Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 8 Werkcollege 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
8 Werkcollege 8
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Lees de Afdelingsuitspraak van 4 februari 2015 (Blokhutten Teylingen). Wat houdt het vertrouwensbeginsel in? Waarom deed appellant in bovengenoemde uitspraak een beroep op het vertrouwensbeginsel? Aan welke voorwaarden moet volgends de rechter (in bovengenoemde uitspraak) zijn voldaan, wil een beroep op het vertrouwensbeginsel slapen? Was in dit geval aan deze voorwaarden voldaan? = Wat is het vertrouwensbeginsel? Door een daartoe bevoegd orgaan concrete en ondubbelzinnige toezegging waarin je vertrouwen mag hebben. Het belang van belanghebbenden kan daarbij in de weg staan. Geef van de volgende situatie aan of een beroep op het vertrouwensbeginsel kansrijk is: De telefoniste van het gemeentehuis deelt desgevraagd aan Jan mee dat voor de beoogde (kleine) verbouwing van zijn huis geen omgevingsvergunning om te bouwen nodig is. = Het is niet kansrijk, want de telefoniste is niet bevoegd en kan geen gerechtvaardige trouw wekken. Mondelinge toezegging kan vertrouwen wekken. Het is alleen wel een probleem met de bewijslast. Geef van de volgende situatie aan of een beroep op het vertrouwensbeginsel kansrijk is: Een ambtenaar van de (gemeentelijke) afdeling Wonen en Bouwen deelt aan Jan mondeling mee dat bij indiening van een aanvraag de verlangde omgevingsvergunning om te bouwen zal kunnen worden verleend. = Zou kunnen. Het is niet heel sterk, maar kan toch vertrouwen geven. Hij is bevoegd en dat het mondeling is, maakt niet uit. Je zou kunnen pleiten op het vertrouwensbeginsel, maar je zou ook kunnen zeggen dat het niet ondubbelzinnig is. Geef van de volgende situatie aan of een beroep op het vertrouwensbeginsel kansrijk is: Een advocaat beroept er zich op dat hij onvoldoende op de hoogte is van de vergunningsprocedure en dat hij daarom is afgegaan op mededelingen van de terzake deskundige ambtenaar. = Een advocaat die zich dagelijks met bestuursrecht bezig houdt zou beter moeten weten. Pieter verkoopt al 20 jaar gedurende de zomermaanden ijs in het stadspark van de gemeente Nijmegen. Vanwege het toenemende zwerfafval in het stadspark besluit het college van burgemeester en wethouders het vergunningenbeleid te wijzigen. Het college deelt Pieter mee dat hij in verband met het gewijzigde beleid voortaan niet meer in aanmerking komt voor een ventvergunning. Op welk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur kan Pieter een beroep doen? Zal dit beroep slagen? = Het rechtszekerheidsbeginsel. Dat heeft raakvlakken met het vertrouwensbeginsel. Onderscheid: Rechtszekerheid: nadat er een besluit is genomen en dat besluit wordt op zeker moment gewijzigd. Vertrouwensbeginsel: Speels voordat er een besluit tot stand komt. Kan het bestuursorgaan dan nooit beleid wijzigen? Gelet op het algemeen belang kunnen ze dat doen. Het rechtszekerheidsbeginsel stelt dat ze dat niet van de een op de andere dag mogen doen en ze moeten rekening houden met dat belang. Bijv. overgangsperiode om wat nieuws te zoeken en evt. helpen daarbij. Welke discussie speelt er bij het fair play beginsel? = Of het formeel of materieel is. In het boek is het formeel. Sommigen menen dat het ook materieel is. Maar fair play is dus formeel. Waarop is het specialiteitsbeginsel een verbod? = Détournement de pouvoir. Waar moet je beginnen als je in beroep wilt gaan? = Bij artikel 8:1 Awb. Wat staat er in artikel 8:1 Awb? = Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Waar wordt het besluitbegrip gedefinieerd? = Art. 1:3 lid 1. Zijn alle besluiten voor bezwaar of beroep vatbaar? = Nee. Er moet ook sprake zijn van een appellabel besluit. In welke wetsartikelen kun je kijken of iets een appellabel besluit is? = Art. 8:2 t/m 8:5. Er zijn ook uitzonderingen bij besluiten. Het kan zijn dat iets geen besluit is, aar dat de handeling toch gelijk wordt gesteld aan een besluit. In welk artikel staat dit? = Artikel 8:2 Awb. Wat is de meest gebruikelijke rechtsgang bij beroep? = Besluit art. 1:3 lid 1 Awb. Appellabel? Art. 8:2 t/m 8:5 Awb. Bezwaar Art. 7:1 Awb tenzij a/d. B.O.B.: besluit op bezwaar. Beroep: Art. 8:6: Rechtbank, artikel 8:1. Uitspraak: art. 8:70. Hoger beroep: art. 8:105 ABRS, 8:104 tenzij Hoofdstuk 4 BRB (blz. 3351). Wat is de bijzondere rechtsgang bij beroep? = Besluit: art. 1:3 lid 1. Appellabel? Art. 8:2 t/m 8:5. bezwaar art. 7:11 tenzij a/d. B.O.B.: besluit op bezwaar. Bijzondere rechtsgang controleren: hoofdstuk 2 Brb (blz. 3342) en bijz. wet. Hoe gaat het bij de burgerlijke rechter bij beroep? = Artikel 112 Grondwet. Arrest Guldemond. Voorwerp van geschil is bepalend: objectum citisleer. Wat staat er in artikel 7:11 Awb? = 1. Indien het bezwaar ontvankelijk is, vindt op grondslag daarvan een heroverweging van het bestreden besluit plaats. 2. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in de plaats van een nieuw besluit. Welke rechtsgang heeft voorrang bij beroep? = Artikel 8:6 Awb: de bijzondere rechtsgang. Waar staat het bezwaarbegrip gedefinieerd? = Artikel 1:5 lid 1. Waarover zegt artikel 7:11 iets? = Over de toets die het bestuursorgaan in besluit moet verrichten. Moet je altijd eerst bezwaar maken? = Nee, er zijn uitzonderingen in artikel 7:1 lid 1. Sub B is belangrijke en die moeten we kennen. Naar welke beslissing kijkt de bestuursrechter? = Alleen naar beslissing op bezwaar. Dat is anders als er geen bezwaarprocedure is. Welke mogelijkheden heeft de rechter bij uitspraken? = Art. 8:70 Awb. Het beroep kan ongegrond, gegrond, onontvankelijk of ontvankelijk zijn. Wat is de hoofdregel bij beroep? = Dat het kan worden ingesteld bij de rechtbank. Wat is de hoofdregel bij hoger beroep? = Artikel 8:105 + 8:104 Awb. Het kan zijn dat je in afwijking een andere rechtsgang moet volgen. Hoofdstuk 4. Soms andere hoger beroepsrechter. Art. 4:9, 4:10, 4:11 Brb. Waar moet je als eerste naar kijken bij beroep? = Of er sprake is van bijzondere rechtsgang. Waar kun je kijken of er sprake is van een bijzondere rechtsgang? = Hoofdstuk 2 Brb. Je gaat daarna in hoger beroep bij de afdeling tenzij hoofdstuk 4 Brb. Wat zegt artikel 8:1 van de Awb? = Dat je in beroep kunt gaan. Wat zegt artikel 7:1 van de Awb? = Dat je voor je in beroep gaat eerst bezwaar moet maken. Wat komt er na bezwaar? = Een beslissing op bezwaar van het bestuursorgaan. Naar welk artikel moet je kijken naar beslissing op bezwaar? = Dan moet je naar artikel 8:6 Awb kijken of je een bijzondere of normale rechtsgang moet hebben. Volgens Hoofdstuk 2 Brb. Bij de bijzondere rechtsgang moet je dat artikel in hoofdstuk 2 te noemen. Als het niet in hoofdstuk 2 en bijzondere rechtsgang staat, dan geldt de hoofdregel en ga je naar de rechtbank. Als het bij de normale rechtsgang ook niet lukt, is er nog een andere rechtsgang: burgerlijk recht. Doordat er bijv. geen appellabel besluit is. Hoe wordt bepaald of tegen een bepaalde bestuurshandeling beroep openstaat bij een rechtbank (team bestuursrecht) en zo dit het geval is, bij welke rechtbank? = Artikel 8:1 Awb. Er moet sprake zijn van een besluit artikel 1:3 Awb. Dat moet appellabel zijn artikel 8:3 Awb. Artikel 8:6: rechtbank bevoegd tenzij bijzondere rechtsgang (bijzondere rechtsgang heeft voorrang op algemene rechtsgang). Als het bestuursorgaan van de gemeente is moet je naar de gemeente waarbij die rechtbank hoort. Welke twee vormen van bevoegdheid (competentie) spelen bij vraag A? = Absolute competentie: welke rechter is bevoegd. Relatieve competentie: Waar is de rechter gevestigd. Wat als je de verkeerde rechtbank benadert? Dan geldt er eerst de doorzendplicht. Artikel 6:15 Awb. Hoe wordt bepaald bij welke hoger-beroepsrechters hoger beroep kan worden ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank? = Artikel 8:105 + 8:104 Awb. 8:105: naar welke rechter. 8:104: in welke gevallen. Hoe wordt bepaald of één van de bijzondere bestuursrechter bevoegd is om het beroep tegen een bepaald besluit te beoordelen? Waarom worden deze rechters bijzondere bestuursrechters genoemd? = Hoofdstuk 2 Brb. Bepalen of je bij bijzondere bestuursrechter of bij rechtbank in beroep kunt gaan. Bevoegdheid beperkt zich tot bepaald terrein bestuursrecht. De burgerlijke rechter heeft in Nederland altijd een belangrijke rol gespeeld in de bescherming van de burger tegen vermeend onrechtmatig overheidsoptreden. De rol van de burgerlijke rechter ten aanzien van de rechtsbescherming tegen de overheid is aanvullend. Leg dit uit en leg daarbij eveneens ut welke betekenis daarbij toekomt aan het arrest ‘Guldemond-Noordwijkerhout’ van de Hoge Raad uit 1915. Noem (tenminste) twee voorbeelden van overheidshandelingen ten aanzien waarvan naar huidig recht de burgerlijke rechter aanvullende rechtsbescherming biedt. = Als er geen sprake is van besluit of niet appellabel kun je naar de burgerlijke rechter. Daarom wordt er gezegd dat die rechter de restrechter is. Arrest: Burgerlijke rechter zegt dat het er niet om gaat of het overheidshandelen is, maar om wat de burger eist. Als het gaat om schuldvordering is de burgerlijke rechter bevoegd. Bevoegdheid is iets anders dan ontvankelijkheid. Bevoegd: voorwerp van geschil. Soms kan de rechter wel bevoegd zijn, maar is het niet ontvankelijk. In die ontvankelijkheidsleer zie je dat de burgerlijke rechter een aanvullende rol heeft en dat bijzondere rechtsgang voor gaat. Wanneer wel bij burgerlijke rechter? Als er geen besluit of appellabel besluit is. Bijv. koopovereenkomst sluiten. Als de overheid dat doet is het wel overheidshandelen. Privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen en uitgesloten besluiten: besluiten waartegen je geen beroep kunt instellen bij de bestuursrechter artikel 8:3 Awb. Bijv. beleidsregel. Waar baseert de burgerlijke rechter die bevoegdheid op? Op Arrest Guldemond en artikel 112 Grondwet. Lees artikel 7:1 Awb. Wat bepaalt dit wetsartikel ten aanzien van het volgen van de bezwaarprocedure? Stel, een belanghebbende kan tegen een overheidshandeling alleen opkomen bij de burgerlijke rechter (zie voor voorbeelden van dergelijke overheidshandelingen bij casus 2, vraag B blz. 42 handleiding.) Moet hij dan eerst bezwaar maken bij het bestuursorgaan of kan hij meteen naar de burgerlijke rechter? = Fase bezwaar en B.o.b. Dat je voor je in beroep gaat bezwaar moet maken en de uitzonderingen daarbij. Beginsel van voorafgaand bezwaar. Sub D is het belangrijkste voor ons. (Bij artikel 7:1 Awb lid 1 Awb.) Afdeling 3.4 Awb. Bestuursorgaan heeft ontwerpbesluit. Belanghebbende kunnen een zienswijze indienen en aan de hand daarvan wordt er een definitief besluit genomen. Anders dan bij bezwaar waar meteen besluit wordt genomen heb je bij uov 3.4 Awb eerst een ontwerpbesluit. Tegen dit soort besluiten mag je direct in beroep gaan zonder eerst bezwaar te maken. Het bedrijf Janssen & Co heeft hij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaandam een omgevingsvergunning aangevraagd voor de oprichting van een glas- en loodfabriek (een krachtens de Wet milieubeheer aangewezen inrichting waarvoor op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo een omgevingsvergunning nodig is). De aanvraag van de omgevingsvergunning moet in dit geval worden voorbereid met een toepassing van de zogenoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb (artikel 3.10 Wabo schrijft dit voor; lees dit wetsartikel in samenhang met artikel 3:10, eerste lid, Awb). Hoe moet volgens de voorschriften van afdeling 3.4 Awb de aanvraag van Janssen & Co om een omgevingsvergunning worden behandeld? = Hoofdstuk 7,6,1 en 2. Het bedrijf Janssen & Co heeft hij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaandam een omgevingsvergunning aangevraagd voor de oprichting van een glas- en loodfabriek (een krachtens de Wet milieubeheer aangewezen inrichting waarvoor op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo een omgevingsvergunning nodig is). De aanvraag van de omgevingsvergunning moet in dit geval worden voorbereid met een toepassing van de zogenoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb (artikel 3.10 Wabo schrijft dit voor; lees dit wetsartikel in samenhang met artikel 3:10, eerste lid, Awb). Kunt u verklaren waarom tegen een besluit dat if voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb voorafgaand aan beroep bij de bestuursrechter, niet eerst bezwaar hoeft te worden gemaakt (zie artikel 7:1, eerste lid, onder d van de Awb)? = Nee, je hoeft niet eerst bezwaar te maken bij de burgerlijke rechter, want dat hoeft alleen maar bij de bestuursrechter. Awb niet van toepassing, alleen het civiele recht.
Ingezonden op 02-01-2018 - 2581x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!