Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 7 Werkcollege 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
7 Werkcollege 7
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat zijn normen van bestuurlijk handelen? = Normen of regels waaraan het bestuursorgaan zich moet houden als ze handelt. Bijv. het legaliteitsbeginsel, ongeschreven recht bijv. het vertrouwensbeginsel en geschreven recht. Wat is geschreven recht voor normen van bestuurlijk handelen? = Voor het handelen van een bestuursorgaan moet een wettelijke bevoegdheidsgrondslag bestaan. En het bestuurlijk handelen mag niet in strijd zijn met de wet. Dit is het legaliteitsbeginsel. Geschreven recht kan op inhoudelijk (materieel) recht en procedureel (formeel) recht. Wat is ongeschreven recht voor normen van bestuurlijk handelen? = Officieel geldt jurisprudentie voor het concrete geval, maar in de praktijk zie je dat daar door bestuursorganen naar gekeken wordt. Wat zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? = We hebben onderscheid tussen formeel en materieel recht. Formele beginselen zien op de totstandkoming van het besluit/ de procedure. Materiële beginselen ziet op de inhoud van het besluit. Dat onderscheid maken we omdat het iets zegt over het gebrek wat er op het besluit kleeft. Als de rechter constateert dat er een beginsel geschonden is en dat is materieel dan moet et bestuur opnieuw een beslissing maken. Waarschijnlijk een andere beslissing. Bij formeel beginsel moeten ze de procedurefout recht zetten. De kans is veel groter dat het besluit zelf blijft bestaan. Materiële algemene beginselen van behoorlijk bestuur: Specialiteitsbeginsel (art. 3:3 Awb détournement de pouvoir. Gelijkheidsbeginsel. Vertrouwensbeginsel/rechtszekerheid beginsel. Evenredigheidsbeginsel. Fair play. Formele algemene beginselen van behoorlijk bestuur: Zorgvuldigheidsbeginsel. Motiveringsbeginsel. Waarom maken we het onderscheid tussen formele en materiële beginselen van behoorlijk bestuur? = Dat onderscheid maken we omdat het iets zegt over het gebrek wat er op het besluit kleeft. Als de rechter constateert dat er een beginsel geschonden is en dat is materieel dan moet et bestuur opnieuw een beslissing maken. Waarschijnlijk een andere beslissing. Bij formeel beginsel moeten ze de procedurefout recht zetten. De kans is veel groter dat het besluit zelf blijft bestaan. Welke materiële beginselen van behoorlijk bestuur zijn er? = Specialiteitsbeginsel (art. 3:3 Awb détournement de pouvoir. Gelijkheidsbeginsel. Vertrouwensbeginsel/rechtszekerheid beginsel. Evenredigheidsbeginsel. Fair play. Welke formele beginselen van behoorlijk bestuur zijn er? = Zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Waarom staat het gelijkheidsbeginsel niet in de Awb? = Omdat het in artikel 1 van de Grondwet staat. Waar staat het vertrouwensbeginsel? = In de jurisprudentie. De wetgever vond het lastig om te beschrijven, daarom is het niet in de Awb opgenomen. Wat is het evenredigheidsbeginsel? = Art. 3:4 Awb. Alle belangen afwegen en tot evenredig besluit komen gelet op de daarmee te dienen doelen. Wat is het fair play beginsel? = Het bestuur moet open en eerlijk handelen. Het bestuur mag niet partijdig zijn. Art. 2:4 Awb: verbod op vooringenomenheid. Wat is het zorgvuldigheidsbeginsel? = Bestuursorgaan moet kennis hebben, besluiten moeten zorgvuldig worden voorbereid, art. 3:2 Awb. Wat is het motiveringsbeginsel? = Het besluit moet gemotiveerd worden. Uitleggen waarom het bestuursorgaan een bepaald besluit neemt. Eisen: 1. kenbare motivering: in het besluit opgenomen. 2. Draagkrachtig/ deugdelijke motivering. Art. 3:46 + 3:47 Awb. Bart vraagt voor het kappen van een boom een omgevingsvergunning aan bij het college van b. en w. van Zeewolde (voor het vellen van houtopstand1, zie artikel 2.2, eerste lid, onder g Wabo, lees dit wetsartikel!!). Al een paar dagen nadat hij zijn aanvraag heeft gepost, krijgt hij een reactie van het college. Zijn aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt afgewezen. Bart is hier erg verontwaardigd over, omdat hij niet in de gelegenheid is gesteld toe te lichten waarom hij de vergunning heeft aangevraagd. De Awb bevat een bepaling over de vraag wanneer een burger in de gelegenheid moet worden gesteld een aanvraag mondeling toe te lichten in wel wetsartikel? = Art. 4:7 + art. 4:8 Awb. Er moet aan sub a+b worden voldaan als iemand gehoord wil worden. Bart vraagt voor het kappen van een boom een omgevingsvergunning aan bij het college van b. en w. van Zeewolde (voor het vellen van houtopstand1, zie artikel 2.2, eerste lid, onder g Wabo, lees dit wetsartikel!!). Al een paar dagen nadat hij zijn aanvraag heeft gepost, krijgt hij een reactie van het college. Zijn aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt afgewezen. Bart is hier erg verontwaardigd over, omdat hij niet in de gelegenheid is gesteld toe te lichten waarom hij de vergunning heeft aangevraagd. De in de vorige vraag bedoelde bepaling uit de Awb (De Awb bevat een bepaling over de vraag wanneer een burger in de gelegenheid moet worden gesteld een aanvraag mondeling toe te lichten in wel wetsartikel? (Art. 4:7 + art. 4:8 Awb. Er moet aan sub a+b worden voldaan als iemand gehoord wil worden. )) is te zien als een uitwerking van het in artikel 3:2 van de Awb neergelegde formele zorgvuldigheidsbeginsel. Leg dit uit en noem nog andere bepalingen uit de Awb die zijn te zien als een nadere invulling van de algemene zorgvuldigheidsnorm van artikel 3:2 Awb. = Formeel zorgvuldigheidsbeginsel. 1. Hoorplicht art. 4:7 + 4:8 Awb. Het horen van belanghebbende is een middel om de relevante feiten op te sporen. 2. Afdeling 3.3 bestuursorgaan moet zich soms laten adviseren door een adviseur, omdat het bestuursorgaan over ingewikkelde zaken en uiteenlopende zaken besluiten moet nemen en daar hebben ze de kennis en deskundigheid niet van in pacht. Vergewisplicht: op het moment dat het bestuur advies heeft gevraagd moet het bestuur vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (art. 3:9, art. 4:5). Bart stelt dat het college van b. en w. is uitgegaan van verkeerde feiten. De vergunning is geweigerd, omdat het zou gaan om een zeldzame boom (een eeuwenoude eik die nog gezond is), terwijl het gaat om een metershoge den die veel licht wegneemt. Op welk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur kan Bart in verband met dit argument een beroep doen? = Het zorgvuldigheidsbeginsel is hier geschonden. Ook het motiveringsbeginsel, want doordat er onjuiste kennis is, is de verkeerde motivatie gegeven. Motiveringsbeginsel houdt verband met formele rechtszekerheidsbeginsel. 2 elementen: 1. Kenbare motivering art. 3:47 Awb. 2. Deugdelijke motivering art. 3:46 Awb. Het besluit moet berusten op een juiste feitelijke grondslag. De feiten moeten het besluit kunnen dragen. De motivering moet ook voor het overige deugdelijk zijn. Logisch, niet vaag. Deugdelijk: niet innerlijk tegenstrijdig. 1e element van 3:46 is geschonden. Wie controleert of het bestuursorgaan zich aan die normen houdt? = De bestuursrechter naar aanleiding van ingesteld beroep van een burger. De bestuursrechter controleert als er sprake is van een besluit. Alle andere bestuurshandelingen worden gecontroleerd door de burgerlijke rechter. De bestuursrechter oordeelt of het concrete geval overeen komt met het recht. Waardoor wordt de toets van de rechter begrenst? = Trias politica. De ruimte van het bestuursorgaan moet gerespecteerd worden. De rechter mag bij de rechtelijke toets niet op de stoel van het bestuursorgaan gaan zitten. Verhouding tussen rechter en bestuursorgaan. De toets van de rechter is afhankelijk van de mate van vrijheid die aan het bestuursorgaan is toegekend bij de uitoefening van de bevoegdheid. Welke twee soorten bevoegdheden zijn er? = Discretionaire bevoegdheden (beoordelings- of beleidsvrijheid) en gebonden bevoegdheden. Hoe moet de rechter gebonden bevoegdheden toetsen? = Integraal, volle rechtelijke toetsing. Hoe moet de rechter een discretionaire bevoegdheid toetsen? = Terughoudend. De wetgever heeft beoogd om het bestuursorgaan vrijheid te geven en vanwege de trias politica mag de rechter niet in die vrijheid treden. Het is terughoudend en marginaal. De rechter kijkt alleen of het een beetje redelijk is. De rechter toetst of het bestuursorgaan in redelijkheid tot het besluit is gekomen. Kennelijk onredelijk dit is bijv. het geval wanneer bepaalde belangen niet zijn meegenomen. Op grond van artikel 14 van de Vreemdelingenwet (VW) is de minister van Veiligheid n Justitie onder meer bevoegd aan een vreemdeling een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen. Artikel 16, eerste lid, aanhef onder d VW luidt: ‘1. Een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 kan worden afgewezen inzien: (…) d. De vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid.’ Wat is ook al weer beoordelingsvrijheid en beleidsvrijheid en is daarvan sprake in artikel 16 van de Vreemdelingenwet? = Beoordelingsvrijheid: vage termen die je zelf in moet vullen. Ja, daarvan is sprake. Beleidsvrijheid: Je kan kiezen of je handelt. Er staat ‘kan bepalen of vergunning wordt verleend’. Dus, ja daar is ook sprake van. Op grond van artikel 14 van de Vreemdelingenwet (VW) is de minister van Veiligheid n Justitie onder meer bevoegd aan een vreemdeling een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen. Artikel 16, eerste lid, aanhef onder d VW luidt: ‘1. Een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 kan worden afgewezen inzien: (…) d. De vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid.’ Bij beleidsvrijheid bestaat het gevaar van willekeur. Om dat te voorkomen toetst de rechter of het bestuursorgaan bij het gebruik van zijn discretionaire bevoegdheid niet heeft gehandeld in strijd met het willekeurverbod (artikel 3:4, met name het tweede lid Awb). Lees artikel 3:4 Awb en leg aan de hand daarvan uit wat het willekeurverbod precies inhoudt. = Beleidsvrijheid kan leiden tot willekeur, omdat ze de ene keer wel beleid uit voeren en de andere keer niet zonder dat daar een duidelijke rede voor is. Het bestuursorgaan kan dit voorkomen door beleidsregels op te stellen. Wat houdt het willekeurverbod art. 3:4 lid 2 in? De rechter toetst of het bestuursorgaan in redelijkheid tot een besluit heeft kunnen komen. De rechter toetst dus of is gedaan aan belangenafwegingsplicht. Of alle belangen zijn meegenomen. En of de afweging van alle belangen evenredig is. Die toets wordt het willekeurverbod genoemd. Is het beroep op het vertrouwensbeginsel vaak succesvol? = Nee, het slaagt eigenlijk nooit. Wat is het vertrouwensbeginsel? = Voorafgaand aan het besluit hebben diverse contacten tussen bestuursorgaan en burger of bedrijf plaats gevonden en het bestuursorgaan wekt verwachtingen die vertrouwen wekt en dat vertrouwen wordt niet gehanteerd. Dan is er sprake van schending van het vertrouwensbeginsel. Bijv. bestuursorgaan zegt dat ze vergunning gaan verlenen en wanneer er verzoek daarvoor wordt ingediend wordt er gezegd dat ze dat toch niet doen. Er zijn drie eisen aan het vertrouwensbeginsel: 1. Gerechtvaardigd vertrouwen door concrete/ ondubbelzinnige bezegging door het bevoegde bestuursorgaan. 2. Je moet kijken naar de deskundigheid van de burger. 3. Je moet kijken naar belangen van derden. Welke drie eisen zitten er aan het vertrouwensbeginsel? = 1. Gerechtvaardigd vertrouwen door concrete/ ondubbelzinnige bezegging door het bevoegde bestuursorgaan. 2. Je moet kijken naar de deskundigheid van de burger. 3. Je moet kijken naar belangen van derden.
Ingezonden op 23-12-2017 - 22137x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!