Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Wereldwijs

5 Nederland veranderd

Jaar 2 (havo/vwo)

agglomeratie = nederzetting waarvan de bebouwing is samengesmolten met de buurtgemeenten
bevolkingskrimp = afname van de bevolking
ecologische hoofdstructuur (EHS) = netwerk van natuurgebieden
forensisme = dagelijkse trek van mensen tussen woongemeente en werkgemeente
inklinking = daling van het grondoppervlak door het onttrekken van grondwater
landbouwontwikkelingsgebied (LOG) = gebied waar de intensieve veehouderij mag uitbreiden
landelijk gebied = gebied dat bestaat uit landbouwgebieden, natuur- en cultuurlandschappen en kleine nederzettingen
landinrichting = landschapsontwikkeling in een landelijk gebied, waarbij naast de landbouw ook natuur, cultuurlandschap en recreatie een plaats krijgen
mobiliteit = gemak waar iemand zich mee verplaatst
nationaal landschap = groot gebied waar de regering de mooie, oude, landschappelijke waarden extra beschermt
nationaal park = beschermend natuurgebied van minstens 1000 ha met zeldzame natuurwaarden
relatieve zeespiegelstijging = stijging van de zee ten opzichte van het land
renovatie = opknappen van slechte woningen
re-urbanisatie = hernieuwende trek naar de stad
sanering = sloop van slechte woningen, gevolgd door nieuwbouw
stadsgewest = stad en omliggende gemeenten, met veel onderlinge relaties
stedelijk netwerk = aantal stafgewesten met veel onderlinge contacten
suburbanisatie = trek vanuit de stad naar de buitenwijken of het platteland
urbanisatie = trek van het platteland naar de stad
verpaupering = het in verval raken van een deel van de stad
bestemmingsplan = bindend, gedetailleerd plan voor de inrichting van de ruimte in een gemeente
projectontwikkelaar = private ondernemer die grond opkoopt en grote bouwprojecten ontwerpt en uitvoert
ruimtelijke ordening = samenleving en ruimte zo goed mogelijk aan elkaar aanpassen
structuurvisie = plan van de overheid of een provincie waarin op hoofdlijnen de inrichting van de ruimte wordt vastgelegd
verrommeling = willekeurig bebouwen van de ruimte
binnenstad = historisch deel van de stad, gebouwd vóór de industriële revolutie
concentratie = opeenhoping van bebouwing op een relatief klein gebied
deconcentratie = verspreiding van bebouwing over een relatief groot gebied
gated communities = afschermende en bewaakte woonwijken in steden
gebundelde deconcentratie = bebouwing vooral situeren in steden met daaromheen op relatief korte afstand een aantal kleine groeikernen
gentrification = opwaardering van wijken in economisch, sociaal en cultureel opzicht doordat hoogopgeleide jongeren in de stad gaan wonen en daar de oude huizen opknappen
inbreiding = bebouwen van open delen in de stad
stadscentrum = deel van de stad met een sterke concentratie van winkels, horeca, groothandel, kantoren enz.
Vinex-wijk = grote nieuwbouwwijk aan de rand van een stad

Ingezonden op 27-06-2017 - 510x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Hallo allemaal,
Deze begrippenlijst heeft ook de extra en plus begrippen (VWO).
Als er fouten zijn hoor ik het graag!

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Wereldwijs

5 Nederland veranderd