Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans beginners/gevordenen 2014
› 21
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans beginners/gevordenen 2014
hoofdstuk 21
Jaar 2 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
el medio ambiente = het milieu el parque nacional = het natuurpark la reserva biológica = het natuurreservaat la reserva forestal = het bosreservaat el medio cultural = de culturele omgeving el medio natural = de natuuromgeving el área natural = het natuurgebied perturbar = ontregelen la fauna = de fauna la naturaleza = de natuur reciclar = recyclen especies en peligro de extinción = bedreigde diersoorten el turismo ecológico; el ecoturismo = het ecotoerisme el bienestar = het welzijn la ONG = de NGO la sostenibilidad = de duurzaamheid afear = ontsieren agruparse = samenscholen alarmarse = ongerust worden apresurarse = zich haasten asequible = toegankelijk la avalancha = de lawine fijar carteles = biljetten aanplakken la cucharada = de schep (eetgerei); de (eet)lepel el champú = shampoo dar guerra = lastig zijn decretar = uitvaardigen desplomarse = uitzakken el secador; el difusor = de straalkachel; de föhn disolver = oplossen ensuciarse = zich vuil maken; vuil worden la escándalo = het lawaai la espuma = het schuim exponer = blootstellen el florero = de (bloemen)vaas frotar = wrijven moldeador = modelleer la muñeca = de pop obediente = gehoorzaam la ordenanza local = de plaatselijke verordening la plancha a vapor = de stoomstrijkijzer la rana = de kikker teñir = verven decir tonterías = onzin uitkramen ablandar = zachtjes bakken aguacate = avocado añadir = toevoegen aplastar = fijnprakken el bol = de schaal la cazuela = d eran; de aardwerken schaal cintas = lintmacaroni la chalota; la escalonia = het sjalotje en dados = in dobbelsteentjes al dente = beetgaar escurrir = laten uitlekken laminar = in plakjes snijden nuez moscada = nootmuskaat picar = fijnhakken una pizca = een snufje la pulpa = het vruchtvlees rallado = geraspt el recipiente = de schaal rehogar = smoren; sauteren salpimentar = kruidenier zout en peper salsa = saus templado = gematigd; lauw tierno = zacht; mals el zumo = het sap
Ingezonden op 28-06-2017 - 686x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!