Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

A1.1 Spaans beginners 1

4 Dar información personal (2)

a las nueve de la noche = om negen uur 's avonds
a que te dedicas = wat doe je voor werk
a veces es dificil = soms is het moeilijk
abrir = openen
agente inmobiliario, el/la = de makelaar
alguien = iemand
alli = daar
aprender = leren
aqui = hier
arena fina, la = het fijne zand
asi es = zo is het
ayudamos a la gente = we helpen de mensen
bailar = dansen
banista, el/la = de badgast
bastante bien = best goed
bloguero/a, el/la = de blogger
bocadillo de queso, un = een broodje kaas
cada dia = elke dag
cantante, el/la = de zanger; de zangeres
cantar = zingen
capital, la = de hoofdstad
casi todo = bijna alles
casi todos = bijna allemaal
cocinero/a, el/la = de kok; de kokkin
compartimos un piso = we delen een appartement
compartir = delen
comprar = kopen
comprender = begrijpen
correo electronico, un = een email
de mayo a octubre = van mei tot oktober
desear = wensen
electricista, el/la = de electricien
en autobus = met de bus
en bici = op de fiets
en coche = met de auto
en la panaderia = bij de bakker
en la playa = op het strand
en tren = met de trein
en una banco = bij een bank
en verano = in de zomer
eres de aqui = kom je hier vandaan
escribo articulos sobre … = ik schrijf artikelen over …
escuchar = luisteren (naar)
estoy jubilado/a = ik ben gepensioneerd
estudiante, el/la = de student
fiesta, una = een feest
gerente, el/la = de directeur; de directrice
hablar = spreken
informatico/a, el/la = de ict-er
inviados, los = de gasten
leer = lezen
limpiar = schoonmaken
masajista, el/la = de masseur; de masseuse
medico/a, el/la = de arts
mis padres = mijn ouders; mijn vaders
nino perdido, un = een kind dat is verdwaald
no me acuerdo = ik kan het me niet herinneren
no, no somos de aqui = nee, we komen hier niet vandaan
otros idiomas = andere talen
pagar = betalen
periodista, el/la = de journalist; de journaliste
perro, el = de hond
picadura de medusa, una = een kwallenbeet
profesor/a, el/la = de leraar; de lerares
provincia, la = de provincie
recepcionista, el/la = de receptionist; de receptioniste
sector turistico, el = de toeristische sector
ser = zijn
sobre todo = vooral
socorrista, el/la = de strandwacht
sois de aqui = komen jullie hier vandaan
tan interesante = zo interessant
terraza, una = een terras
tienda de ropa, una = een kledingzaak
todo el ano = het hele jaar
tomar = nemen
trabajar = werken
trabajo muy gratificante, un = dankbaar werk
turistas extranjeros, los = de buitenlandse toeristen
vender = verkopen
viven juntos = ze wonen bij elkaar
vivir = wonen
yo pago mas = ik betaal meer

Ingezonden op 27-06-2017 - 393x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 02-07-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

A1.1 Spaans beginners 1

4 Dar información personal (2)