Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Libre service; Dunc
› 3 en 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Libre service; Dunc
3 en 4
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le couloir=gang l'infirmière (f)=verpleegster la belle-fille=schoondochter se mêler=zich bemoeien met pour de bon=werkelijk; inderdaad essuyer=afvegen; wegvegen rentrer=naar huis gaan une personne âgée=oudere le funérarium=rouwcentrum;mortuarium le détour=omweg avoir des vertiges=duizelig zijn convenir=bevallen;passen bij démarrer=starten faute de=bij gebrek aan combler=aanvullen le liquide=vloeistof parvenir=erin slagen le repas=maaltijd l'adepte (m)=aanhanger salé=zout; gezouten se réveiller=wakker worden sauter=overslaan l'alimentation (f)=voeding; voedingsmiddel résister=weerstaan le régime=dieet avaler=doorslikken;opeten l'apprentissage (m)=leren se passer de=zonder kunnen démontrer=aantonen récupérer=herstellen nombreux=talrijk; heel veel la tranche=plak or=welnu bronzer=bruin worden nocif, nocive=schadelijk estival=zomer-; zomers- l'addiction (f)=verslaving le seuil=drempel examiner=onderzoeken désormais=voortaan à la fois=tegelijkertijd le lien=verband établir=vaststellen vivement=heftig avéré=erkend le dépistage=opsporing compiler=het belangrijkste samenvoegen l'épaississement (m)=dikker worden; verdikking raisonné=doordacht dépasser=overschrijden la prédisposition=aanleg l'ombre (f)=schaduw le syndicat=vakvereniging mettre en place=opstellen;aanbrengen le gérant=beheerder au cours de=in de loop van précéder=voorafgaan l'endroit=plek; plaats de temps en temps=van tijd tot tijd envahir=overspoelen la sensation=gewaarwording;gevoel le doigt=vinger se précipiter=zich haasten lent=langzaam la graisse=vet fait que=zorgt ervoor malin=slim exagérer=overdrijven au moins=ten minste;tenminste la paille=rietje la santé=gezondheid sain=gezond le pain complet=volkorenbrood régner=heersen le yaourt=yoghurt la faim=honger endormir=in slaap doen vallen remplir=vullen néanmoins=desalniettemin obliger=verplichten négligeable=verwaarloosbaar le robinet=kraan la praticité=gebruiksgemak alimentaire=levensmiddelen- au détriment de=ten koste van gagner le dessus=de overhand krijgen comprendre=bevatten nutritionnel=voedings- têtu=koppig;eigenwijs dégoûter=doen walgen sous-estimer=onderschatten la tendance=trend les maladies cardio-vasculaires=hart- en vaatziekten le réveil=wekker le potage=soep précuit=voorgekookt une habitude=gewoonte à volonté=zoveel men wil laitier=zuivel- contradictoire=tegenstrijdig la boisson gazeuse=priklimonande modifient=wijzigen suffisant=voldoende; genoeg chacun(e)=ieder le bouquin=boek le chou-fleur=bloemkool inciter=aanzetten; aansporen une performance=prestatie alterner=afwisselen épargner=sparen le bras=arm le poignet=pols surchargé=overbelast le calmant=pijnstiller l'alimentation (f)=voedingsmiddel; voeding équilibré=uitgebalanceerd éviter=vermijden le saumon fumé=gerookte zalm opter (pour)=kiezen contribuer (à)=bijdragen le dos=rug entreprendre=ondernemen prometteur=veelbelovend l'ennui (m)=verveling le pavé (de boeuf)=stuk rundvlees s'étendre=uitbreiden;uitstrekken le canard=eend soulever=optillen sous forme de=in de vorm van la jambe=been sauter=springen le plat principal=hoofdgerecht le ventre=buik la myrtille=bosbes tiède=lauw le déménageur=verhuizer sans doute=waarschijnlijk un écart=afwijking;verschil expérimenté=met ervaring l'entretien=onderhoud;gesprek fragile=breekbaar la comptabilité=boekhouding la lettre du candidature=sollicitatiebrief embaucher=in dienst nemen successivement=achtereenvolgend prévenir=waarschuwen débloquer=raaskallen;onzin praten disparaître=verdwijnen la promesse=belofte tant mieux=des te beter occidental=westers traduire=vertalen la riqueur=strengheid le mode=manier comporter=bevatten;bestaan uit les effectifs=grootte le débouché=toekomstmogelijkheid le cas=geval l'atout=troef aussitôt=onmiddelijk;dadelijk tarder=op zich laten wachten annoncer=aankondigen l'erreur=fout la séance=bijeenkomst;zitting au milieu de=in het midden van miser sur=inzetten op rêver=dromen chargé=druk; vol empêcher=verhinderen assurer=verzekeren apporter=opleveren échouer=mislukken;niet slagen la porte-parole=woodvoorder l'offre d'emploi=personeelsadvertentie hormis=behalve; uitgezonderd se balader=wandelen qualifier=betitelen;kwalificeren la rémunération=loon;beloning décrocher=in de wacht slepen postuler à=solliciteren op indiquer=aanwijzen;aangeven à durée déterminée=voor bepaalde tijd l'horaire=tijdschema;werkrooster le fond=bodem immaculé=smetteloos le concours=wedstrijd bénéficier de=profiteren van; voordeel trekken uit la sensibilisation=bewustmaking inonder=overstromen le corail=koraal alléchant=aanlokkelijk effectuer=uitvoeren la responsabilité=verantwoordelijkheid le gardien=bewaker;beschermer en plein air=in de open lucht disponible=beschikbaar la détente=ontspanning une offre=aanbod héberger=huisvesten; onderbrengen télécharger=downloaden outre=behalve;buiten pour que=opdat la langue maternelle=moedertaal joyeux=vrolijk la maîtrise=beheersing couramment=vloeiend se soucier=zich zorgen maken; zich bekommeren de suite=achtereenvolgend collaborer=samenwerken irrégulier=onregelmatig recommander=aanbevelen cordial=hartelijk en accord avec=in overeenstemming met le conseiller d'orientation=decaan vérifier=controleren approfondir=verdiepen;uitdiepen l'enseignement=onderwijs le tronc commun=het gemeenschappelijke doel le don des langues=talenknobbel aisé=welgesteld distinct=afzonderlijk;onderscheidend tenace=volhardend;taai l'entreprise=bedrijf la filière=profiel le comptable=accountant accéder à=toegang geven tot la voie=weg;spoor médiocre=middelmattig apparemment=schijnbaar;op het oog la contrainte=verplichting;dwang l'établissement=instelling certains, certaines=sommigen alors que=terwijl la gestion=beheer;bedrijfsvoering en première=in de voorexamenklas agrégé=begoegd;hoogopgeleid impitoyable=meedogenloos doué(e)=begaafd perfectionner=verbeteren le défi=uitdaging de préférence=bij voorkeur le baccalauréat=eindexamen l'administration=bestuur lancer=storten la compagnie aérienne=luchtvaartmaatschappij procurer=verschaffen le courriel=mail demeurer=wonen;blijven bavarder=kletsen francophone=franstalig davantage=meer quelques=een paar; enkele en tout cas=in ieder geval; in elk geval avoir intérêt à=er belang bij hebben le littoral=kuststreek la faveur=gunst aux quatre coins=in alle uithoeken van étouffer=het benauwd hebben rattraper=inhalen à propos de=wat betreft un monde fou=heel veel mensen admettre=toelaten le logement=onderdak avoir l'intention=van plan zijn se débrouiller=zich redden tenir au courant=op de hoogte houden se marrer=zich amuseren
Ingezonden op 21-01-2018 - 283x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!