Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Of course!, deel 2e druk

1 You

Jaar 4 (vwo)

bovennatuurlijk = supernatural
geboeid raken door = to become fascinated
grootbrengen = to raise
minder belangrijk, kleiner = minor
nadeel = disadvantage
ongelooflijk = incredible
op school zitten = to attend school
over het algmeneen = generally
overleven = to survive
terechtkomen, (verzeild) raken = to run into
traceren, naspeuren = to track
van plan zijn = to intend
vergelijkbaar, soortgelijk = similar
vervelen = to bore
verwijzen naar = to refer to
to acknowledge = erkennen
to censor = ongewenste delen schrappen
emerge = tevoorschijn komen
inane = dom en inhoudloos
to pace up and down = ijsberen, op en neer lopen
to pick on = afgeven/vitten op iemand
realm = gebied (van activiteit, belangstelling)
to start from scratch = helemaal opnieuw beginnen
spark = plotseling doen ontstaan
springboard = springplank
vicious = zeer gemeen
bereiken = accomplish
beschikbaar = available
komen opdagen = showed up
niet weten wat te doen of wat te zeggen = at a loss
o.a.; onder andere = a.o.; among other things
op de markt brengen = to launch
plotseling grijpen = grab
podium, toneel = stage
snotteren, neus ophalen = to sniff
trouw = loyal
uitbrengen = to release
vervolg = follow-up
waarderen = to appreciate
warenhuis = department store
aisle = gang (in winkel, kerk, trein)
citizenship = staatsburgerschap
fragrance = parfum
to ponder (on) = goed nadenken over
prior to = voorafgaand aan
renounce = formeel afstand doen van
sniffles = lichte verkoudheid, verstopte neus
speculation = gissen, schatting
supportive = aanmoedigend, steunend
venue = plaats voor een bijeenkomst of evenement
beginnen, aanvangen = to set out
bepaald = particular
bezorgdheid = concern
bidden = to pray
deprimerend, neerslachtig = depressing
diploma = qualification
doorgaan (met) = to carry on
eenheid = unit
eigenaar = owner
geduld = patience
geestelijk = spiritual
godsdienst = religion
graag mogen, gek zijn op = to be keen on
griezel = horror
mannelijk = male
mislukking = failure
moedertaal = native language
op dit moment, nu = currently
opnemen = to record
opoffering = sacrifice
opsporen = to detect
overwinnen = to conquer
pesten = to bully
scheiden = to divorce
spanning (tussen mensen) = tension
stom, dom = dumb
troosten = to comfort
van gedachten veranderen = change my mind
vastberadenheid = determination
verantwoordelijkheid = responsibility
verple(e)g(st)er = nurse
vertellen = to relate
voorkomen = to prevent
wanhopig = desperate
zich vestigen = to settle
ziekenzaal = ward
to abandon = opgeven
blessed = gezegend
to clash = (met elkaar) botsen
to confide in somebody = iemand in vertrouwen nemen
cosy = gezellig, warm
to distract = afleiden
faith = geloof, vertrouwen
foundation = basis, fundering
hairdressing = kap
hairdresser('s) = kapper
initially = aanvankelijk, in eerste instantie
puzzled = verbaasd, verbijsterd
to relieve someone from .. = iemand (iets) uit handen nemen
scary = angstaanjagend, eng
simultaneously = tegelijkertijd
tenant = huurder
aankondigen = to announce
aannemen, veronderstellen = to assume
afkeuring = disapproval
bang = scared
behandelen = to treat
bij elkaar passen = match
bij elkaar passende kleding = outfit
bron = source
dwarszitten, irriteren = to bother
eigenlijk = actually
klacht = complaint
klagen = to complain
klas = form; grade
lesuur = period
mikpunt, doel = target
negeren = to ignore
nu en dan; af en toe = occasionally
omgeving = environment
onzeker = insecure
opvallen = stand out
reageren op iets of iemand = to respond to something or somebody
toegeven = admit
uiterlijk = appearance
van streek = upset
verkrijgen, verwerven = to gain
zich installeren = to settle in
brand = merk
to conform to = zich voegen naar; zich aanpassen aan (regel, wet)
counselor = decaan
critic = criticus, beoordelaar
to focus on = zich concentreren op
hostile = vijandig
strap = bandje
stubborn = koppig
to tease = plagen
torment = kwelling
akkoord gaan met = to go along with
bekennen (aan de politie) = to confess
bestelling = order
glijpen = slip
overtuigen = to convince
pakken, grijpen = grab
pijnlijk, gênant = embarrassing
schuldig = guilty
verwacht worden, eraan komen = is due
verzorgen = to nurse
voorval, incident = incident
wanhopig = desperately
to despise = verachten
extension = verlenging
to glue = lijmen
aanvankelijk = at first
alhoewel, echter = however, though
amusement(s...) = entertainment...
daarna = afterwards
daarom = therefore
gelukkig = luckily
middelbare school = secondary school
om = in order to
spoedig = soon
ten slotte = at last
tenzij = unless
tot(dat) = until
uiteindelijk = finally
zodat = so that
to approve (of) = goedkeuren

Ingezonden op 20-09-2009 - 1920x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 5)

voting system
1
2
3
4
5

Voor zover ik weet geen spelfouten, juiste volgorde aangehouden, alle woordjes uit hoofdstuk 1, exclusief expressions en grammatica.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Of course!, deel 2e druk

1 You