Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans woordenschat 1RPR PXL 2016-2017
› 1 CHAPITRE 1 PRÉSENTATIONS ET USAGES
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans woordenschat 1RPR PXL 2016-2017
, deel 1
1 CHAPITRE 1 PRÉSENTATIONS ET USAGES
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
un baiser, un bisou, une bise =een kus la joue=de wang une réunion=een bijeenkomst, een vergadering un vœu=een wens Noël=Kerstmis le jour de l’an=Nieuwjaarsdag le Premier de l’an=Nieuwjaarsdag le réveillon de Noël/du Nouvel An=de dag voor Kerst of voor Nieuwjaar un anniversaire=een verjaardag un deuil=een sterfgeval un décès=een overlijden un mariage=een huwelijk une naissance=een geboorte poli=beleefd impoli = onbeleefd présenter quelqu’un à quelqu’un = iem. aan iem. anders voorstellen faire la connaissance de quelqu’un=kennis maken met iem/iem. leren kennen saluer quelqu’un=iemand groeten embrasser quelqu’un, s’embrasser=kussen, zoenen insulter quelqu’un = iemand beledigen une insulte = een belediging souhaiter qqch à qq’un=iemand iets (toe)wensen se passer = gebeuren passer = langskomen, langsrijden réveillonner=een feestmaal houden (bij Kerst of Nieuwjaar). éternuer=niezen trinquer=(op iets) klinken serrer la main de quelqu’un=iemand de hand drukken (…geven) faire un baiser=iem. een kus(je) geven prendre quelqu’un dans les bras = iemand omhelzen laisser passer une personne=iem. laten voorgaan demander des nouvelles (de la santé, de l’humeur, du travail)=vragen … (naar de gezondheid, het humeur, het werk…) apprendre une nouvelle=iets vernemen présenter ses condoléances=zijn deelneming betuigen réussir un examen=slagen op een examen Enchanté(e) de vous connaître=aangename kennismaking Il n’y a pas de quoi.=graag gedaan Rassure-toi.=wees gerust. wees niet bezorgd. Ça te va, ça vous va=is het OK voor jou / u ? Je suis pris.=ik ben bezet Ça a été.=het ging, het was niet moeilijk Compris?=begrepen ? Je suis désolé(e)!=het spijt me Je suis de tout cœur avec toi.= ik ben met mijn hart bij jou - ik denk veel aan jou (meestal bij een droeve gebeurtenis) Chapeau!=knap ! Bon courage!=sterkte ! (als iem. iets moeilijk of vervelend moet doen). À tes/vos souhaits!=gezondheid ! (bij het niezen) À la tienne/vôtre!=op je/uw gezondheid ! Tchin-tchin!=op je/uw gezondheid !
Ingezonden op 05-08-2017 - 322x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!