Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Epidemiologie
› 10 Precisie en accuraatheid
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Epidemiologie
, deel 10
10 Precisie en accuraatheid
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Precisie = beantwoordt de vraag: als de meting herhaald wordt, komt er dan nog steeds hetzelfde resultaat uit Accuraatheid = beantwoordt de vraag: komt het resultaat van de meting overeen met de werkelijkheid Systematische fout = bias of vertekening, een lage accuraatheid is een indicatie voor de aanwezigheid van één of meerdere systematische fouten waardoor het resultaat afwijkt van de werkelijke waarde Betrouwbaarheidsinterval (BI) = als een studie 100x herhaald wordt en elke keer met een 95% BI rond de gemiddelde waarde komt dan is in 95% van de gevallen de werkelijke waarde in het 95% BI ingesloten Standard error of the mean = wortel van [de kans*(1-de kans)/totale aantal dieren] (SEM) Berekening BI = de kans +(onder) en -(boven) de Z-waarde * SEM ([de kans*(1-de kans)/totale aantal dieren]) Selectiebias = wanneer de steekproef niet representatief is voor de populatie of wanneer participatie in de te vergelijken groepen samenhangt met de uitkomst Informatie-/misclassificatiebias = wanneer de wijze waarop informatie wordt verzameld verschillend is tussen de te vergelijken groepen Waarnemersbias = wanneer controleert anders door de gevallen dan voor de controles, oplossing is bv. blinding Herinneringsbias (recall bias) = de eigenaar herinnert zich iets anders dan de onderzoek of meer/minder. Of eigenaars met een ziek dier (vaak diarree bv.) kunnen zich beter herinneren welke voeders zij gegeven hebben Responsbias = in follow-up onderzoek wanneer ziekte in de ene groep anders wordt opgespoord of ingedeeld dan in de andere Verstoring of confounding bias = het verwarren van het effect van één determinant met dat van een andere. Bv. behandeling na koliek operatie had volgens berekening geen effect, maar bleek na nieuwe berekening op dunne vs. dikke darm welk effect op dunne darm te hebben, het risico op de aandoening bij dunne darm koliek was veel groter en de behandeling had daarbij wel effect Restrictie = selectie door de onderzoeker zelf om de storende factoren uit de steekproef te filteren Matching = de controlegroep wordt voor bepaalde kenmerken gelijk gemaakt aan de gevallengroep (ras, voeding, vaccinaties, medicaties, hokbezetting, etc.) Statistische aanpassing = het effect van de bestudeerde risicofactor op de ziekte wordt gecorrigeerd voor het effect van de confounder
Ingezonden op 23-06-2017 - 1239x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!