Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grote teksten geschiedenis van de filosofie
› 6 College 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grote teksten geschiedenis van de filosofie
6 College 6
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waar gaat de eerste meditatie van Descartes over? = Over zijn twijfelexperiment. Over dingen die in twijfel kunnen worden getrokken. Waar gaat de tweede meditatie van Descartes over? = Over zijn ik als denkend ding. Over de natuur van de menselijke geest; dat deze beter te kennen is dan het lichaam. Waar gaat de derde meditatie van Descartes over? = Over de vraag waar onze ideeën vandaan komen. Over God dat hij bestaat. Waar gaat de vierde meditatie van Descartes over? = Over het ware en het onware. Waar gaat de vijfde meditatie van Descartes over? = Over de essentie van de materiële dingen; en opnieuw over God, dat hij bestaat. Wordt bij de titel van de vijfde meditatie van Descartes (het gedeelte: de essentie van de materiële dingen) geconcludeerd dat materiële dingen bestaan? = Nee, want essentie is iets anders dan existentie. Het gaat over het idee van de materiële dingen. Wat is de functie van het tweede Godsbewijs in de meditaties van Descartes? = Hij wil bewijzen dat wanneer hij kan denken aan een oneindig wezen, hij ook moet bestaan. God wil een sterk a priori Godsbewijs. Hij is rationalist en gelooft in aangeboren ideeën. Aan het eind van de 3e meditatie komt hij met een aangeboren idee van God. Wat doet Descartes in de zesde meditatie? = Dan komen alle begrippen van Descartes aan bod. Hij introduceert steeds begrippen die hij nodig heeft in de 6e meditatie. Geen enkel begrip is overbodig. ‘Voordat ik onderzoek of er zulke dingen buiten mij bestaan, moet ik eerst de ideeën ervan bekijken.’ Descartes vijfde meditatie. Wat voor soort filosofie is dit? = Dit is subjectfilosofie. Hij zegt iets over het idee kwantiteit. Hij zegt dat het idee van kwantitatieve eigenschappen helderder dan die van secundaire eigenschappen zijn. Wat zei Plato over een slaaf die in staat is een meetkundig probleem op te lossen zonder dat hij ooit meetkunde heeft geleerd? = Dat het aangeboren was. (Descartes plaatst zichzelf hier in de Platoonse traditie en laat zien dat hij een rationalist is. Er zij ideeën onafhankelijk van zijn zintuigen in zijn geest.) Welke classificatie van ideeën introduceert Descartes in de 2e meditatie? = Aangeboren ideeën, verworven ideeën en verzonnen/ zelf gemaakte ideeën. Hoe onderscheid je de soorten ideeën van Descartes? = Het is afhankelijk van wil en of ze veranderlijk zijn of niet. Verworven ideeën zijn niet afhankelijk van de wil en niet veranderlijk. Verzonnen ideeën zijn afhankelijk van de wil en veranderlijk. Aangeboren ideeën zijn afhankelijk van de wil en niet veranderlijk. Hij kan zijn idee van God en meetkundige dingen niet veranderen. Een driehoek bestaat altijd uit drie hoeken. Je kunt een idee niet veranderen als het niet zelf verzonnen is. Hoe je je verhoudt tot het idee zegt ook iets over de ontologische status van de dingen. Hij weet nog niet of er iets is dat correspondeert met verworven ideeën. Hij weet dat er ideeën zijn en hij moet nog bewijzen dat er iets is wat daarmee in de buitenwereld correspondeert. Aangeboren ideeën ken je soms niet, maar dat komt dan omdat je er voor kiest je er niet over te buigen. Waarom zijn aangeboren ideeën afhankelijk van de wil? = Je kunt kiezen om je te buiten over een wiskundig probleem. Wat is een tegenwerping op Descartes classificatie van ideeën en hoe reageert Descartes erop? = Hoe weet de dat de ideeën van meetkundige dingen voor iedereen hetzelfde zijn? Deur en tafel hebben dezelfde vorm. Je zou kunnen zeggen dat ze daarom zijn verworven. Descartes antwoord: Ik kan heel veel figuren bedenken die ik nog nooit heb gezien. Je kan het niet oneens zijn als je de dingen helder inziet. Je kunt je er niet continu over buigen. Niet alles in het twijfelexperiment was van hetzelfde niveau. Wat had meer zekerheid? = Dat wat hij het laatste in twijfel trok: wiskundige waarheden. God is onderdeel van zijn essentie. Descartes maakt een vergelijking met meetkunde, maar meetkunde is niet zijn essentie. Wat is de vergelijking? = Wat er gemeen aan is dat je niet een driehoek kan bedenken zonder 3 hoeken voor je te zien en je kunt niet over een oneindig wezen denken zonder het attribuut bestaan. Driehoek is een onveranderlijk een aangeboren idee. De wiskundige waarheden zijn waar en eeuwig vanwege God. Dus ook het bestaan van God is waar. Maar alleen God is deel van mijn essentie. Wat is een mogelijke tegenwerping tegen Descartes tweede Godsbewijs? = Dat je een God kan denken hoeft niet per se te betekenen dat hij bestaat, want dat is ook met andere dingen. Het probleem is dat Descartes beweert dat zijn denken geen noodzaak oplevert, maar tegelijk zijn de dingen die hij helder en welonderscheiden denkt waar. Wat is Descartes antwoord op de tegenwerping van zijn 2e Godsbewijs? = Hij zegt dat het God zelf is die mij dwingt dit te denken. De reden dat ik aan God kan denken is omdat God een idee van hem in mij heeft geplaatst. God impliceert volmaaktheid en volmaaktheid is de enige eigenschap die existentie impliceert. Aan een verzonnen idee kun je van alles veranderen. Daar ben je vrij in. Je bent niet vrij om God te bedenken zonder volmaaktheid. Welke eigenschap expliceert existentie volgens Descartes? = Volmaaktheid. Wat is een tegenwerping op het idee van Descartes dat God volmaakt is en dat volmaaktheid existentie impliceert en wat is Descartes antwoord? = Het is noodzakelijk dat God bestaat nadat ik heb vastgesteld dat hij volmaakt is, maar die vaststelling is niet noodzakelijk. Descartes: Als God volmaakt is, bestaat hij. Je kunt niet altijd aan God denken, maar op het moment dat je aan God denkt, kun je niet anders dan denken dat hij volmaakt is en die volmaaktheid aan hem toekennen. Dat is zijn antwoord. God bestaat, want zijn idee is niet verzonnen, want hij kan het niet veranderen. Hij hoeft er niet altijd aan te denken, maat als hij er aan denkt, kan ij het idee niet veranderen en ziet hij in dat God volmaakt is. Wat voor idee is God volgens Descartes en wat is het verschil met een verworden idee? = Een aangeboren idee. Bij een verworven idee zoals stelling van pythagoras moet je meer moeite doen om het te ontdekken, maar die ontdekking is bewijs dat het waar is. Dingen die je verzint, hoef je niet te bewijzen. Het feit dat je iets ontdekt waarvan het verborgen is dat het waar is. Hij het ontdekken krijg je het bewijs dat het waar is. Volgens Descartes is het feit dat je het moet ontdekken een teken dat je het niet hebt verzonnen. Waar heb je de meetkunde vandaan volgens empiristen? = Uit de werkelijkheid opgenomen. Wat is volgens Descartes zekerder: de wiskunde of het bestaan van God? = Eerst zei hij dat het bestaan van God minstens zo zeker moet zijn dan de wiskunde, maar het bestaan van God is zekerder dan de wiskunde, want alle andere waarheden zijn afhankelijk van God, want God heeft alle aangeboren ideeën in onze hoofden geplaatst. Wat is het probleem van deze bewijzen van God van Descartes als je terugdenkt aan de kwade geest en wat is Descartes oplossing? = Hij zegt dat de twijfel niet geldt als je iets ontdekt. Op dat moment is het onmogelijk om dat niet te geloven (wiskundig bewijs). Er zijn zoveel argumenten dat het onmogelijk is te bedenken dat het niet waar is. Descartes lijkt te zeggen dat je op dat punt niet bedrogen kan worden, maar je kunt niet altijd het bewijs in je hoofd houden. Op het moment dat je niet aan het bewijst denkt, kun je twijfelen. God is er voor de continuïteit van kennis, zodat je niet continu bewijs in je hoofd hoeft te hebben. Anders kun je maar één ding bewijzen en je kennis niet opbouwen. Wat is volgens Descartes de functie van God? = Ook al let ik niet meer op argumenten, als je ooit het bewijs hebt gemaakt, kun je er op vertrouwen. God zorgt er voor dat je op herinneringen en voorgaande kennis kunt vertrouwen. Dromen worden gebruikt om de buitenwereld in twijfel te trekken. Maar zelfs in dromen is wiskunde waar. Dus het droomargument geldt nog steeds. Waar gaat Descartes in de 6e meditatie op in? = Of dat lichamen bestaan. Voor Descartes is materie uitgebreidheid. Als materie bestaat is de essentie uitgebreidheid. En meetkunde is uitgebreidheid.
Ingezonden op 09-01-2018 - 1431x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!