Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Staatsrecht
› 3 College 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Staatsrecht
3 College 3
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke drie machten zijn gescheiden in de machtenscheiding? = Regering, parlement en de rechterlijke macht. Wat is zijn de kenmerken van de gescheiden machten? = Ze zijn zelfstandig, onafhankelijk en gelijkwaardig. De zelfstandigheid en onafhankelijkheid zijn niet absoluut. Die moeten we relativeren. De ene macht controleert de andere macht. Er is spraken van gedeelde bevoegdheden. Begroting wordt vastgesteld bij wet wordt besloten door regering en statengeneraal samen. Hoe ver kun je gaan in controlemechanisme en in gedeelde bevoegdheden. Het moet in evenwicht zijn. Noem twee voorbeelden van dat zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de machten niet absoluut zijn. = De rechterlijke macht is onafhankelijk, maar het budget van de rechterlijke macht wordt bepaald door de regering en het parlement. De minister van veiligheid en justitie houdt toezicht op het besteden van dat budget. Dat is checks en balances. Hoe ver mag die toezicht gaan? Want door heel gedetailleerd toezicht te houden doe je afbreuk aan de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. We zien dat de minister indringend toezicht houdt op de rechtspraak. Het gaat zo ver dat er productiebekostiging van de rechter is: De rechter wordt betaald per rechtspraak. Hier zie je dat het financieringsinstrument misbruikt wordt om de zelfstandigheid van de rechter. Voor een bepaalde rechtszaak staat bijv. maar zes uur. Meer wordt niet gefinancierd. Een paar jaar geleden waren de rechters ook gaan staken. Omgekeerd kan ook. Dat de rechter zich te veel bemoeid met regering en parlement. Te ver gaan in het beslissen van zaken waar de rechter zich eigenlijk buiten zou moeten houden. In de machtenscheiding bepaalt de rechter zijn eigen bevoegdheid. In Nederland heeft de rechter een algemene bevoegdheid. Uitzondering is art. 120 GW: rechter mag geen wetten toetsen aan de grondwet. In principe kan de rechter alle zaken toelaten. Is het wel verstandig om iedereen die klaagt over de regering een rechtszaak te geven? Dan kom je uit bij leerstuk ‘politieke kwestie’. Mag de rechter zich met puur politieke kwesties bemoeien? De rechter geeft een rechtsoordeel, geen politiek oordeel. De rechter beslist een geschil op basis van een oordeel over het recht. Is het handelen rechtmatig. In sommige gevallen wordt de rechter een geschil voorgelegd wat puur politiek is. Wanneer is een zaak puur politiek en wanneer moet de rechter zich afzijdig houden omdat het puur politiek is? Welke voorbeelden zijn er waarbij de rechter zich afzijdig had moeten houden van de politiek? = - HR 26 maart 1971 (verkiezingsafspraak Elsoo) - HR 10 november 1989 (kruisraketten) - HR 21 december 2001 (inzet kernwapens) - HR 21 maart 2003 (waterpakt) - HR 6 februari 2004 (Afghanistan) Vertel wat over de verkiezingsafspraak Esloo HR 26 maart 1971. = Dit is een uitzondering, want in dit geval verklaart de rechter zich onbevoegd, omdat het een verkiezingsgeschil is. Het ging over de politieke afspraak om een zetel in te nemen na de verkiezing (de eerste of met de meeste stemmen). In alle andere gevallen heeft de hoge raas zich wel bevoegd verklaard. Vertel wat over de HR 10 november 1989 kruisraketten. = Amerika wilde kernwapens in Europa plaatsen en Nederland deed mee. Er waren heel veel demonstraties tegen het verdrag van Nederland en Amerika. Uiteindelijk werd het verdrag getekend en goedgekeurd. Uiteindelijk stappen een aantal mensen naar de rechter voor een verbod van kernwapens. De hoge raad gaat het kruisrakettenverdrag toetsen aan internationale verdragen en op basis van een verdrag zegt de rechter dat plaatsen geoorloofd is. Eén jaar voor de uitspraak hadden Amerika en Rusland al besloten de kernwapens terug te trekken. Vertel wat over HR 21 december 2001 inzet kernwapens. = Actiegroepen eisten dat de rechter de Staat der Nederlanden zou verbieden om ooit kernwapens in te zetten. Ook in dat arrest verklaard de rechter zich bevoegd en gaat de hoge raas op zoek naar een aanknopingspunt. Ze komen uit bij een advies in Den Haag dat zegt dat kernwapens niet in alle omstandigheden ongeoorloofd zijn. Dus verbied de rechter het niet, want in sommige situaties is het geoorloofd. Het is geen wet, maar een advies. De Hoge Raad maakt wel een kanttekening dat de rechter wel heel terughoudend moet zijn hierbij, want dit gaat om defensie en politiek. Vertel wat over HR 6 februari 2004 Afghanistan. = Dezelfde activisten als bij de kernwapens stappen naar de rechter omdat Nederland geen mensen mag uitzenden naar Afghanistan. De Hoge Raad zegt dat dit iets van buitenlandse politiek en defensie is. De Hoge Raad kreeg ook kritiek omdat de rechter de klaagmuur van de politiek zou worden. Vertel wat over HR 21 maart 2003 waterpakt. = De wetgevers weigeren om een wet tot stand te brengen. Mensen die het daar niet mee een zij stappen naar de rechter en vorderen bij de rechter een bevel om de staat de wet vast te laten stellen. De rechter verklaard zich wel bevoegd, maar de aanklager heeft er niets aan, want de rechter houdt zich toch afzijdig. De rechter zou dan de politieke agenda bepalen, dus de rechter zei toen: De rechter mag geen bevel van wetgeving geven. Welke twee andere voorbeelden zijn er waarbij de rechter en politiek zich een beetje vermengen? = 1. Hoge Rechtshof rechten van de mens Europa heeft gezegd dat levenslang alleen mag als de gevangene om de zoveel tijd een verzoek tot vrijlating kan indienen. Nederland heeft dat niet. Er is tijd gekomen om die wet te maken en tot die tijd geven rechters geen levenslang. Houdt Nederland zich er niet aan, kan Europa een boete geven aan Nederland. 2. In 2012, midden in de eurocrisis en de euro dreigde om te vallen, dus besloten ze een noodfonds op te richten voor EU landen die het slecht hadden. In dat fonds moest 700 miljard gestort worden. Nederland moest iets van 100 miljard storten. Dat verdrag werd voorjaar 2012 goedgekeurd door het parlement. Het parlement viel door Wilders en Wilders zei dat ze die beslissing pas na de verkiezingen goed zouden moeten keuren, zodat mensen konden stemmen. Dat gebeurde niet, dus Wilders stapte naar de rechter. De rechter zei dat het om politieke besluitvorming gaat en dat de rechter zich daar niet mee moest bemoeien. Vertel wat over het rechtsstaat principe. = Het is heel ruim. Het is onder andere machtenscheiding, maar het gaat veel verder dan dat. Het gaat ook om de controle door de rechter en de grondrechten. Legaliteitsbeginsel is ook een element. Welke artikelen in de grondwet gaan over de erfopvolging van de Koning? = Art. 24-26, 29-30 GW. Welke artikelen in de grondwet gaan over afstand op de troon en het huwelijk van het Koninklijk huis? = Art. 27-28 GW. Welke artikelen in de grondwet gaan over onbekwaamheid van de Koning? = Art. 33-38 GW. Welk artikel in de grondwet gaat over de onschendbaarheid van de Koning? = Art. 42 GW. Welke artikelen gaan over de persoonlijke rechten van de Koning? = Art. 39-41 GW. Wat staat er in artikel 24 van de Grondwet? = Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem 1, prins van Oranje-Nassau. Wat staat er in artikel 25 van de Grondwet? = Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap. Wat staat er in artikel 26 van de Grondwet? = Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van overlijden van de Koning, wordt voor de erfopvolging als reeds geboren aangemerkt. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan. Wat staat er in artikel 29 van de Grondwet? = Lid 1: wanneer uitzonderlijke omstandigheden daartoe nopen, kunnen bij een wet een of meer personen van de erfopvolging worden uitgesloten. Lid 2: Het voorstel daartoe wordt door of vanwege de Koning ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Wat staat er in artikel 30 van de Grondwet? = Lid 1: Wanneer vooruitzicht bestaat dat een opvolger zal ontbreken, kan deze worden benoemd bij een wet. Het voorstel wordt door of vanwege de Koning ingediend. Na de indiening van het voorstel worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Lid 2: Indien bij overlijden van de Koning of bij afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt, worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers komen binnen vier maanden na het overlijden of de afstand in verenigde vergadering bijeen ten einde te besluiten omtrent de benoeming van een Koning. Zij kunnen een opvolger alleen benoemen met ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Wat staat er in artikel 27 van de Grondwet? = Afstand van het Koningschap leidt tot erfopvolging overeenkomstig de regels in de voorafgaande artikelen gesteld. Na de afstand geboren kinderen en hun nakomelingen zijn van de erfopvolging uitgesloten. Wat staat er in artikel 28 van de Grondwet? = Lid 1: De Koning, een huwelijk aangaande buiten bij de wet verleende toestemming, doet daardoor afstand van het koningschap. Lid 2: Gaat iemand die het koningschap van de Koning kan beërven een zodanig huwelijk aan, dan is hij met de uit dit huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen van de erfopvolging uitgesloten. Lid 3: De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake van een voorstel van wet, strekkende tot het verlenen van toestemming, in verenigde vergadering. Wat staat er in artikel 33 van de Grondwet? = De Koning oefent het koninklijk gezag eerst uit, nadat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Wat staat er in artikel 34 van de Grondwet? = De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Wat staat er in artikel 35 van de Grondwet? = Lid 1: Wanneer de ministerraad van oordeel is dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, bericht hij dit onder overlegging van het daartoe gevraagde advies van de Raad van State aan de Staten-Generaal, die daarop in verenigde vergadering bijeenkomen. Lid 2: Delen de Staten-Generaal dit oordeel, dan verklaren zij dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen. Deze verklaring wordt bekend gemaakt op last van de voorzitter der vergadering en treedt terstond in werking. Lid 3: Zodra de Koning weer in staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, wordt dit bij de wet verklaard. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Terstond na de bekendmaking van deze wet hervat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag. Lid 4: De wet regelt zo nodig het toezicht over de persoon van de Koning indien hij buiten staats is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Wat staat er in artikel 36 van de Grondwet? = De Koning kan de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk neerleggen en die uitoefening hervatten krachtens een wet, waarvan het voorstel door of vanwege hem wordt ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Wat staat er in artikel 37 van de Grondwet? = Lid 1: Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent: A. zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt; B. indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn; C. indien de koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen; D. Indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd; E. zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt. Lid 2: De regent wordt benoemd bij de wet. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Lid 3: In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder C en D, is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Lid 4: De regent zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt, in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. De wet geeft nadere regels omtrent het regentschap en kan voorzien in de opvolging en de vervanging daarin. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Lid 5: Op de regent zijn de artikelen 35 en 36 van overeenkomstige toepassing. Wat staat er in artikel 38 van de Grondwet? = Zolang niet in de uitoefening van het Koninklijk gezag is voorzien, wordt dit uitgeoefend door de Raad van State. Wat staat er in artikel 42 van de Grondwet? = Lid 1: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Lid 2: De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Wat staat er in artikel 39 van de Grondwet? = De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis. Wat staat er in artikel 40 van de Grondwet? = Lid 1: De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het koninklijk huis uitkeringen ten late van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen. Lid 2: De door hen ontvangen uitkeringen ten late van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorst is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verder vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend. Lid 3: De kamers der Staten-Generaal kunnen voorstellen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Wat staat er in artikel 41 van de Grondwet? = De koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in. Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem 1, prins van Oranje-Nassau. Welk artikel is dit? = Art. 24 GW. Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap. Welk artikel is dit? = Art. 25 GW. Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van overlijden van de Koning, wordt voor de erfopvolging als reeds geboren aangemerkt. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan. Welk artikel is dit? = Art. 26 GW. Lid 1: wanneer uitzonderlijke omstandigheden daartoe nopen, kunnen bij een wet een of meer personen van de erfopvolging worden uitgesloten. Lid 2: Het voorstel daartoe wordt door of vanwege de Koning ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Welk artikel is dit? = Art. 29 GW. Lid 1: Wanneer vooruitzicht bestaat dat een opvolger zal ontbreken, kan deze worden benoemd bij een wet. Het voorstel wordt door of vanwege de Koning ingediend. Na de indiening van het voorstel worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Lid 2: Indien bij overlijden van de Koning of bij afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt, worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers komen binnen vier maanden na het overlijden of de afstand in verenigde vergadering bijeen ten einde te besluiten omtrent de benoeming van een Koning. Zij kunnen een opvolger alleen benoemen met ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Welk artikel is dit? = Art. 30 GW. Afstand van het Koningschap leidt tot erfopvolging overeenkomstig de regels in de voorafgaande artikelen gesteld. Na de afstand geboren kinderen en hun nakomelingen zijn van de erfopvolging uitgesloten. Welk artikel is dit? = Art. 27 GW. Lid 1: De Koning, een huwelijk aangaande buiten bij de wet verleende toestemming, doet daardoor afstand van het koningschap. Lid 2: Gaat iemand die het koningschap van de Koning kan beërven een zodanig huwelijk aan, dan is hij met de uit dit huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen van de erfopvolging uitgesloten. Lid 3: De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake van een voorstel van wet, strekkende tot het verlenen van toestemming, in verenigde vergadering. Welk artikel is dit? = Art. 28 GW. De Koning oefent het koninklijk gezag eerst uit, nadat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Welk artikel is dit? = Art. 33 GW. De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Welk artikel is dit? = Art. 34 GW. Lid 1: Wanneer de ministerraad van oordeel is dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, bericht hij dit onder overlegging van het daartoe gevraagde advies van de Raad van State aan de Staten-Generaal, die daarop in verenigde vergadering bijeenkomen. Lid 2: Delen de Staten-Generaal dit oordeel, dan verklaren zij dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen. Deze verklaring wordt bekend gemaakt op last van de voorzitter der vergadering en treedt terstond in werking. Lid 3: Zodra de Koning weer in staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, wordt dit bij de wet verklaard. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Terstond na de bekendmaking van deze wet hervat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag. Lid 4: De wet regelt zo nodig het toezicht over de persoon van de Koning indien hij buiten staats is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Welk artikel is dit? = Art. 35 GW. De Koning kan de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk neerleggen en die uitoefening hervatten krachtens een wet, waarvan het voorstel door of vanwege hem wordt ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Welk artikel is dit? = Art. 36 GW. Lid 1: Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent: A. zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt; B. indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn; C. indien de koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen; D. Indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd; E. zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt. Lid 2: De regent wordt benoemd bij de wet. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Lid 3: In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder C en D, is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Lid 4: De regent zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt, in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. De wet geeft nadere regels omtrent het regentschap en kan voorzien in de opvolging en de vervanging daarin. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Lid 5: Op de regent zijn de artikelen 35 en 36 van overeenkomstige toepassing. Welk artikel is dit? = Art. 37 GW. Zolang niet in de uitoefening van het Koninklijk gezag is voorzien, wordt dit uitgeoefend door de Raad van State. Welk artikel is dit? = Art. 38 GW. Lid 1: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Lid 2: De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Welk artikel is dit? = Art. 42 GW. De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis. Welk artikel is dit? = Art. 39 GW. Lid 1: De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het koninklijk huis uitkeringen ten late van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen. Lid 2: De door hen ontvangen uitkeringen ten late van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorst is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verder vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend. Lid 3: De kamers der Staten-Generaal kunnen voorstellen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Welk artikel is dit? = Art. 40 GW. De koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in. Welk artikel is dit? = Art. 41 GW. Wat valt op aan artikel 24 t/m 41? = Dat de Koning zijn functie verkrijgt door erfopvolging. Er is één uitzondering. Er is namelijk een mogelijkheid dat wij een Koning benoemen als er geen erfopvolger is. Het is eerst altijd binnen de familie, 1e en dan 2e graads etc. Je kunt niet zomaar benoemd worden. Je hebt een aantal wettige opvolgers en die staan genoemd, maar als die er allemaal niet zijn, zie je de procedure van het benoemen in art. 30 GW. Het is niet verplicht om te benoemen. Nederland kan dan dus ook een republiek worden. Eerst wordt het parlement ontbonden en na de verkiezingen wordt een Koning benoemd. Dat kan dan zomaar iemand zijn en dan gaat de erfopvolging via die lijn. Het tweede wat opvalt is de afstand en huwelijk. De Koning niet ontslag nemen, want dat is afstand doen van de troon. Dat wordt ondertekent door de Koning en de ministers. Dus de koning en de ministers beslissen daarover. De koning of erfopvolger die een huwelijk aangaat zonder toestemming van de wetgever doet ook afstand van de troon. 3e punt: Onbekwaamheid. Dat de koning niet in staat is te regeren. Niet met verlof en na 2 jaar ziek de ziektewet. De Koning die niet in staat is te regeren wordt buiten staat verklaard. Dat doet de Staten-Generaal. Buiten staat verklaren betekent dat hij zijn functie niet meer mag uitoefenen. Hij blijft wel Koning . We benoemen een regent die taken overneemt. Je kunt ook weer binnen staat verklaard worden. Dit is bijv. als je ziek was. De Grondwet zegt niet om welke reden je de koning buiten staat kunt verklaren. Het hoeft dus geen ziekte te zijn. Het kan ook om bijv. politieke redenen zijn. Je kunt de Koning die buiten staat verklaard is onder toezicht stellen en dus bijv. opsluiten in bijv. een inrichting. 4e punt: onschendbaarheid. De koning is onschendbaar, verder niemand. Vroeger voor de Franse revolutie had de Koning het hoogste gezag. Niemand kon hem daarom tot verantwoording roepen. Tegenwoordig heeft de Koning geen hoogste gezag. De Koning is onverantwoordelijk. Hij hoeft geen verantwoording af te leggen aan het parlement, ministers en strafrechter. Hij kan niet strafrechtelijk worden vervolgd, alleen buiten staat worden verklaard. Als de Koning buiten staat is verklaard, blijft hij onschendbaar, maar hij kan dan wel onder toezicht worden gesteld. De onschendbaarheid van een diplomaat is niet zo absoluut als die van de koning. Een diplomaat kan bijv. wel in eigen lang aangepakt worden. De Koning is wel aansprakelijk voor de burgerlijke/civiele rechter uitzondering onschendbaarheid. 5e punt: Persoonlijke rechten van de Koning. Art. 41 GW: de Koning richt zijn huis in. Dat is zijn persoonlijk recht. Hij bepaalt zelf wie aangesteld wordt als hofhouding. Art. 40 GW: De Koning ontvangt een uitkering. Die uitkeringen zijn belastingvrij. Hij moet wel belasting betalen over zijn privévermogen. Welke functies heeft de Koning als staatshoofd? = Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor. Verder heeft hij twee functies: 1. Staatshoofd: Dit is vanzelfsprekend en staat niet in de grondwet. 2. Daarnaast is de Koning een deel van de regering. Dat is niet vanzelfsprekend en is niet in alle andere landen zo. Daaraan koppelen we de mededeling dat de minister altijd verantwoordelijk is. Dus waar de Koning geen verantwoording voor aflegt, leggen de ministers verantwoording voor af in al zijn hoedanigheden, dus ook privé. De ministers zijn niet strafrechtelijk verantwoordelijk, maar wel politiek. Wil een minister dit niet, dan moet hij aftreden.
Ingezonden op 21-10-2017 - 1034x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!