Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Follow-Up
› 1 1 t/m 12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Follow-Up
, deel 1
1 1 t/m 12
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1 to educate = opleiden education = opleidingg/onderwijs nursery school/kindergarten = kleuterschool primary school = basisschool secondary school = middelbare school comprehensive (school) = scholengemeenschap grammar school = gymnasium boarding school = kostschool subject = vak to innovate = vernieuwen innovation = vernieuwing innovative = vernieuwend to graduate = afstuderen graduate = afgestudeerde scholarship = studiebeurs to enable = in staat stellen boring/dull/tedious = saai to be bored = zich vervelen to skip = overslaan term = periode/trimester mark/grade = cijfer to pass = slagen voor to fail = zakken voor pass/pass mark = voldoende fail/fail mark = onvoldoende mathematics/maths = wiskunde unless = tenzij average = gemiddeld actually = eigenlijk diary = agenda/dagboek 2 certificate = diploma knowledge = kennis superficial = oppervlakkig gymnasium = sportzaal gym = gymzaal level = niveau to neglect = verwaarlozen nickname = bijnaam angle = hoek oral = mondeling to compare = vergelijken comparison = vergelijking illiterate = analfabeet illiteracy = analfabetisme to praise = prijzen vocabulary = woordenschat advanced = gevorderd to intend = van plan zijn to satisfy = tevredenstellen satisfaction = tevredenheid/voldoening (un)satisfactory = (on)bevredigend progress = vorderingen/vooruitgang rapid = snel course = cursus extract = uittreksel grant = studietoelage to oblige = verplichten obligation = verplichting compulsory/obligatory = verplicht to remain = blijven 3 to assess = beoordelen assessment = beoordeling stern/strict = streng lenient = soepel to disturb = storen career = loopbaan/carrière careers teacher = decaan lecture = college to attend = bijwonen to quote = citeren quotation = citaat summary = samenvatting main = voornaamste chief = hoofd- science = wetenschap scientist = wetenschapper scientific = wetenschappelijk physics = natuurkunde to develop = ontwikkelen development = ontwikkeling option = keuze/optie optional subject = keuzevak truant = spijbelaar to play truant = spijbelen truancy = spijbelgedrag rule = regel to apply = toepassen against = tegen anything but = allesbehalve diligent/industrious = ijverig diligence = ijver to expel = wegsturen to be at stake = op het spel staan 4 relationship = relatie engaged = verloofd engagement = verloving to celebrate = vieren to divorce = scheiden divorce = scheiding because of/on account of = vanwege to live together/to cohabit = samenwonen to separate = uit elkaar gaan single = alleenstaand to desert/to abandon = in de steek laten to bring up/to raise = grootbrengen foster parents = pleegouders stepfather = stiefvader relative = familielid orphan = wees ancestor = voorouder to descend (from) = afstammen (van) descendant = afstammeling bachelor = vrijgezel parental = ouderlijk adult = volwassene grown-up = volwassen to regard/to consider = beschouwen acquaintance = kennis striking = opvallend in common = gemeen(schappelijk) among = onder to owe (to) = te danken hebben (aan) 5human = menselijk appearance = uiterlijk scar = litteken familiar = bekend/vertrouwd tan = bruine kleur sensitive = gevoelig to expose (to) = blootstellen (aan) exposure =blootstelling sight = gezichtsvermogen perspiration = transpiratie bald = kaal to dye = verven (haar/kleding) muscle = spier plastic surgery = plastische chirurgie to remove =verwijderen obese = zwaarlijvig obesity = zwaarlijvigheid slim = slank to slim = afslanken/afvallen features = gelaatstrekken wrinkle = rimpel to resemble/to to look like = lijken op resemblance =gelijkenis remarkable = opmerkelijk graceful = gracieus/sierlijk skull = schedel sense = zintuig naked/nude = naakt 6
Ingezonden op 17-08-2017 - 188x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!