Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels V4
› 1 Finish Up 13-16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels V4
1 Finish Up 13-16
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
trousers = lange broek to tear, tore, torn = scheuren to fit = passen fitting room = paskamer jewel = jewel bracelet = armband necklace = halsketting chain = ketting pendant = hanger gem, precious stone = edelsteen genuine, real = echt fake = namaak, vals jewellery = sierraden, juwelen gift = cadeau splendid = prachtig decent = fatsoenlijk belt = riem, ceintuur underwear = ondergoed scarf = das, sjaal headscarf = hoofddoek veil = sluier to catch on = aanslaan chips = friet crisps = chips scarce = schaars hardly, scarcely, barely = nauwelijks wholesome = gezond (van voedsel) cereal = graanproduct pie = pasteitje fit, suitable = geschikt curious, peculiar = eigenaardig roll, bun = broodje herb = kruid flavour = smaak to complain = klagen complaint = klacht to feed, fed, fed = voeren to nourish = voeden nutritious = voedzaam malnutrition = ondervoeding shortage = tekort famine = hongersnood to starve = van de honger omkomen starvation = honger to cater = verzorgen, cateren main course = hoofdgerecht starter = voorgerecht dessert = nagerecht to consist of = bestaan uit to prefer (to) = liever hebben (dan) preference = voorkeur chef = (chef)kok to pass on = doorgeven blunt = bot to mix = mengen landlord = caféhouder, waard pub = café licence = vergunning to decline = afslaan empty = leeg barrel = vat contents = inhoud to contain = bevatten spirits, liquor = sterke drank grape = druif waiter = ober to serve = bedienen clumsy = onhandig additive = toevoeging. tray = dienblad recipe = (kook)recept to preserve = bewaren to decay = bederven perishable = bederfelijk to bother = moeite doen liquid = vloeistof drink, beverage = drank, drankje to swallow = slikken to choke = stikken mushroom = paddenstoel edible = eetbaar tin, can = blikje gadget, device = apparaatje appliance = apparaat domestic = huishoudelijk to do the dishes, to wash up = afwassen sink = gootsteen tap = kraan utensil = gebruiksvoorwerpen booze = drank pastry = gebakje drunk = dronken sober = nuchter hangover = kater to squeeze = (uit)persen
Ingezonden op 27-06-2017 - 446x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-06-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!