Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
leeuwarder lyceum
› 5 uj5ytgf
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
leeuwarder lyceum
5 uj5ytgf
Jaar 4 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
youngster =jongeling conviction= overtuigingen; veroordelingen accessible = toegankelijk 4 furthermore =bovendien 5 indicate, to = aangeven 6 unfortunately = helaas 7 underestimate= onderschatten 8 suspicious =verdacht 9 investigate,= onderzoeken 10 issue = zaak, kwestie; uitgave 11 particularly = bijzonder, vooral 12 remain, to =(over)blijven 13 encounter =ontmoeting 14 skilled =geschoold 15 consequently =dus, zodoende 16 regard, to = beschouwen 17 cope (with), to =omgaan met, zich redden 18 mention, to =vermelden, noemen 19 summarise, = samenvatten 20 phrase = zin, uitdrukking 21 threat = dreigementen 22 due to = ten gevolge van 23 awareness =bewustzijn 24 decline, to = afslaan; afnemen, dalen 25 replace, to =vervangen 26 provided = op voorwaarde dat 27 avoid, to =(ver)mijden 28 compulsory = verplicht 29 rely (up)on, to = vertrouwen op 30 appliance = apparaat 31 trace =spoor 32 apparently= blijkbaar 33 inevitably = onvermijdelijk 34 refer to,= verwijzen naar 35 however =echter 36 native =aangeboren 37 annual = jaarlijks 38 lack, to = missen, gebrek 39 vast =enorm 40 ad(vert) = advertentie 41 exercise, = uitoefenen 42 demand = behoefte, vraag 43 greedy =gulzig, hebzuchtig 44 cruelty =wreedheid 45 involvement =betrokkenheid 46 improve, to =verbeteren 47 with respect to= wat betreft,m.b.t. 48 affect, to =beïnvloeden 49 afford = zich veroorloven 50 minor = kleine; minderjarige 51 apply for, to = solliciteren op 52 in spite of = ondanks 53 gain, to = verkrijgen, verwerven 54 quotation/quote = citaat 55 account = verslag 56 hostage =gegijzelde 57 thus = zo, zo doende 58 proof = bewijs 59 beyond=voorbij 60 approach = benadering 61 descendant = afstammeling 62 benefit = voordeel 63 sentence =straf 64 relief = opluchting 65 expose, to = blootstellen aan 66 as regards = wat betreft 67 admit, to = toegeven 68 compel, to = (af)dwingen 69 harsh = wreed, ruw 70 juvenile = jeugd-, jeugdig 71 previous =vorige; voorafgaande 72 syllable = lettergreep 73 appoint, to= benoemen 74 stunning =verbluffend 75 brief =kort(stondig) 76 conduct, to =uitvoeren 77 pollution =vervuiling 78 turn out to be, =blijken te zijn 79 disorder =stoornis 80 impose, =opleggen 81 current = huidige 82 represent, to =vertegenwoordigen 83 justice = gerechtigheid 84 apply,= btoepassen 85 prosecute,=vervolgen 86 with regard to =wat betreft 87 Administration = regering 88 quite = heel, nogal 89 virtually =nagenoeg 90 policy = beleid 91 suspect =vermoeden 92 although = hoewel 93 volunteer =vrijwilliger 94 provide, to =leveren, verschaffen 95 features = gelaatstrekken 96 contempt = minachting 97 orphan =wees 98 adopt, to= aannemen, adopteren 99 abuse, to= misbruiken 100 explore, to= onderzoeken, verkennen 101 upset=van streek 102 achievement =prestatie 103 add, to = optellen 104 demonstrate=aantonen 105 enable, to = in staat stellen om 106 amount =hoeveelheid 107 oppose, to =oneens zijn met 108 approach, to = benaderen 109 exhaust, to =uitputten 110 require, to = (ver)eisen, nodig hebben 111 source = bron 112 debts = schulden 113 director= bestuurder 114 likely= waarschijnlijk 115 cause = oorzaak 116 hardly=nauwelijks, amper 117 variety =verscheidenheid 118 actually =eigenlijk 119 announce, to=aankondigen 120 sacrifice, to = opofferen 121 tendency= neiging 122 qualifications = diploma’s 123 gather, to=begrijpen; verzamelen 124 additional = toegevoegd, bijkomend 125 the means= de middelen 126 youths = jongelui 127 environment =omgeving, milieu 128 labour = arbeid 129 generous =royaal, gul 130 in consequence = dus, zodoende 131 amount to, = bedragen; neerkomen op 132 similarly = gelijk, net zo 133 reduce, to= terugbrengen, verminderen 134 descend, to= afdalen 135 prosperity=welvaart 136 coincidence =toeval 137 evolve, to = zich ontwikkelen 138 among = te midden van 139 refuse, to= weigeren 140 taxes = belastingen 141 allocate, to = toewijzen 142 author = schrijver 143 exclude, to = uitsluiten 144 incidentally = tussen haakjes, trouwens 145 violence = geweld 146 therefore = daarom 147 (un)suitable = (on)geschikt 148 capable = bekwaam 149 in favour of =ten gunste van, voor 150 major =groot 151 ultimate =uiterste 152 target = doel(wit) 153 on behalf of = namens 154 text, to =sms' en 155 former=eerstgenoemde 156 join=. gaan bij 157 release= vrijlaten 158 inquiry/enquiry = inlichtingen vragen 159 despite =ondanks 160 deny, to=ontkennen 161 resources =middelen 162 contemporary= eigentijds 163 ability = bekwaamheid 164 measure = maatregel 165 surface =oppervlakte 166 appear, to =verschijnen; blijken 167 increase, to = verhogen; toenemen 168 aim = doel 169 reliable = betrouwbaar 170 anxiety = bezorgdheid 171 acknowledge = erkennen 172 abroad = in ‘t buitenland 173 barely = nauwelijks, amper 174 journey = reis 175 exhibition = tentoonstelling 176 feminine=op een vrouwelijke manier 177 suppose, to = veronderstellen 178 emphasis =nadruk 179 paragraph = alinea 180 value = waarde 181 society = samenleving; vereniging 182 raise, to =verhogen 183 encourage = aanmoedigen 184 appreciate= waarderen 185 (dis)approve, to =(af-)goedkeuren 186 rather...than =liever dan 187 to some extent = in zeker opzicht 188 affect, to= beïnvloeden 189 synopsis = samenvatting 190 concerned = waar ‘t om ging 191 notion = begrip, idee 192 achieve, to= presteren, bereiken 193 fertility = vruchtbaarheid 194 deception = bedrog 195 equipment =uitrusting 196 sensitive =gevoelig 197 contain, to = bevatten 198 inherit, to =erven 199 evident= duidelijk 200 propose, to =voorstellen; aanzoek doen 201 unless = tenzij 202 negotiations = onderhandelingen 203 masculine = mannelijke manier 204 act, to = handelen 205 latter, =. laatstgenoemde 206 evidence = bewijs(materiaal)
Ingezonden op 14-01-2018 - 976x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!