Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Suzanne
› 0 irregular verbs 1-75
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Suzanne
, deel 4
0 irregular verbs 1-75
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
zijn/worden=be, was/were, been verslaan=beat, beat, beat worden=become, became, become beginnen=begin, began, begun wedden=bet, bet, bet bijten=bite, bit, bitten bloeden=bleed, bled, bled blazen=blow, blew, blown breken=break, broke, broken brengen=bring, brought, brought uitzenden=broadcast, broadcast, broadcast bouwen=build, built, built kopen=buy, bought, bought vangen=catch, caught, caught kiezen=choose, chose, chosen komen=come, came, come kosten=cost, cost, cost snijden=cut, cut, cut graven=dig, dug, dug doen=do, did, done tekenen=draw, drew, drawn drinken=drink, drank, drunk rijden=drive, drove, driven eten=eat, ate, eaten vallen=fall, fell, fallen voelen=feel, felt, felt vluchten=flee, fled, fled vechten=fight, fought, fought vinden=find, found, found vliegen=fly, flew, flown verbieden=forbid, forbade, forbidden vergeten=forget, forgot, forgotten krijgen=get, got, got geven=give, gave, given gaan=go, went, gone groeien=grow, grew, grown hebben=have, had, had hangen=hang, hung, hung horen=hear, heard, heard verbergen=hide, hid, hidden raken=hit, hit, hit pijn doen=hurt, hurt, hurt houden=keep, kept, kept weten=know, knewn, known leren=learn, learnt, learnt verlaten=leave, left, left laten=let, let, let liggen=lie, lay, lain verliezen=lose, lost, lost maken=make, made, made menen=mean, meant, meant ontmoeten=meet, met, met betalen=pay, paid, paid zetten/leggen=put, put, put ophouden met/verlaten=quit, quit, quit lezen=read, read, read rijden=ride, rode, ridden opbellen=ring, rang, rung zeggen=say, said, said rennen=run, ran, run zien=see, saw, seen verkopen=sell, sold, sold verzenden=send, sent, sent plaatsen=set, set, set schieten=shoot, shot, shot laten zien=show, showed, shown zingen=sing, sang, sung zinken=sink, sank, sunk zitten=sit, sat, sat slapen=sleep, slept, slept ruiken=smell, smelt, smelt spreken=speak, spoke, spoken spellen=spell, spelt, spelt doorbrengen=spend, spent, spent staan=stand, stood, stood
Ingezonden op 31-08-2017 - 371x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!