Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Staatsrecht
› 8 College 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Staatsrecht
8 College 8
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat houdt de vertrouwensregel bij ministers in? = Dat je moet opstappen wanneer je het vertrouwen van de meerderheid van de tweede kamer verliest. Wat is een motie? = Normaal is dat een besluit van de kamer waarin de kamer een wens of een oordeel uitspreekt. Het heeft niet meer dan een interne werking. Het werkt alleen binnen het parlement. Het is een oordeel. Het zegt iet dat het uitgevoerd moet worden alleen als het een wet is. Welke motie is een uitzondering op dat het niet uitgevoerd hoeft te worden en waarom? = De motie van wantrouwen. Dit is de enige motie met een rechtsgevolg, want de minister moet opstappen. (Of een heel kabinet.) Motie van afkeuring is hetzelfde als motie van wantrouwen. Het komt zelden voor dat de meerderheid een motie van wantrouwen steunt die leidt tot het vallen van het kabinet. Meestal houden de ministers de eer aan zichzelf en stappen ze zelf op voordat het zover komt. Veel moties van wantrouwen worden ingediend zonder dat ze worden aangenomen. Wat doe je als een minister toch blijft zitten na een motie van wantrouwen? = De rechter is hier onbevoegd, want dit is een politieke kwestie. De kamer stopt de samenwerking en dan maak je het werk van de minister onmogelijk. Je verwerpt bijv. alle wetsvoorstellen. In welke gevallen moet de kamer het vertrouwen opzeggen? = Er zijn geen vaste regels. Het is een puur politiek besluit. De kamer kan om elke rede het vertrouwen opzeggen. Wanneer doe je dat? Als de minister dingen achterhoudt, zichzelf niet goed verantwoord in het parlement. Als sanctie op ministeriele verantwoordelijkheid. Dat is een rede om vertrouwen op te zeggen. Verder zijn er geen regels. België en Engeland is reden om vertrouwen op te zeggen: als de minister een ernstige fout maakt en als minister niet meer in staat is zijn of haar ambt goed uit te oefenen. Als je er niets meer van bakt. Als het nodig is om je ministerie te reorganiseren om het beleid te herstellen, omdat het een puinhoop is op het ministerie. Hoe ging het vertrek van Opstelten en Teeven? = Teeven had toen hij nog officier van justitie was een schikking gedaan met een drugscrimineel. Toen de kamer daar achter kwam moest Opstelten die de minister was (Teeven was staatssecretaris) het bonnetje zoeken met de transactie, maar die was verdwenen. Ze moesten beiden opstappen door een persoonlijke fout. Zijn opvolger moest ook opstappen omdat hij als Kamerlid adviseerde aan ministers om informatie achter te houden. Dit was allemaal voor de motie van wantrouwen. Ze waren van te voren al opgestapt. Wie halen schandalen vaak naar boven? = De pers. Welke belangrijke bepalingen in de grondwet hebben betrekking op de kabinetsformatie? = Artikel 43 Gw: ministers benoemd door besluit regering. Het 1e besluit betreft de benoeming van de minister president en dan tekent de minister president zichzelf en andere ministers. Wanneer hij tekent is hij nog niet bevoegd. Rechters zeggen dan: ‘Dit is een samenval van rechtsmomenten.’ Artikel 46 grondwet: gaat over staatssecretarissen. Die worden ook benoemd door koninklijk besluit. Artikel 48 grondwet: Er staat niets in over procedure. Alleen over het einde van de procedure. Die kabinetsformatie draait om vertrouwensregel, want je moet een regering vormen die vertrouwen van de meerderheid van de kamer heeft. Hoe voorkom je motie van wantrouwen wanneer je begint? Hoe verkrijg je in de kabinetsformatie het vertrouwen van parlementaire meerderheid? Dat staat niet in de grondwet. De procedure is in de loop der tijd ontwikkeld. Na 1848 is die procedure heel geleidelijk zo gegaan. Wanneer krijg je een nieuwe kabinetsformatie? = Als de zittingsduur is verstreken. Maar de grondwet legt geen zittingsduur van het kabinet vast. Het staat er wel voor de Staten-Generaal, maar niet voor de regering. Hoe gaat het dan in de praktijk? Convention van 1922: De gewoonte hangt samen met het kiesstelsel. Je hebt twee kiesstelsels. Meerderheid en evenredige vertegenwoordigingsstelsel. Bij meerderheidsstelsel s de regering inzet van de verkiezingen. Als het kabinet de meerderheid behoudt na de verkiezingen regeert het kabinet door. Dat was voor 1917 in Nederland. Wij hadden zo’n stelsel. Kabinetten bleven bij meerderheid dan aan. Er is dan ook geen zittingsduur. In zo’n stelsel van evenredige vertegenwoordiging is er geen meerderheidsuitspraak bij de verkiezingen. Je hebt altijd een kabinetsformatie na de verkiezingen. Dat betekent dat de zittingsduur van het kabinet gelijk loopt met de zittingsduur van de 2e kamer. Dat idee is ingedaald in 1922. De Convention van 1922 heeft dus te maken met het kiesstelsel en dat er na nieuwe verkiezingen een nieuw kabinet komt. Ook tijdens de rit van het parlement kan er een tussentijdse politieke crisis komen. Het kabinet valt dan. Ook dan krijg je een kabinetsformatie. De vorming van de regering kan op meerdere momenten plaats vinden. In ieder geval na de verkiezingen, maar ook tussentijds. Hoe ging het vormen van de regering voor 2012 (de oude procedure)? = In de oude procedure speelt de koning een belangrijke rol. Van 1849 tot 2012. 1. De koning speelde een centrale rol in de kabinetsformatie. Standaard kabinetsformatie als uitgangspunt. Het zittende kabinet biedt op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aan aan de koning. 2. Dan verzoekt de koning de ministers om de lopende zaken te behartigen/behandelen. De boel gaande te houden. Die ministers zijn dan demissionair. Ze willen opstappen maar in afwachting van een nieuw kabinet houden ze de zaken lopend. 3. De koning start de formatieprocedure. De koning vraagt advies aan de fractievoorzitters. Ze gingen allemaal naar het paleis en ze brachten een advies uit. 4. De koning stelt op basis van de adviezen een informateur aan. Meestal was dat iemand van de grootste partij in de 2e kamer. 5. Wat doet die informateur? Die onderhandelt met de fractievoorzitters. Er wordt in overleg een coalitie gevormd en dan sluit je het regeerakkoord, een beleidsprogramma afspreken. 6. Dan komt de koning in actie en die benoemt een formateur en die formateur doet het laatste werk. Die stelt ministers aan en verdeelt zetels. En als de ministers door de formateur zijn gevonden is er een regeerakkoord en kan er een benoeming plaatsvinden. Wat is er in 2012 aan de procedure van het vormen van een regering veranderd? = In de nieuwe procedure is de koning buiten spel gezet. In plaats van de koning benoemt de 2e kamer zelf de informateur en de formateur. Die regeling is vastgelegd in artikel 139a in het Reglement van Orde van de 2e kamer. Voor het eerst zien we dat de procedure in een reglement is vastgelegd. Dat is heel bijzonder. In 2012 heeft men die procedure voor het eerst toegepast. En bij die 1e toepassing was koningin Beatrix volledig buiten spel gezet. Waarom is het staatsrechtelijk niet juist dat de koning buiten spel wordt gezet bij het vormen van een regering? = 1. De koning is lid van de regering, dus is het redelijk om hem erbij te betrekken. Al is het maar alleen op de hoogte houden. 2. De koning is staatshoofd. Er zijn goede argumenten om ook in de nieuwe procedure de koning te betrekken. In deze formatie in 2017 is de koning 17 keer op de hoogte gehouden door informateurs etc. Welk wetsartikel regelt de ontbinding van het parlement? = Art. 64 Gw. Ook hier zie je dat de regeling onvolledig is. Alleen de vorm zie je (formeel). Je ziet niet op welke gronden (materieel) dat plaatsvindt. Wat zijn redenen om het parlement te ontbinden? = Een ontbinding vindt plaats als er een politieke crisis is tussen de regering en de kamer. De kamer kan de regering naar huis sturen. Omgekeerd kan de regering het parlement naar huis sturen door Kamerontbinding. Hier zien we dat de regering een zelfstandige bevoegdheid heeft om de kamer naar huis te sturen en voor nieuwe verkiezingen te zorgen. We kennen in Nederland geen zelfontbindingsrecht. Het vereist altijd een besluit van de regering. Wat is het effect van ontbinding van het parlement of kabinet? = Dat het parlement naar huis gestuurd wordt, maar ook dat het kabinet naar huis gestuurd wordt.
Ingezonden op 05-01-2018 - 1196x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!