrolijk
sympathisch=sympathiek
(un)treu=(on)trouw
eifersüftig=jaloers
ehrlich=eerijk
hübsch=knap;mooi
sportlich=sportief
begeistert=enthousiast
verrückt=gek
witzig=grappig
zuverlässig=betrouwbaar
anmachen=versieren
hoffen=hopen
sich verlieben in=verliefd worden op
sich verknallen in=verliefd worden op (omgangstaal)
betrügen=bedriegen
kuscheln=knuffelen
ist egal=maakt niet uit
sofort=onmiddelijk
Na de voorzetsels durch, für, ohne, gegen en um...= (komt de vierde naamval*)(komt een lijdend voorwerp)(komt de eerste naamval)(komt het onderwerp)
durch=door
für=voor
ohne=tegen
gegen=zonder
um=om
De 4e naamval bij der-woorden heeft dezelfde uitgangen als de eerste, behalve bij=(mannelijk*)(vrouwelijk)(onzijdig)
In de 4e naamval wordt der=den
In de 4e naamval wordt ein (m)=einen
Je maakt een regelmatig v.d.w. met=(ge+stam+t*)(ge+stam)(ge+stam+en)(ge+stam+d)
Bij een regelmatig w.w. dat eindigt op een t of d, maak je het v.d.w, met=(ge+stam+et*)(ge+stam)(ge+stam+en)(ge+stam+ed)
Bij een regelmatig w.w. dat eindigt op ieren, maak je het v.d.w. met=(ge+stam+t)(stam*)(ge+stam+en)(ge+stam+d)
Het v.d.w. van haben=gehabt
Het v.d.w. van sein=gewesen
Het v.d.w. van werden=geworden
Bij mv krijgen reg. m woorden=(trema/Umlaut+e*)(nen, en of n)(-e)(niks)
Bij mv krijgen reg. v woorden=(trema/Umlaut+e)(nen, en of n*)(-e)(niks)
Bij mv krijgen reg. o woorden=(trema/Umlaut+e*)(nen, en of n)(-e)(niks)
Bij mv krijgen reg. m en o woorden, eindigend op -el, -en of -er=(trema/Umlaut+e)(nen, en of n)(-e)(niks*)

Ingezonden op 08-06-2017 - 1938x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 13-06-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Bij ieder zelfstandig naamwoord staat ook het meervoud, want de meervouden in het Duits zijn eigenlijk niet voorspelbaar en het boek doet het bij sommige zelfstandignaamwoorden er wel bij en bij sommigen niet. Het is ook niet zo dat het de meervouden er alleen bij doet als ze onregelmatig zijn. Als je ooit nog een meervoud wil opzoeken, doe je dat alsvolgt:
1. Ga naar google
2. Zoek in google naar lidwoord+spatie+woord+spatie+wiktionary
3. De eerste wiktionary-site geeft je het meervoud (en alles wat je normaal verder in een
woordenboek tegenkomt en de herkomst.)(De tweede site gaat over de etymologie en
eigenschappen van het woord.)
!!. Als je zonder het lidwoord zoekt komen de zoekresultaten op een andere volgorde.

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

TrabiTour

89 #SO,hoofdstuk8&9: woorden D-N met mv&(vz+)4e nv&mv zn&vdw