Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 3 Werkcollege 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
3 Werkcollege 3
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat betekent het dat Nederland een gedecentraliseerde eenheidstaat is? = Twee elementen: decentralisatie en eenheidstaat. Decentralisatie: de macht is verdeeld over verschillende bestuurslagen. 1. Een kenmerk is dat er verschillende bestuurslagen zijn en dat de macht daarover verdeeld is. 2. Bestuurslagen hebben eigen bevoegdheden die zelfstandig uitgeoefende kunnen worden. De gemeente gaat bijv. oer bestemmingsplan. Dat kan de gemeenteraad zelfstandig vaststellen. 3. Formeel gezien bestaat er geen hiërarchie tussen de verschillende bestuurslagen. Het is niet de bedoeling dat ze in strijd met elkaar gaan handelen. Daarom is Nederland ook een eenheidstaat. Er bestaat wel normenhiërarchie. De gemeente is niet belangrijker dan het rijk, maar de gemeente mag geen regels opstellen die in strijd zijn met het rijk. Het rijk heeft toezichtbevoegdheden. De hogere overheidslagen kunnen toezicht houden op de lagere overheidslagen en die lagere overheidslagen worden gefinancierd door het rijk, ze zijn afhankelijk en zo creëer je eenheid. Gedecentraliseerde eenheidstaat. Enerzijds: decentralisatie, overheidsmacht verspreid over de bestuurslagen. Anderzijds: eenheid, normenhiërarchie, toezicht, financiële afhankelijkheid. Wat is territoriale decentralisatie? = Binnen de grenzen van gemeente of provincie. Hun macht is territoriaal afgebakend. Wat zijn voorbeelden van openbare lichamen? = Gemeente, staat en provincie. Ze bestaan uit bestuursorganen. Wat is een bestuursorgaan? = Art. 1:1 Awb. A-orgaan, bedoeld in sub a. B-orgaan bedoeld in sub b. Wat is een a-orgaan? = Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Wat is een rechtspersoon? = Art. 2:1 burgerlijk wetboek. De staat, gemeente, provincie kunnen rechtspersonen zijn. Wanneer ben je ingesteld krachtens publiekrecht? = Opgericht door de wet. Gemeentewet art. 123 staat dat er een gemeente is. Dat betekent ingesteld krachtens publiekrecht. Gemeentewet art. 133 dat er provincies zijn. Waar in het wetboek staat het begrip orgaan? = Art. 6 gemeentewet, art. 6 provinciewet, art. 10 waterschapswet. Wat is een bestuursorgaan? = Een orgaan van een openbaar lichaam. De openbare lichamen zijn rechtspersonen die zijn ingesteld krachtens publiekrecht. Wat is een b-orgaan? = Een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed. Criterium: Of hij/zij enig openbaar gezag bekleedt. Dat is het geval als ze eenzijdig, dus zonder jouw toestemming de rechtspositie van de burger kan veranderen. Bijvoorbeeld APK keurmeester: gewoon een garagehouder. Vaak ook privaatrechtelijk rechtspersoon. Tegelijkertijd heeft hij de mogelijkheid om een APK te verrichten en jouw rechtspositie eenzijdig te veranderen. Conducteur van Arriva is ook een voorbeeld. Als hij/zij een boete uitdeelt verandert jouw rechtspositie eenzijdig. Wat is het verschil tussen een a en b orgaan? = A ben je altijd en b alleen zodra je openbaar gezag bekleedt. Wat is het openbaar lichaam? = Een verzameling van bestuursorganen. Wat is het verschil tussen een openbaar lichaam en een bestuursorgaan? = Het openbaar lichaam neemt deel aan privaatrechtelijk verkeer en bestuursorganen niet. Is de gemeente een openbaar lichaam? = Ja, en het heeft rechtspersoonlijkheid. Waar bestaat de gemeente uit? = De wetgevende macht: de gemeenteraad. Bestuursorganen: burgemeesters en wethouders: uitvoerende macht. Gemeente: openbaar lichaam art. 2:1 Bw. Waar bestaat de provincie uit? = Openbaar lichaam art. 2:1 Bw. Wetgevende macht: PS. Uitvoerende macht: GS, CVR?? Waar bestaat de staat uit? = Openbaar lichaam art. 2:1 Bw. Wetgevende macht: 1e + 2e kamer, Uitvoerende macht: regering/ministers, rechtelijke macht. Over welke verhouding gaat bestuursrecht? = De verhouding tussen die bestuursorganen en de burgers. Is het college van b. en w. van de gemeente Nijmegen een a of b orgaan? = A-orgaan, omdat de gemeente een rechtspersoon is. 2:1 Bw. Aangesteld krachtens publiekwet (gemeentewet/grondwet) en het is een orgaan en het college van b en w staat niet uitgezonderd. Is het dagelijkse bestuur van het waterschap Rivierland een a of b orgaan? = A-orgaan. Art. 1 Bw: wachterschap is een rechtspersoon. Waarom is het dagelijkse bestuur een bestuursorgaan 133 (gemeentewet/grondwet). Een bestuursorgaan is een orgaan van een rechtspersoon ingesteld krachtens bestuursrecht. Waterschapswet art. 10. En hij staat niet in lid 2, dus het is geen uitzondering. Is een erkende garagehouder die een APK-keuring verricht een a of b orgaan? = B-orgaan. Hij is een rechtspersoon, maar niet ingesteld krachtens publiekrecht. Hij bekleefd wel openbaar gezag, dus voor zover hij handelt als een b-orgaan, is het een b-orgaan. Stichting, nv,bv allemaal privaatrechtelijke rechtspersonen, dus niet ingesteld krachtens publiekrecht. Is de stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) die vergunningen verleent aan aanbieders van financiële diensten zoals banken een a of b orgaan? = B-orgaan. Het is een rechtspersoon, maar niet ingesteld krachtens publiekrecht. Hij kan eenzijdig de rechtspositie van burgers veranderen, want ze verlenen vergunningen. Het is dus een b-orgaan. Stichting is een privaatrechtelijk rechtspersoon. Het is dus alleen een b-orgaan als hij openbaar gezag uitoefent. Is de Staten-Generaal en de regering gezamenlijk bij de vaststelling van wetten een a of b orgaan? = De regering zou een a-orgaan kunnen zijn, want de regering is een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht. Het staat alleen niet in de grondwet, maar toch is het ingesteld krachtens publiekrecht, want de grondwet vooronderstelt het bestaan van de staat. Maar dit is een uitzondering, dus geen van beide. Is de tweede kamer een a of b orgaan? = Het zou een a orgaan kunnen zijn, want het is een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht, maar dit is een uitzondering, dus geen van beide. Is het team bestuursrecht van de rechtbank een a of b orgaan? = Het staat in lid 2 genoemd, dus het is een uitzondering. Het is geen van beide. Waarom zijn belangrijke colleges uitgezonderd van a of b orgaan? = Omdat ze een hele zelfstandige positie hebben. Wie is belanghebbende? = Art. 1:2 Awb. Degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit betrokken is. Twee categorieën: 1. Adressant van het besluit. Naar wie het is gericht. Diegene is altijd belanghebbende. 2. Derden. Om te bepalen of de derden belanghebbende is, moet je kijken naar eisen in de jurisprudentie: Het moet objectief bepaalbaar zijn, persoonlijk belang (van anderen onderscheiden bijv. afstand/zicht/concurrentie, etc), eigen belang (niet voor het belang van anderen opkomen tenzij machtiging, Rechtstreeks belang (causaal verband, aantasten belang komt door besluit. Er mag geen sprake zijn van afgeleid belang: als er een privaatrechtelijk belang tussen zit. Bijv. vergunning, vereniging. De leden hebben dan afgeleid belang, want het privaatrechtelijk belang van de vereniging zit er niet tussen.) en Actueel belang (niet pas in de toekomst). Wat is collectief belang? = Verzameling van persoonlijke belangen.
Ingezonden op 19-12-2017 - 2721x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!