Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans I. Werbrouck
› 5 9 Mijn werwoordenlijst 9° jaar
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans I. Werbrouck
, deel A
5 9 Mijn werwoordenlijst 9° jaar
Jaar 9 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
achantar = bang maken, schrik aanjagen acoger(acojo) = ontvangen (personen) en ook "verzorgen" acurrucarse = neerhurken, ineen duiken, zich nestelen tegen WW adecentar = terug net maken, fatsoeneren, "decent" maken amedrentar = vrees aanjagen, bang maken, intimideren amedrentarse = bang worden, zich bedreigd voelen WW amonestar = waarschuwen, vermanen amordazar = knevelen antojarse = toeschijnen, lijken, het in zijn hoofd halen / ineens zin hebben, ineens iets willen WW apesadumbrarse = verdrietig worden WW atenerse (atengo, ie) = zich onderwerpen aan, zich houden aan, weten waar je aan toe bent WW burlar = de draak steken met iemand, "voor de zot" houden calumniar = belasteren, vals beschuldigen carraspear = de keel schrapen, kuchen ceñirse(i) = omgorden, omringen, omsluiten / zich houden aan, zich beperken tot WW checar = controleren, "checken" cojear = manken columpiar = schommelen (schommel) congeniar = het goed met elkaar vinden, goed overeenkomen deambular = rondlopen, slenteren demolir = afbreken, slopen descabalgar = van zijn paard afstijgen desencajar = ontwrichten, "uit de lijst rukken" desentenderse(ie) = doen alsof, zich dom gebaren, er zich niets van aantrekken WW desquiciar = iemand tot wanhoop drijven, gek maken desquiciarse = zich gek maken in, zich in wanhoop laten gaan WW devanear = "zeveren", domme praat vertellen empinar = optillen, opheffen, scheef houden om te drinken encañonar = onder schot houden encaramarse = zich optrekken, opklimmen (ook figuurlijk) WW enchironar = in de cel gooien, opsluiten encomendar = toevertrouwen, verantwoordelijkheid geven encomendarse = zich toevertrouwen, zich in handen geven van WW encorporarse = zich oprichten, rechtstaan / toetreden tot encumbrarse = zich opwerken, promoveren WW enmarañar = compliceren, moeilijk maken ensañarse = wreed behandelen enunciar = formuleren, uiteenzetten, interpreteren erguir = oprichten, rechtopzetten erguirse = overeind komen, zich oprichten WW erigir (irgo, yergo/irgues, yergues/irgue, yergue/erguimos/ erguís/ irguen,yerguen) = oprichten, benoemen escabullirse = wegglippen, wegsluipen WW escarbar = krabben, rakelen (in het vuur) omwroeten, poken, aanwakkeren (vuur) espabilar = wakker schudden, opwekken, doen opschieten estancar = doen stagneren, doen stilstaan, afdammen, blokkeren estancarse = blijven stilstaan, stokken WW estrujar = uitwringen, verstikken(omhelzing) ook figuurlijk farfullar = mompelen, hakkelen, brabbelen fisgonear = snuffelen, neuzen, nieuwsgierig zijn (neg) habituarse = zich gewoon maken, zich gewennen WW hincar = insteken, inslaan, planten hincarse = knielen husmear = snuffelen (hond) incautarse = aanslaan, confisqueren, beslag leggen inducir = bewegen, overhalen, overreden, afleiden, opwekken jactarse = zich laten voorstaan op, snoeven, opscheppen WW otear = bespeuren vanop een hoogte percatarse de = zich plots realizeren, plots opmerken WW presuponer = veronderstellen, vermoeden prever = voorzien, in de toekomst kijken pulir = polijsten ratificar = bekrachtigen, ratificeren recabar = opeisen, opvragen van (gegevens) claimen, verzamelen rechinar = klapperen (met de tanden) recriminar = verwijten, beschuldigen refunfuñar = morren, foeteren repostar = hervullen (benzine) reprochar = verwijten resollar = zwaar ademen, nog teken van leven geven reventar = doen ontploffen, doen barsten, kapot maken (van een persoon), lastig vallen, ergeren reventar = openknallen, breken / ambeteren, kwaad maken rezar = bidden, opzeggen van iets...(mompelen) sacar de quicio = kwaad maken, erg ambeteren, "uit zijn vel schieten" turbar = verstoren, in verlegenheid brengen, onrustig maken urgir = spoed vereisen usurear = lenen tegen woekerrente, woekeren vacilar = aarzelen, twijfelen / wankelen, waggelen, schommelen / grapjes maken vitorear = toejuichen, victorie kraaien yugular = stopzetten, afkappen
Ingezonden op 27-08-2017 - 1317x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!