Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
EvantailLisa
› 24 Cédric veut des pommes.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
EvantailLisa
, deel 2
24 Cédric veut des pommes.
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een winkel = un magasin het is te ver = c'est trop loin te veel (konijnen) = trop de (lapins) Bravo! = Bravo! kopen = acheter eten = manger vallen = tomber begrijpen = comprendre ik begrijp = je comprends kunnen = pouvoir ik kan = je peux mogen = pouvoir ik mag = je peux bang zijn, schrik hebben = avoir peur bang zijn voor (die hond) = avoir peur de (ce chien) ban zijn om te (vallen) = avoir peur de (tomber) opletten, oppassen = faire attention een vrucht, stuk fruit = un fruit een groente = un légume een banaan = une banane een wortel = une carotte een paddenstoel = un champignon een kiwi = un kiwi een sinaasappel = une orange een peer = une poire een appel = une pomme een aardappel = une pomme de terre een sla = une salade een tomaat = une tomate Cédric en zijn vrienden gaan naar het dorp. = Cédric et ses copains vont au village. Telefoneren jullie naar de papa van Lydia? = Vous téléphonez au père de Lydia? De leraar spreekt tegen de jongens. = Le prof parle aux garçons. Gaan we kado's geven aan de meisjes? = On va donner des cadeaux aux filles? Ik ga juist tot aan de winkel. = Je vais jusqu'au magasin. Wij gaan net tot aan de auto's daar. = Nous allons jusqu'aux voitures là. Toon jij de foto aan de mama van Eric? = Tu montres la photo à la maman d'Eric? Gaan jullie naar de school? = Vous allez à l'école? Mag ik binnenkomen? = Je peux entrer? Jij kunt daar telefoneren. = Tu peux téléphoner là. Emma mag hier niet spreken. = Emma ne peut pas parler ici. Wij mogen hier zijn. = Nous pouvons être ici. Jullie kunnen die oefening maken. = Vous pouvez faire cet exercice. De leerlingen mogen hier nooit spelen. = Les élèves ne peuvent jamais jouer ici.
Ingezonden op 11-09-2017 - 404x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!